ZONDAGSRUST - ZONDAGSLUST Voor eiken dag. Mededeelingen. n FEUILLETON. Verzameld door C. B. De eenige kennis, die ons werkelijk beter kan maken, is niet de kennis van de dingen en hun wetten, maar die van de personen en hun gedachtenik verdiep mij liever een uur lang in een edel hart, dan dat ik de heele wet der zwaartekracht van het begin tot het einde toe bestudeer. Martineau. Wat maakt de oogen van kleine kinderen zoo liefelijk? De angst der zonde is er niet in te lezen. N. N. Veracht de bescheidenheid als zij u verhindert uw plicht te doen. Hannah More. Verdraagzaam te zijn jegens wat wij moesten veroordeelen is een begin van verderfhet bewijst dat ons hart zich te huis gaat gevoelen in een onzuivere atmosfeer; men moge die onverschilligheid allerlei mooie namen geven wie het kwade niet haat, heeft opgehouden het goede lief te hebben. Da Costa. De mensch, die zijn wil geheel en al aan God heeft overgegeven, en slechts een werktuig in Zijn hand verlangt te zijnieder gebed van dien mensch wordt verhoord boven bidden en denken. Tauler. Het Christendom kan niet geleerd, het moet beleefd worden. Olga. De toestand van een waarlijk levend geloof is niet die van onverstoorbare zekerheid, maar van een strijd met nederlagen en met overwinningen. Luther. De extra-coilecte 1.1. Zondag gehouden voor het Eeuw feestfonds van het Bijbelgenootschap heeft opgebracht f 109.75, aldus verdeeld: 1 bankb. van f25.—, 3 bankb. van f 10.—, 6 rijksdaalders, 23 guldens, 30 kwartjes, 67 dubbeltjes, 12 stuivers, 16. halve stuivers, 200 centen, 10 halve centen. Van Mej. N. H. te Z. ontving ik voor de Nederl. Zen dingsver. te Rotterdam uit het Soendaneesje23 stuivertjes en 12 halve centen. Zondag 5 Juli zal de gewone maandeüjksche extra collecte voor de Kerk worden gehouden. Donderdagavond om 8 uur is er in „Ons Huis", onder leiding van de Wijkzuster en Mej. N. Koning, een gezellige bijeenkomst met tijdelijk alhier vertoevende meisjes. Èn om 8l4 uur zijn de jonge mannen „die in onze poorten zijn" door de Jongelingsvereeniging alhier uitgenoodigd Mevrouw Posthumus Meyjes ontvangt 's Woensdags van 21/2--5'/o uur. Ouderling van Brummelen houdt Donderdagavond om 8V2 uur een Bidstond ten zijnent, Kostverlorenstraatweg 28. leder is welkom. Kraamvrouwen-Vereeniging. Voor ondersteuning in den vorm van bakerhulp, melk en eieren zich regelrecht te vervoegen bij Mevr. P. M. Voor lakens, sloopen en kleeding- stukken regelrecht bij Mevr. D. Driehuizen, Hoogeweg. Alléén de Zondagsbode en de Zandvoortsche Courant hebben de officieele opgave van de predikbeurt te Zandvoort. Men kan zich op dit blaadje ook voor 3 maanden abonneeren voor 50 ets. Het biste Chr. Nat. Zendingsfeest wordt Woensdag 1 Juli te Middachten gehouden. Er zijn 4 spreekplaatsen. De sprekers treden in deze volgorde op uur. op No uur. op No- 10,— uur A. M. Brouwer 1 2,30 uur J. Henzei 2 10,30 J. Kriiger 2 3,— P. J. Couvée 3 11,— Mevr. J M. Hofman- 3,— A. de Haan 1 Stolk. 1 3.30 D. den Breems 4 11, J. J. van Ingen 3 3,30 N. van Schouwen 11,30 n C. J. Mulder 4 burg 2 11,30 V J. H. Wiersma 2 4,- J. A. van Balen 3 12,- C. M Briët 3 4,— S. van der Werf 1 12,— W. B. Renkema 1 5,— F. van Gheel 1,30 A. S. Talma 1 Gildemeester 1 2,30 n J. J. Groeneweg 4 Bladzijden uithet leven van een Christen door Don Camilo Calamita. (Vervolg.) Dit alles geschiedde zonder dat er een woord werd geuit en in minder tijd dan ik thans behoef om het neer te schrijven. Middelerwijl was ik er in geslaagd mij van den mantel te ontdoen en ik stond tegenover de broeders, die mij aan de deur van de kapel hadden ver laten en die thans bezig waren een man te binden en te ontwapenen, die een enormen ponjaard in zijn rechterhand had. „Wat zullen wij met dezen boef doen, Senor Pastor „Niets, mijn lieve vrienden, maakt zijn banden los en laat hem gaan." .Hoor je het wel, bandiet? neem fluks je mantel en pak je weg! met den ponjaard zullen wij echter anders handelenen daarop stak hij dezen tusschen de straatsteenen in den grond en brak het lemmer aan stnkken. Toen de man. die het op een loopen had gezet, uit het gezicht was verdwenen, zeide een van mijn vrienden tot mij„ziet gij wel „Ziet gij wel antwoordde ik hem, en zonder meer hadden wij elkander begrepen. „Ja voorzeker", hernam hij, „God is met ons en met u geweest in dezen nacht." Destijds verergerde mijn toestand van dag tot dag en mijn ziekte nam zoodanig toe, dat ik nauwelijks meer het bed kon verlaten, terwijl mijn geest onuitsprekelijke folteringen onder ging door de onzekerheid, waarin ik verkeerde aangaande Gods wil. Was Alicante de post, door Hemzelven mij aangewezen, om daar ten einde toe te volharden, en mijn ziekte slechts een tijdelijke beproeving, of was deze een wenk. dat ik mij naar elders moest begeven Op die wijze en in droeve eenzaamheid gingen de acht dagen voorbij, door den dokter als proeftijd vastgesteld, en al dien tijd had ik den Heer gedurig aangeroepen en gesmeekt mij Zijn wil duidelijk kenbaar te maken. Eindelijk was het mij alsof een inwendige stem tot mijn gemoed sprak en mij zeide, dat ik mij aan de beslissing van den geneesheer moest houden. Deze benam mij. nadat ik hem nogmaals ge raadpleegd had, allen twijfel door zijn stellige verklaring, dat er voor mij geen beterschap te hopen was, indien ik langer te Alicante bleef. „Klaarblijkelijk kunt gij hier het water niet verdragen", zeide hij, „vertrek zoo gij kunt onmiddellijk; nog is herstel mogelijk, maar toeft gij één maand langer, dan zoudt gij niet anders dan een smartelijk- uiteinde tegemoet gaan. Nu gij dit weet, vertrouw ik dat gij wijs genoeg zult zijn mijn raad op te volgen om geen zelfmoord opuwgeweten te willen hebben Deze zoo besliste uitspraak van den genees heer liet mij dan ook werkelijk geen keuze over en toch ontzonk mij bijna de moed om mijn besluit aan de kleine gemeente mede te deelen, hetgeen dan ook niet zonder strijd geschiedde en zelfs met eenige bitterheid gepaard ging, want in weerwil van mijn lijden, dat toch zichtbaar genoeg was, trachtten sommigen mij over te halen nog een tijdlang te beproeven of ik niet aan het klimaat zou kunnen gewen nen, terwijl anderen mij vroegen of het mij wellicht te Alicante niet beviel en of haar in woners mij niet sympathiek waren en andere dergelijke pijnlijke vragen meer. Een der broeders, die beweerde dat ik zeer overdreef, verzocht ik mij voor een paar dagen bij zich te willen ontvangen, dan zou hij zich kunnen overtuigen, dat ik werkelijk zeer ziek was. Dit geschiedde dan ook en met den gewenschten uitslag. (Wordt vervolgd). v. L-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1914 | | pagina 2