Voor eiken dag.
Mededeelingen.
Wie een hart voor zijn medemenschen heeft, mag niet onverschillig blijven
in den strijd voor Zondagsrust.
FEUILLETON.
de krankheid, die de ziel der godvreezenden doet lijden,
niet uitgesteld.
Heden is u de Zaligmaker geboren. En dus is er heden
voor u genezing.
Ja, schrijf dat in uw harte,
Gij diep bedroefde schaar
Bij 't nijpen van de smarte,
Bij 't barnen van 't gevaar.
Al scheurde 't kruis uw schouder,
Al doofde 't laatste licht,
De trooster en behouder
Staat voor Uw aangezicht
P. M.
Verzameld door C. B.
God is sterk en geduldig, geduldig omdat Hij sterk is.
Wij zijn zwak en ongeduldig, ongeduldig, omdat wij zwak
zijn. N. N.
De mensch heeft geen andere woning om daarin na zijn
dood te vertoeven, dan het verblijf, dat hij zich vóór zijn
dood heeft gebouwd. Arabisch spreekwoord.
De meeste menschen weten niets van het verborgen leven
met Godhun godsdienst is louter uitwendigheidzij
praten liever dan te zwijgen en te luisteren, en in hun
bewegelijkheid komen zij nooit tot het bezit van den
vrede Gods, die alle verstand te boven gaat.
Tauler.
In ieders leven is muziek als men de toetsen maar
op de rechte wijze aanslaat. Ruskin.
Een dienst, ruw en onwillig bewezen, is een steenhard
stuk brood; wie honger heeft weigert het niet, maar hij
stikt bijna, als het hem door de keel gaat.
Ouïda.
Wat is „berusten"? God stellen tusschen ons en onze
zorgen. E.
Christen zijn iswakker geworden zijn en steeds méér
wakker worden. Beets.
De Kerkeraad van Zandvoort heeft Mej. C. Bienfait, met
ingang van 1 Mei 1915, aangesteld als Godsdienstonder
wijzeres alhier.
De extra-collecte die Zondag, 13 Dec. gehouden wordt,
is ingesteld op verzoek van de Protestantsche Commissie
ter behartiging der godsdienstige belangen der Protestantsche
militairen in en nabij de forten der stelling van Amsterdam.
Van 18 December tot 5 Januari is er geen gelegenheid
tot Kerkelijke Huwelijksinzegening.
Voor het Steun-Comité is ingekomen f 58.07 van per
soneel E. S. M. Van Onderwijzers f20.—
Mevr. P. M. ontving van Mej. T. alhier een gift van f 1.—
voor de Naaischool.
Stemming Notabelen, (zie Week-Agenda) Aan de beurt
van aftreden zijn de H.H. J. Koning |bzn. en A. Zwemmer
Azn. De heer C. Paap Kzn. heeft bedankt. In zijn vacature
moet dus tevens voorzien worden.
Wegens ongesteldheid van Ds. P. M. is de Doop uitge
steld tot Zondag 3 Januari.
Onderwerp Zondagsschool 13 Dec.: II Sam. 1518.
Week-Agenda.
Maandagavond 8 uur in „Ons Huis" Vrouwenkrans.
Dinsdagavond 77a Meisjeskrans.
Woensdagavond 8 Repetitie Zangver.
„lmmanuel".
7—9 de Kerkekamer: Verkiezing 3 No
tabelen.
8 ten RaadhuizeZitting Steun-Comité.
Donderdagochtend 10 uur in het Groot Badhuis: uitreiking
levensmiddelen.
Donderdagavond 8 uur, Kostverlorenstr.weg 28Bidstond.
8 in „Ons Huis" :Jongelingsvereeniging.
7'/» Zondagschoolkrans.
Vrijdagavond 8 Openb. Samenk. N.C.G.O.V.
(Spreker: de Heer v. Marle).
Een middag op Huisbezoek.
SCHETSJE UIT DE UTR. STADSZENDING.
Vervolg.)
Beleefder is de ontvangst aan het volgende
huis.
„Komt u voor huisbezoek? O, komt u dan
maar binnen." Maar toen ik mij bekend maakte
als Evangelist van de Stadszending kwam er
een eigenaardige krul in haar bovenlip en
glansden de kleine donkere oogen van een
zeer verdacht licht.
„Nee, van de Stadszending moest ze niets
hebben". Haar gluipoogjes vinnigden terwijl
ze 't zei. „Daar gaat de bekeering zoo gemak
kelijk, daar spreken ze van blijdschap en zingen
allerlei soort van liederen, 't Is ergerlijk
„Is 't geloof dan geen blijdschap?"
„Ken je begrijpen! Als de Heere je ontdekt
heeft aan je zelf en je heeft laten zien, wat
voor groot beest je bent voor den Heere, dan
kan je je lachen wel houën. dan moet je kermen,
kermen zeg ik je. man, vanwege je ellendige
staat, en als je soms, bij oogenblikjes een
glimpie van zijn genade mag ontvangen, waar
aan je bekennen mag, ook van Zijn volk te
zijn, dan is dat een regendroppel op een dorstig
land. Maar dat gebeurt niet dikwijls, want de
plaats van Zijn volk is in het stof. Als de
mensch daar maar is, dan kan de Heere wat
met hem beginnen maar daar ben je zoo maar
niet; daar kom je niet als de Heere je zijn
ontdekkend licht onthoudt".
Haar tong was als een fontein, die haarwater
vloed uitstort op ruwe steenen, zonder haar
overvloed te minderen.
Haar man zegt niets. Steunend met zijn armen
op de knieën, ziet hij met zijn onbeduidend
grijze oogen hoog op naar zijn vrouw, of ver
diept zich in de beschouwing van het patroon
van het vloerkarpet.
Ik wend mij tot hem met de vraag naar zijn
godsdienstig leven. Hij keek slechts even schuw
mij aan, toen weer zijn vrouw, maar bleef
zwijgen. Uit een verlegen schouderschokken
moest ik trachten het antwoord op te maken,
maar waaruit ik meende te moeten afleiden een
man met zwakke geestvermogens voor mij te
hebben. Toch scheen het wezen mij daarmede
in tegenspraak.
„Hij is dood in zich-zelve', lichtte mij de
vrouw in. Hij heeft nog geen kennis aan zijn
eigen toestand. Wel vindt het Woord hem eiken
Zondag onder het gehoor, maar 't heeft geen
vat op hem. Ik mag menigmaal tegen hem zeg
gen: Och mocht de Heere je blinde oogen nog
eens aanraken met het slijk van je eigen ver
doemelijkheid, misschien mocht je dan je oogen
nog eens uitwasschen en ziende worden;
maar als de Heere niet met een gloeiend ijzer
het Woord in je ziel brandt, dan blijf je wat
je bent".
Of de man het ook zoo voelde Ik
weet het niet, maar ik zag wel, dat de bij-de-han-
dig-heid van zijn vrouw hem te sterk was
en dat hij door te zwijgen, eieren voor zijn
geld koos.
„U moest onze samenkomsten in Silo eens
bezoeken', sloeg ik denman voor; „ik geloof,
dat uw ziel er door gezegend zou worden.
Daar wordt u de verlossing in Christus een
voudig en duidelijk verkondigd."
„Nee, ik behoor tot de kerk". Kort, beslist
kwamen die woorden er uit. Het leek mij alsof
er een ander sprak; ik had zooveel beslistheid
bij den man niet vermoed.
Wordt vervolgd.) v. L.