Mededeelingen.
De oorlog en de Zending.
Gelijk God zorgvuldig de komst van Christus heeft voor
bereid, om hem tot de volkeren te leiden, zoo gebruikt Hij
ook de wisselingen en schuddingen van onzen tijd om de
wereld heen te brengen naar dat heerlijk einddoel, waarop
alles moet uitloopendat alle knie zich buige in den naam
van Jezus en alle tong belijde dat hij de Heer is, tot
heerlijkheid van God den Vader.
J. van der Veen.
Gelijk eenmaal in de volheid des tijds zich aller blik in de
wereld naar Israël wendde, verwachtend van daar de ver
lossing, de redding van een wereld, die bij al haar uit-
wendigen glans in zedelijk opzicht bankroet was, zoo zien
ook nu in onze dagen, nu het weer op een volheid des
tijds aan gaat, aller oogen naar den zone Davids, want
niemand wordt meer besproken dan Hij, niemand feller
bestreden dan Hijkan ik ook zeggen van óns:
niemand vuriger bemind dan Hij
E. Schroder.
Velen hooren gaarne de Kerstliederen zingen, liefst vier
stemmig; zij zien gaarne de vreugde, die het Kerstevangelie
verspreidt, maar meer willen zij niet; zij willen wel naar
den Engelenzang luisteren, als zij maar zóó ver mogen
blijven staan, dat zij wel de muziek, maar niet de woorden
hooren. Haast zou ik zeggen: ik heb liever dat gij er in
het geheel niet naar luistert, dan dat gij er zóó naar luistert;
liever dat gij zegt: „ik wil van het Kerstevangelie niets
weten", dan dat gij glimlachend meent den inhoud daarvan
niet noodig te hebben. Dr. J. A. Cramer.
Wanneer de Engelenzang juicht: „vrede op aarde!" dan
is dat geen mislukte profetie, waarover wel heel licht en
lustig te spotten valt, maar dan wordt daar gesproken van
vrede in menschenharten, van een inrierlijken vrede, die
aan allen anderen vrede toch wel zal moeten voorafgaan.
Prof. Is. van dijk.
Laat ons toonen dat wij geen Kerstfeest kunnen vieren,
zonder dat inde nabijheid van Bethlehems kribbe de eenheid
versterkt wordt tusschen al degenen die dat Kindeken in
onverderfelijkheid hebben liefgekregen.
Prof. Jonker.
In den Zoon een welbehagen, dat is niet voor ons.
In de engelen een welbehagen, dat is niet voor ons.
In de heiligen een welbehagen, dat is ook niet voor
ons.
Maar: in de menschen een welbehagen, ja, dat trekt
ons hart, want wij dragen den menschen en zondaars-
naam J. J. Knap.
Liefde heeft evenzeer een voorwerp als een onderwerp
noodig. God is liefde en dus heeft Hij niet alleen liefde
maar geeft zijn liefde. Er kan geen eeuwige Vader zijn
zonder een eeuwigen Zoon. zijn beeld en afschijnsel.
Fairbairn.
Het verhaal gaat, dat een Grieksch beeldhouwer eens in
bewondering nederzonk voor het gewrocht zijner eigen hand
en een vurig gebed tot de goden deed rijzen om het doode
levend te maken. De bede werd verhoordwarm levensbloed
stroomde door de aderen van het koude marmer heen.
Dit is het verlangen der menschheid: om de idee be
lichaamd te zien in het feit. God is aan dit verlangen
tegemoet gekomen, maar Hij heeft meer gegeven dan in
's menschen hart is opgeklommen. Niet ons ideaal heeft Hij
tot feit gemaakt; het ideaal schonk Hij ons in den Zoon
zijnèr liefde. Prof. H. M. van Nes.
Om verlost te worden is het noodig dat de Heer tot ons
nederdale, want wij kunnen niet tot Hem gaan. Hij moet
afdalen in onze hutten, want wij kunnen niet opstijgen tot
zijn paleis. In één woord: hij moet geboren worden, hij moet
onzer een worden, opdat wij zijns zouden worden. De geheele
blijde boodschap ligt daarin, dat hij ons geboren is, dat
hij ons niet komt bezoeken, maar dat hij ons geboren is,
hij die is de Zaligmaker, de Heer.
Prof. D. Chantepie de la Saussaye.
Het e. v. nummer van den Zondagsbode verschijnt op
den Oudejaarsdag.
De 1. 1. Zondag gehouden extra-collecte heeft opgebracht
f 13.10.
Op den lsten Kerstdag wordt er een extra-collecte ge
houden voor de Kerk.
Tot Notabelen zijn gekozen de H H. J. Koningjbz. (aftr.),
L. H. Schut en T. Paap Jbz.
Onderwerp Zondagsschool 20 DecemberLukas 1.
Zondag 27 December is er geen Zondagsschool.
Zaterdag, 2den Kerstdag, wordt met de Zondagsschool
kinderen het Kerstfeest gevierd, 's middags om 2 uur in
„Ons Huis."
Ingekomen is met attestatie uit Hilversum Dirkje Molen
dijk.
Mevr. P. M. ontving van den Directeur der Centrale
magazijnen van militaire kleeding en uitrusting te Amster
dam een dankbetuiging voor de toegezonden wanten en
handschoenen en van den Commandant der stelling van
Amsterdam een schrijven waarin verzocht wordt ook de
vrouwen en meisjes, die medegewerkt hebben aan het
geschenk der bivakmutsen, vriendelijk dank te zeggen.
Wie zond mij toch op St. Nicolaas dat theekopje van
„Saksisch porselein" en wie zond ons 1.1. Zaterdag die
heerlijke witte seringen (P. M.)
Op verzoek van den evangelisatiekring te Zandvoort, heeft
het Bestuur der Hervormde Stads-zending te Haarlem be
sloten om Zandvoort op te nemen als buitenpost. Ds. Mon-
tijn, die mij dit schriftelijk mededeelde, voegde daar dit
aan toe: „Wij hebben besloten dit te doen, indien althans
de predikant van Zandvoort geen bezwaren heeft tegen
dit werk; en alle schijn of vermoeden dat hier eenige
arbeid tegen de kerk wordt ondernomen, is uitgeschakeld.
Wij vragen dit opzettelijk, omdat er, naar ik meen, wel
eens evangelisatiearbeid in Zandvoort is geweest, die aan
dit euvel mank ging."
Natuurlijk heb ik aanstonds geantwoord dat ik niet alleen
geen bezwaren had, maar dat déze Evangelisatiearbeid op
mijn volle sympathie kan rekenen. Van mannen als Ds.
Montijn, Ds. van Paassen en Ds. Vunderink uitgaande, is
er geen schijn of schaduw van sectarische bedoelingen.
Hartelijk verblijd ik mij er in dat zij en gelijkgezinde
Broeders mij hier een handje komen helpen. Voor de Zand-
voortsche buitenpost is het een echt buitenkansje.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
11-18 Dec. 1914.
Geboren: Evert, zoon van Jb. Kerkman en J. Schaap.
Willemina Adriana Jacoba, dochter van A. Koper
en W. van Toombergen.
(Vervolg.)
Qrooter dan de geldelijke is echter de moreele schade door den
oorlog aan de Zending toegebracht.
De geschiedenis der Zending telt menige droevige bladzijde, waarin
de noodlottige invloed staat opgeteekend, door gewetenlooze blanken,
vertegenwoordigers van zoogenaamde christenvolken, op de inboor
lingen uitgeoefend. Hoe vaak is de invloed ten goede, na jaren van
arbeid en gebed, door den zendeling verkregen, door het slechte
voorbeeld van zijn iandgenooten, die na hem kwamen, in korten
