Ingezonden
Allerlei.
niet uit het hoofd kende. Ook deze bleef tot zijn dood een vriend
der beide evangelisten.
Klein was de arbeid der broeders in het begin, maar zeer spoedig
breidde deze zich uit. Zij werkten door bijbellezing, zondagschool,
kinderkerk, catechisatie, huis-en ziekenbezoek, en duizenden zijn de
zielen door hen bereikt. De eeuwigheid zal het eenmaal openbaren
voor hoe velen in de hoofdstad hun arbeid gezegend is geweest en
voorzeker zijn zij hierboven reeds blijde door velen begroet, aan
wie zij Jezus en den weg des heils hadden verkondigd en die vóór
hen „door de poorten waren ingegaan in de Stad''.
Geel heeft een rijk gezegend arbeidsveld gevonden o. a. in den
zoogenaamden „Duivelshoek" en Roos bereikte velen door zijn bijbel
lezingen op het Oudekerksplein, terwijl het mede aan zijn werk en
invloed onder de militairen te danken was. dat het Militaire Tehuis
ontstond. Die arbeid onder de soldaten bleef hein altijd heel lief-
Later werd Geel tot directeur van de Marthastichting te Alphen
aan den Rijn benoemd, Een aantal jaren werkte hij daar met zegen
onder die honderden weezen en verwaarloosde kinderen hij had
een echt kinderhart en won hun liefde door zijn vriendelijken lach
totdat de Heer hem tot een hooger leven opriep. Hij was een
zeldzaam beminnelijk man met een kinderlijk, groot geloof en bij
uitnemendheid een man des gebeds. Zijn grootste blijdschap was
Jezus aan de harten van kinderen en volwassenen te brengen
(Slot volgt.) v. L.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
De Oorlog en het Christendom,-
Wie onzer zou niet onder den indruk verkeeren over den
vreeseiijken oorlog, met al zijne gruwelen en het weerzin
wekkend moorden, bij honderden en duizenden tegelijk,
zoodat het hart bloedt bij elk rechtgezinde.
De vraag dringt zich bij mij op, en laat mij niet los,
welke taak hebben wij toch tegenover onze medechristenen
in de andere landen te vervullen, en dan kan het niet
anders, of wij moeten al onze krachten inspannen tot herstel
van den vrede om aan deze ellende een einde te maken.
Er zijn menschen, die den oorlog als een geesel Gods
beschouwen en ik ben het dadelijk met hen eens. dat de
menschheid te veel van zijn goddelijke roeping is afgeweken
en zich te veel in de armen van het materialisme, genot,
gemakzucht, weelde en zedelijke afdwalingen enz. heeft
geworpen, maar wij moeten toch bij deze en in deze niet
blijven, en door boete en berouw komen tot het ware,
schoone en goede: Heb Uw naaste lief „als Uzelf";
met deze woorden voor de oogen verdwijnen alle bezwaren en
alle grenzen en reiken wij broederlijk de hand aan alle volken.
„Heb Uw naaste lief", dit beteekent: geen oorlog,
geen armoede, geen militarisme, geen politie en geen ge
vangenis meer; maar ik hoor U zeggen; zal het wel ooit
daartoe komen, ja, ik geloof het stellig en zeker, dat een
maal het Koninkrijk Gods op aarde zoo ver zal komen,
dat het een groote Christennatie wordt, die opgaat (al zijn
zij onderling verdeeld) tot één en denzelfden machtigen
God; alleen een Christelijke Staatkunde is in staat om aan
ieder gerechtigheid te laten weervaren en voor de toekomst
den oorlog onmogelijk te maken.
De taak van het Christendom is nu dunkt mij, om overal
Comité's te vormen in alle landen, die de handen reiken-
aan onze broeders over de grenzen en een machtig vredes-
propaganda op touw zetten! en welke regeering zou er
niet naar luisteren? ja er staan duizenden te wachten op
één woord, wat den vrede brengen kan.
Geeft den Koning, wat des Konings is en Gode, wat
Gods is, en ieder volk zijn vrijheid.
Zijn er reeds Vereenigingen, die op denzelfden grondslag
werken, dan is aansluiting gewenscht.
Zandvoort, Januari 1915 H. A. KLEIN.
Nederlandsche Anti-Oorlog Raad.
(Opgericht 8 October 1914.)
Lezers van dit blad, heden is het eerste halve jaar van
den oorlog vol. Een vol half jaar staan nu millioenen man
nen in de kracht van hun leven, ontrukt aan hun gewonen
maatschappelijken arbeid en aan hun gezinnen, in twee
reusachtige machtsgroepen tegenover elkander met geen
ander onmiddellijk doel dan om zoovelen hunner „vijanden"
als slechts mogelijk is, dood, verminkt of gewond buiten
gevecht te stellen.
Een vol half jaar offeren deze millioenen gewapenden,
door het sterkst-gespannen ntenschelijk verstand en vernuft
en door de hoogst-opgevoerde menschelijke arbeidsinspan
ning voorzien van afzichtelijke vernielingswerktuigen ter
eigen verdediging, alles wat hun in den weg treedt op aan
hun eischen van zelfbehoud, vernietigen geheele landstreken
en sparen ook kunstwerken niet. Wij zijn ervan overtuigd,
dat niemand uwer zich de gruwelen van den modernen
oorlog zoo groot heeft voorgesteld als zij nu in werkelijk
heid zijn. Maar wij zijn er evenzeer van overtuigd, dat er
niet velen onder U zullen gevonden worden, die niet van
harte verlangen, dat deze oorlog de laatste zal zijn in de
geschiedenis van Europa, en die niet het hunne er toe
zullen willen bijdragen om te voorkomen dat na den thans
woedenden wereldoorlog een nieuwe, nog geweldiger wereld
oorlog zal kunnen uitbreken.
Die gevoelens, gij hebt deze wel geuit, in persoonlijke
gesprekken, in eigen kring; maar ook op andere wijze?
Hebt gij deze gevoelens ook zóó uitgesproken, dat Uw
stem, doordat zij zich samenvoegde in een koor van
anderen, althans kans had te worden gehoord, misschien
niet reeds gedurende den oorlog, maar dan toch wellicht
later wanneer bij den vrede over de toekomst zal worden
beslist
Zoo gij dat nog niet gedaan hebt, doet het dan nu nog!
Immers dat verlangen naar een vrede, die niet een nieuwen
oorlog met zich zal brengen, die gevoelens van protest en
van afschuw, zij leven toch nog in U even sterk als in die
eerste dagen van Augustus, toen zij alle andere gedachten
schenen te hebben verdrongen
Laat dan nü Uw stem hooien Gij kunt dit doen door
U aan te sluiten bij den „Nederlandsche Anti-Oorlog Raad"
(Secretariaat Theresiastraat 51, 's-Gravenhage), wiens stre
ven er in de eerste plaats op is gericht, de vredesvoorstanders
van alle inrichtingen in Nederland te vereenigen in ééne
gemeenschappelijke organisatie, die in samenwerking met
overeenkomstige organisatie's in alle andere landen, welke
onmiddellijk belang bij den aanstaanden vrede zullen hebben,
zal versterken de openbare meening ten gunste van een
zoodanigen vrede, dat daarin niet meer de kiem van een
nieuwen oorlog aanwezig zal zijn.
Wij wekken U op, aan deze beweging Uwen steun te
geven: Uwen zedelijken steun door te zijn een nieuwe
medestander van dien Raad, Uwen financieelen steun door
een bijdrage van minstens f0.25 te zenden, Uwen daad
werkelijken steun, door deze organisatie steeds met nieuwe
elemanten zoodanig te versterken, dat haar stem steeds
grootere kans zal hebben te worden verhoord
Het Bestuur van den
Nederlandsche Anti-Oorlog Raad:
Mr. H. C. DRESSELHUYS, Voorzitter.
J. H. SCHAPER, Onder-Voorzitter.
Prof. Dr. D. VAN EMBDEN.
Mr. Dr. D. A. P. N. KOOLEN.
Mr. V. H. RUTGERS.
Mevr. W. ASSER-THORBECKE, Penningmeesteres
Oosteinde 1, Amsterdam.
Jhr. Mr. Dr. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK,
Secretaris, Theresiastraat 51, 's-Gravenhage.
Verzameld door C. B.
Dienen.
Dienen. Dat woord heeft voor sommigen een onaange-
namen klank. Een jonge dochter, die hare krachten en
bekwaamheid ergens gaat aanbieden, zegt niet dat zij een
dienst, maar dat zij een betrekking zoekt. Dienstbode wordt
zij niet gaarne genoemd. Wat eenigszins aan ondergeschikt
heid doet denken, ergert haar.
Geheel anders is dat bij meer ontwikkelden. Leeraar en
onderwijzer spreken van de jaren dienst welke zij hebben.
Rustend kapitein of generaal bieden bij oorlogsgevaar hun
diensten aan. De hoogstgeplaatste ambtenaar, die eervol
ontslag aanvraagt, verkrijgt dat met dankzegging voor de
in zijne betrekking aan het land bewezen diensten.