Nooit werk, dat in de week kan gedaan worden,
doen of laten doen op ZONDAG!
Voor eiken dag.
Uit de Gemeente.
Mededeelingen.
FEUILLETON.
Verzameld door C. B.
Om de ellende weg te nemen, waaronder de menschheid
gebogen gaat, predikte Christus allen de gerechtigheid die
het begin van de barmhartigheid, en de barmhartigheid,
die de voleinding van de gerechtigheid is.
Lamennais.
Kan de mensch gelukkig zijn, die altijd, zich zeiven
bedoelt, en wiens gedachten voortdurend op zijn eigen
belang zijn gericht? Wij leven dan eerst waarlijk voor ons
zelf wanneer wij leven voor anderen. Senf.ca.
Velen die mannen moesten zijn van zes voet lang, kunnen
we niet anders noemen dan klein Duimpjes in de genade.
Spuroeon.
Wie een kroon zoekt, vindt een kruiswie 't kruis op
neemt, hem door Qod opgelegd, vindt een kroon.
N. N.
Gij verdringt u om den naaste en hebt voor dat ver
dringen schoone woorden maar ik zeg u uw naastenliefde
is uw slechte liefde tot u zeiven. Nietsche.
Geef acht op uzelven, en oordeel de daden van anderen
niethij die anderen oordeelt doet een nutteloos werk,
dwaalt dikwijls en zondigt lichthij die zich zeiven oordeelt
en beproeft, doet een werk dat niet kan nalaten vrucht te
dragen. Hasebroek.
Het geweten is altijd beter vriend dan een hart, dat niet
onder de tucht van het geweten staat. Macdonald.
Gedoopte Kinderen op Zondag 6 September 1914.
Jansje Alida Anna, Dochter van Willem van der Mije en
Reina Johanna van de Rijn.
Arie, Zoon van Arie Keur en Elisabeth Kuiper.
Jacob, Zoon van Jacob van Duijn en Pietje Koper.
Grietje, Dochter van Arie Paap en Aagtje Bol.
Helenus Cornelis, Zoon van Jan Hendrik Braam en Jansje Keur.
Willem Adriaan, Zoon van Arie Bol en Agatha PetronellaPaap.
Willemina Geertruida, Dochter van Cornelis de Vries en
Gerarda Hendrina Zwarts.
Willem Cornelis, Zoon van Willem van der Mije en
Jacoba Hoogendijk.
August, Zoon van Arie van der Mije en Dirkje Keur.
Zondagavond 8 uur in „Ons Huis" Openbare samen
komst, met nieuwe lichtbeelden. Kinderen hebben alleen
onder geleide van volwassenen toegang.
Donderdag 17 Sept., 's avonds 7'/2 uur in „Ons Huis"
Vergadering van de afdeeling Zandvoort der N. C. G. O. V.
Van de Naaml. Venn.„Zandvoorts Duin" is door Diakenen
de toezegging ingekomen eener bijdrage van f 250.öf
wij dankbaar zijn
Zondagsschool. Bijeenkomst met de Onderwijzeressen
en Onderwijzers op Donderdag 17 Sept., 's avonds 8 uur
in de Consistoriekamer.
De Zondagsschool begint weer Zondag 27 September.
Voor het Steun-Comité is nog ingekomen f 56.opbrengst
van de tweede lijst, waarmede Mevrouw Wijsman inzameling
heeft gehouden.
Mevrouw P. M. ontvangt eiken Woensdag.
Maandagavond 8 uur bijeenkomst van den Vrouwenkrans in
„Ons Huis". Donderdagavond om 8V2 uur Bidstond bij
Ouderling van Brummelen.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
4—11 Sept. 1914.
Geboren: Dochter van W. C Hinlopen—v. Batenburg.
Zoon van G. Groenvan der Mije.
Zoon van J. Visser—Kolman.
OverledenM. van der Mije, 8 mnd.
M. van Duijn, 6 jr.
G. H. Cazander, 16 jr.
C. Paap, 4 mnd.
Bladzijden uithet leven vaneen Christen
door Don Camilo Calamita.
(Slot).
Dit werd dan ook tot dank en prijs van zijn
genade aan ons bewaarheidwant de maand
November was nog niet ten einde, toen wij een
tweeden brief van den heer Moore ontvingen,
waarin deze ons meldde dat hij het Nederlandsch
Comité voor de evangelisatie in Spanje met
onzen toestand had bekend gemaakt, en dat dit
genootschap besloten had voorloopig en voor
een jaar althans dat van Edinburg te vervangen,
terwijl het tevens den wensch had geuit dit
voor goed te kunnen blijven doen. Hoe het ons
bij zulk een onverhoopte uitkomst te moede
was, laat zich niet beschrijven. De Heer alleen,
die het verlangen kende dan ik sedert jaren in
het geheim had gekoesterd en Hem ook soms
in den gebede had voorgelegd, om juist met
dat genootschap in betrekking te staan, had mij
wonderbaarlijk verhoord, en wij konden niet
anders dan ons bij het uitspreken van onzen
dank diep voor Hem verootmoedigen. En thans
konden wij ook het bedoelde huis huren, zoo
dat er aan onze blijdschap niets ontbrak.
Een ander mijner vurigste wenschen werd op
den 18den Januari 1884 vervuld, toen ik. na
voorloopige studie en een voor het Presbyterie
van Andalusië afgelegd examen, tot het herders-
en leeraarsambt werd bevestigd. Op dien ge-
denkwaardigen dag, werd ik door de predikanten
Blanco, Viliesid, Jimenez, Carrasco en Alonso
met oplegging der handen tot mijn heerlijke
bediening ingezegend.
En thans bij het eindigen van mijn aantee-
keningen betreffende mijn vorig leven, gevoel
ik behoefte om mijn innigen dank uit te spreken
aan de Christenen in Nederland, die mij in Gods
hand tot zoo grooten zegen zijn geweest en dit
ook zullen blijven, zoolang zij het mij mogelijk
maken in de verkondiging van het Evangelie
aan mijn landgenooten mijn levenstaak te ver
vullen.
Hem nu, den alleen wijzen God, onzen Za
ligmaker, zij heerlijkheid en majesteit kracht en
macht, beide nu en in alle eeuwigheid. Amen.
Camilo Calamita.
Naschrift.
Nadat hij ruim twee en dertig jaren de ge
meente te Utrera als herder en leeraar had
gediend, waarvan vijf en twintig onder het Ne
derlandsch Comité, ontsliep de heer Calamita
den 16den April 1910 aan een longontsteking,
die met hartverlamming eindigde. Reeds ge-
ruimen tijd leed hij aan kwalen, die zijn ge
zondheid hadden ondermijnd en hem, tot zijn
groote droefheid, den arbeid steeds moeilijker
maakten. Het einde kwam echter nog onver
wachts. Zich ten volle van zijn toestand bewust,
ondervond hij 's Heeren genadige hulp tot het
einde toe, en kon nog van de hoop die in hem
was getuigen en woorden van bemoediging en
vertroosting richten tot de leden van zijn gezin
en de vele vrienden die zijn sponde omringden.
Zoodra het bekend werd dat de geliefde leeraar
zeer ernstig krank was, vulde zich hetgeheele
huis met luid klagende gemeenteleden, die den
geheelen nacht daar bleven en eerst's morgens
huiswaarts keerden om enkele uren later den
betreurden doode naar zijn laatste rustplaats
te begeleiden.
Op het kerkhof was de toevloed van bedroef
den en belangstellenden ontzaglijk groothet
scheen wel alsof de halve stad te zamen ge
stroomd was om aan de plechtigheid deel te
nemende burgerlijke begraafplaats was dan
ook veel te klein om alle aanwezigen te be
vatten, waarvan zeer vele buiten moesten blijven
staan. Toch bleef de menigte stil en eerbiedig
luisteren naar de woorden, die de beide pre
dikanten van Sevilla, Palomares en Carreno
tot haar richtten, waarbij zij wezen op den
korten duur en den ernst van het leven en op
de noodzakelijkheid van het geloof in Christus.
De heer Calamita had den leeftijd van vier
en zestig jaren bereikt.
De kerk en schoollokalen te Utrera behooren
aan de Vereeniging „Het Evangelie in Spanje"
Don José Crespo arbeidt er thans als evange
list-schoolonderwijzer, terwijl Mejuffrouw Lydia
Calamita, die met haar moeder een deel van
de pastorie bewoont, de leiding van de meisjes
school heeft. v. L.