Ook door zijn ZONDAGS-KLEED onderscheidt zich de mensch van het
dier.
Voor eiken dag.
Mededeelingen.
FEUILLETON.
Verzameld door C. B.
Hoop is als de zonwanneer wij haar tegemoet gaan,
maakt zij dat wij de schaduw niet zien van den last, dien
wij te dragen hebben. E.
Alle wegen zijn goed, die naar den voet van het kruis
leidenlaat ons toezien, dat wij er niet één afsluiten, en
alzoo de wegen van Christus en de bekommerde ziel ver
minderen. N. N.
De steenen tafelen der wet werden verbroken, maar de
letters die er op stonden vlogen de lucht in en vliegen
nog altijd de wereld door. Rabbijnsch gezegde.
De beste manier om ons voor de toekomende erfenis
voor te bereiden bestaat niet hierin, dat wij ons inspannen
om een voorgevoel te krijgen van wat ons zal geschonken
worden, maar veeleer hierin dat wij met ons gansche hart
ons verdiepen in wat ons nu in Christus geschonken is
E. Boys.
Voorvader van elke daad iseene gedachte. Denkt
daar aan 1 Emerson.
Er is geen lijden in de wereld, dat dezelfde aandoeningen
opwekt als dat van Christusdie aandoeningen worden
evenwel niet gewekt door dat lijden als zoodanig, maar
door den lijder zelf. Fairbairn.
Het is volkomen in de goede orde, dat ieder zijn beroep
voor het gewichtigste houdt; als hij daarbij dan maarniet
vergeet, dat ook de anderen hun beroep op dezelfde wijze
beschouwen. Rothe.
Mededeelingen. vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
De Rekening en Verantwoording der Diakonie over 1913
ligt bij den Diaken H. C. Voet ter inzage van Maandag
16 tot Woensdag 18 Maart, 's avonds van 7—9, uur.
De e.v. Doopsbediening is één week uitgesteld en bepaald
op Zondag 22 Maart.
In April is, tot den 22sten dier maand, geen gelegenheid
tot Huwelijksinzegening.
De 1.1. Zondag gehouden extra-collecte ten behoeve van
de Vereeniging „Zarfath", heeft opgebracht de som van f30.—.
Aangevraagd is de attestatie naar Amsterdam door Cor-
stiaan Kraijenoord en Anna Bernardina Beindorff (Echtel.)
en naar Velsen door de Echtel. Gebe—Bos.
Vrijdag 27 Maart, 's avonds 8 uur, heeft de Jaarverga
dering plaats van de afdeeling Zandvoort der N.C.G.O.V.
De Aanneming der nieuwe lidmaten is bepaald op Don
derdag 2 April, 's avonds 7 uur in de Consistorie-kamer.
De Bevestiging op Palmzondag, 5 April, 's morgens 10 uur
en het Avondmaal op Goeden Vrijdag, 10 April, 's morgens
10 uur.
Zondag, 22 Maart, geeft de Christelijke Zangvereeniging
„Immanuël" een Openbare Uitvoering in de Kerk, met
medewerking van eenige Dames, die orgel-, viool- en
zangnummers ten gehoore zullen brengen. De opbrengst
is, na aftrek der onkosten, bestemd voor onze Diakonie.
In het e.v. nummer van den Zondagsbode wordt het
programma gepubliceerd.
De „Vrouwenkrans", die iederen Maandagavond om 8
uur in „Ons Huis" vergadert, heeft een nieuw Bestuur
gekregen, bestaande uit de Dames v. Brummelen, Helweg
en Pfundt. Mevrouw Posthumus Mey.jes heeft de benoeming
tot Eere-presidente aangenomen.
Herinnerd wordt aan de bepaling dat alle zitplaatsen in
de kerk vrij zijn, zoodra de Predikant op den preekstoel
is. Wie dus zeker wil zijn van zijn eigen plaats, moet er
voor zorgen bij tijds aanwezig te zijn.
De heer van Brummelen houdt eiken Donderdagavond
om 8 uur bij zich aan huis een Bidstond.
Mevrouw P. M. ontvangt iederen Woensdagmiddag van
25'/a uur.
De Vergaderingen der Knapenvereeniging worden eiken
Zondagavond van 7—8 uur in „Ons Huis" gehouden.
Propaganda-vergadering der Jongelingsvereeniging op
Donderdag 19 Maart, 8 uur in-Ons Huis". Spreker: de heer
Joh. Visser uit Haarlem, onderwerp „Draaikolken in de
levenszee". Verder worden er nog wat voordrachten en
samenspraken gehouden. Toegang vrij voor personen van
16 jaar en ouder.
Evangeliesatie-arbeid kan deze week wegens late inzending
niet worden opgenomen.
De gevonden bijbel
of dat staat in mijn boek ook.
(Vervolg).
Na den dood van Anna besloot ik een vrouw
te zoeken, wat Alphons goed vond. Een boeren
dochter uit de buurt, die Anna dikwijls bezocht,
en die, als deze sprak van hare verwachting in
de eeuwigheid, zoo geweend had, had ik eens
hooren zeggen: „Anna! indien ik zoo gelukkig
was als gij, zou ik willen sterven." Dit trok
mijn aandacht. Toen Anna nog kon, had zij
Maria, zoo heette zij, wel eens uit de „Biblia"
voorgelezen, hetwelk haar zooveel genoegen
deed, dat zij er soms om vroeg, en toen zij 't
niet meer kon, deed Maria het voor haar, als
wij op het land waren en de meid het huiswerk
deed.
Ik besloot haar ten huwelijk te vragen maar
zou ze wel standvastig zijn in haar overtuiging,
en zouden die woorden misschien slechts tijde
lijke aandoeningen zijn geweest?
Intusschen bemerkte ik, dat Maria niet zoo
dikwijls naar de mis ging als anders, en vroeg
haar eens, of zij ook al afvallig zou worden,
waarop zij onder tranen antwoordde: „Ik voei
mij diep ongelukkig en verlang zoo, gelukkig
te worden ais Anna; maar die wist zooveel
uit dat heerlijke boek. Zou ik ook niet zoo'n
boek kunnen krijgen: ik wil eralies voor geven
wat ik heb."
-Ik geloof niet," zoo sprak ik, „dat er nog
zulke boeken zijn, maar toch zie ik kans er u
aan te helpen Als gij u zelf er voor geeft,
dan krijgt gij het boek en dan bezitten wij het
te zamen."
Dit gebeurde. Een half jaar later waren wij,
ook met de toestemming van Maria's ouders,
niettegenstaande de tegenwerking van den
priester, getrouwd. Intusschen was ook Alphons
gestorven. Maria en ik leefden zeer gelukkig
met elkander en met onze Biblia.
In een oogenblik was de tafel na het avond
eten afgenomen en legde zij de Biblia voor
mijdan las ik en deed een gebed Ook las
zij zelve, als zij met haar werk gereed was,
in het boek. Het was haar of alles veel vlug
ger ging, als zij werkte met de gedachte
wanneer tk klaar ben, lees ik nog een half
uurtje. Wij werden ook met en in onze kinderen
gezegend, aan welke wij al vroeg de eenvou
digste geschiedenissen en gelijkenissen bekend
maakten.
Toch was er iets, waarover wij niet het
rechte licht bezatenhet was de inzetting van
het H. Avondmaal. Onze kinderen doopten wij
zeivenwij hadden beiden de overtuiging dat
het niet-houden van deze instelling zonde was.
Het bezorgde mij wel eens een slapeloozen
nacht, als ik dacht, hoe het gemis der Avond
maalsviering kon hersteld worden, want nu ook
mijne vrouw dat opgemerkt had, kon het zoo
niet blijven. De Verlosser had het Avondmaal
ingesteld en geboden dit te vieren tot Zijne
gedachtenis. Mijn plan om het met de mijnen
te vieren in eigen woning, was tot rijpheid ge
worden, vooral, omdat ik in die dagen van be
kommering gelezen had „Hij heeft ons gemaakt
tot koningen en priesters," waarbij mijn vrouw
nog de opmerking maakte: „Het is toch juist
zooals daar slaatgij zijt mijn man en mijn
priester."
Kort vóór Paschen sprak ik: „Maria, wij zul
len ook onze Paschen houden en het H. Avond
maal vieren."
Hoewel zij nog niet begreep, hoe dat kon,
viel zij mij niet lastig door vragenzij ver
trouwde mij werkelijk als haren priester, wiens
leven en wiens gebed voor haar tot zoo'n
rijken zegen waren geworden.
(Wordt vervolgd v. L.