Laat ons onze onderlinge
bijeenkomst niet nalaten-
FEUILLETON.
Mededeelingen.
Zending,
namelijk betrekking op haarzelf. Indien hij op booze wijze
tot u spreekt, denk dan niet: „Hij haat mij, hij wenscht
mij te wonden". Waarschijnlijk heeft iemand of iets anders
hem boos gemaakt en omdat hij toevallig u ontmoet, stort
hij zijn toorn over u uit. Hij handelt dwazelijk, want elke
boosheid is dwaasmaar daarom moet gij niet onjuist
over hem denken.
Indien gij iets tegen iemand hoort vertellen, herhaal het
dan niet; het zou niet waar kunnen zijn en, ook al is het
waar, is het vriendelijker niets te zeggen. Het is goed
weinig te spreken, beter nog niets te zeggen, tenzij gij ge
heel zeker zijt dat, hetgeen gij wenscht te zeggen, waar,
vriendelijk en hulpgevend is. Indien, het geen gij gaat
zeggen, deze drie eigenschappen niet heeft, zeg het dan niet.
Het is veel beter een klein ding te doen dat direct nuttig
is in het werk van den Meester, dan een groot ding dat
de wereld goed zou noemen.
Gij kunt uw broeder helpen door datgene wat gij met
hem gemeen hebt, en dat is het Goddelijk Levenleer hoe
dat in hem op te wekkenleer hoe u op dat in hem te
beroepenzoo zult gij uwen broeder van het kwaad
verlossen.
Wees altijd gereed hulp te bieden waar het noodig is,
maar meng u nooit ongevraagd in zaken van anderen. Voor
vele menschen is het moeilijkste wat zij in deze wereld te
leeren hebben, om zich te bepalen bij hun eigen zaken
maar dat is juist wat gij doen moet.
Wanneer gij een leerling van den Meester zijt, kunt gij
altijd de waarheid van uwe gedachten beproeven, door ze
naast de Zijne te leggen. Gij kunt uzelf veel helpen door
dikwijls te blijven stilstaan en te denken „Wat zou de
Meester, hiervan denken? Wat zou de Meester zeggen of
doen onder deze omstandigheden?" Want gij moet nooit
doen of zeggen of denken, hetgeen gij u niet kunt voor
stellen dat de Meester doen, zeggen of denken zou.
UitAan de voeten van den Meester" door Alcyone
(J Krishnamurti.) Uit het Engelsch ver
taald door Dr. Raimond van Marle.
Abonnés, die berichten onder de rubriek „Mededeelingen"
willen geplaatst zien, moeten deze, tot nader aankondiging,
vóór Dinsdagmiddag 12 uur, inzenden bij den koster, den
heer K. Terol.
De Catechisatie van Dinsdagavond 7Vü -uur wordt voort
aan op Maandagavond 7'/2 uur gehouden, door Ds. Talma.
De e.v. doopsbediening zal plaats hebben op Zondag
14 Februari. Dan preekt Ds. P. E. Barbas uit Haarlem.
Aangifte moet, onder overlegging van het geboortebewijs
der doopelingen, des Zaterdags te voren geschieden,
's avonds van 8—9 uur in de Consistoriekamer.
Denkt aan de extra-collecte voor de kerk, op Zondag
7 Februari te houden
Aanstaande moeders, die luiermandsgoed noodig hebben,
kunnen dat van de vereeniging tot ondersteuning van be
hoeftige kraamvrouwen ontvangen, wanneer zij zich ver
voegen bij mevr. D. Driehuizen, Hoogeweg. Dit geldt ook
voor de briefjes met verzoek om melk en eieren.
Steun-Comité. Ingekomen is van het Personeel der E. S. M.
f 70.45.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
29 Januari5 Februari 1915.
Overleden: Th. van Opzeeland, 75 jr.
De Nederlandsche Evangeiisch-Protestantsche
Vereeniging.
(Vervolg).
Later kwam, als derde op die avonden, de heer C. Th. van Mels,
geen evangelist maar een armbezoeker, die bij zijn bezoeken toch
ook naast de stoffelijke hulp die hij namens anderen bracht, den
troost des evangelies uitnemend wist te brengen. Nooit heb ik iemand
ontmoet, die meer een levend adresboek genoemd kon worden dan
hij. Letterlijk niemand was er in Amsterdam, rijk of arm, dien hij
niet wist te wonen en waarvan hij gracht of straat en huisnummer
HE BR. 10 25.
De weduwe Toria
..de parel van het Zeemanshuis te Duinkerken.'
door
J. HERMAN evangelist aldaar.
Toria is de naam onder welken al de vrienden
van het Christelijk Zeemanshuis te Duinkerken
haar kenden. Wat was zij een interessant
vrouwtje 1 Zij had in haar leven veel doorge
maakt! Voor dat zij het Evangelie kende, was
zij zelf een verdwaald schaap; haar man was
een dronkaardvan haar dochters en schoon
zonen, die het Evangelie niet aangenomen
hebben, spreken wij hier niet.
Toria zal ik nimmer vergeten. Zij kwam tot
den Zaligmaker onder de leiding van mijn voor
ganger, Ds. J. Chrispeels. Ik ontmoette haar
voor het eerst op een kouden avond van No
vember 1895.
Met vele vrienden van het Zeemanshuis, was
zij bij onze aankomst te Duinkerken aan het
station gekomen, om mij, mijne vrouw en onzen
jongen Noël te verwelkomen. Ik had toen nog
zoo veel moeite mij in het Vlaamsch uit te
drukken, dat ik maar Fransch sprak.
Den volgenden morgen was ik met Ds.
Chrispeels in het Zeemanshuis om het werk
over te nemen, en daar kregen wij het bezoek
van Toria.
Arm vrouwtjehaar hart was vol weemoed,
zij kon het niet langer uithouden, en zij kwam
bij haar vertrekkenden leeraar haar nood klagen.
Zij had de oogen vol tranenveel, van wat zij
vertelde, verstond ik niet, maar dezen zin be
greep ik: -Meneer, ik ben zoo bedroefd dat
gij wegghaot; wat ghaon we met dezen Meneer
hier doen, hi kan geen Vlaamsch klappen',
(praten).
„Zwijg, Toria, en bid luidde het antwoord,
„God zal alles goedmaken" en. Toria die een
wonder van geloof was, ging getroost naar
huis.
Ik kreeg Toria zeer lief en heb haar dikwijls
bezocht. Zij was zeer arm en woonde, nu eens
in een kelder, dan op een dakkamertje. Ik heb
onvergetelijke oogenblikken bij haar doorge
bracht.
Tijdens mijn eerste maanden sprak zij mij
meer dan eens van den Heiligen Geest, die op
de discipelen daalde en hen bekwaam gemaakt
had in talen te spreken.
Wat kon zij mij aanmoedigen, wanneer vrien
den van de waarheid afweken, of wanneer
anderen het werk bemoeilijkten door getwist!
Zij was armte oud om veel te verdienen,
zij leefde grootendeels van de burgerlijke-ge-
meentebedeeling, maar wat heeft zij mij menig
maal doen denken aan de woorden van Paulus:
arm en toch velen rijk makende!" Wat deed zij
veel voor hare kleinkinderenZij kwam niet
naar de vergadering zonder haar penningske
voor de collekte. Op een Zondagavond in de
maand December, nadat de vergadering afge-
loopen was, kwam de godvruchtige Toria bij
mij aan de spreektafel en legde er een half
frankske op neer: ..Meneer, dat is voor het
Kerstfeest". -Och lieve Toria, zei ik, doe dat
toch niet, ge hebt het voor je zelf zoo noodig".
.Meneer, doe mij geen verdriet en aanvaard
dat", was haar antwoord.
Ik zou nog veel van onze nu zalige, heilige
Toria kunnen vertellen, maar ik wil eindigen
met de volgende aandoenlijke geschiedenis:
In de Kerstdagen van 1901 of 1902 was ik
lijdende aan hevige pijn in de lenden, en ik
was genoodzaakt thuis te blijven.
Op een namiddag voelde ik toch een sterken
drang, een bezoek bij Toria te brengen. De
straten waren bedekt met sneeuw, de wind
brulde en het was zeer koud.
Ondanks dit alles, vroeg ik aan mijn vrouw
mij een pakje gereed te maken met verschillende
benoodigheden om een Kerstcadeautje aan Toria
te brengen. Mijne vrouw vond het onmogelijk
dat ik bij zulk ruw weder met mijn lendenpijn,
de stad in sukkelde.
En ik onderwierp mij. Een half uur later
voelde ik mij opnieuw zoo gedrongen naar
Toria te gaan, dat ik mijn verzoek bij mijne
vrouw herhaalde, maar ik stootte mij aan het
zelfde antwoord.
Hoe redelijk en hoe wijs ik den raad van
mijn goede vrouw ook vond, de inwendige
drang Toria te bezoeken, werd gedurig sterker.
Slot volgt.)