NON EX TE.
Voor eiken dag.
Uit de Gemeente-
Het is goed dat men den Heer love en uwen naam psalmzinge, o Allerhoogste!
FEUILLETON.
MISS WESTON EN HAAR
ZEEMANSTEHUIZEN.
(Niet uit u.)
De hovaerdij die maeckt de mensch soo buijten sinnen,
Dat hij door sijn verdienst den hemel seijt te winnen.
Daer pocht, daer trotst hij mee. Arme verwaende sot,
Wat hebt ghij, dat ghij niet ontfangen hebt van Godt?
Ghij selfs hebt geen geloof, en wilt gelooven leeren
Ghij selfs sijt onbekeerl en wilt een aer bekeeren.
Betrouwt op sulc een niet. die wt hem selven spreeckt,
De kaers en geeft geen licht, als men hem niet ontsteeckt.
Anna Roemers Visscher.
Verzameld door C. B.
Het meeste kwaad, dat in de wereld door de menschen
wordt bedreven, wordt eerst bedreven in gedachten. Daarna
wordt het nog eens in gedachten gedaan, en nog eens, en
eindelijk treedt het naar buiten, in de werkelijkheid. En
daarom: wie gedoogt, dat zijn phantasie wordt bezoedeld,
die zal de daad, die net leven bezoedelt, wel zien volgen.
Allen, die ooit iets groots deden, keerden vooraf tot
zichzelf in. Zoo zoekt ook de zaadkorrel, vóór zij het mysterie
van haar groei vertoont aan het oog van den voorbijganger,
eerst in den grond de eenzaamheid.
Kwaadspreken schaadt drie menschenhem die het doet
hem, wien het wordt gedaan, hem, die er naar luistert.
De eerste niet te zijn, noch de laatste dat althans staat
in ieders macht.
In het beweren van sommige ijveraarsters voor emanci
patie, dat de vrouw niet de mindere van den man is maar
diens gelijke, ligt iets onbillijks tegenover de vrouw zelf.
Immers, in de kunst om zich in eens anders plaats te
stellen is de vrouw niet de gelijke van den man, zij is
zijn meerdere de man kan hier leeren van de vrouw,
die aan deze kunst tevens haar meerderheid in menschen-
kennis te danken heeft.
Wat is het lot van iemand, die niet werkt? Een kind
kan het zeggen: zoo iemand gaat zich vervelen. Wat is
verder het lot van iemand, die zich verveelt? Het is wederom
een kind, die het zeggen kan: zoo iemand gaat kwaad
doen. Wat gebeurt er met iemand, die kwaad heeft gedaan?
Ten derde male, een kind kan u dienen van antwoord:
zoo iemand wordt gestraft. En waarmede? Hier kan een
kind geen antwoord geven maar wel de werkelijkheid,
de droefste, de allerdroefste werkelijkheid. Zoo iemand
wordt gestraft, ja, tot in het derde en vierde geslacht. Zoo
iemands heele geslacht gaat soms te gronde. Het ergste
kwaad vloeit uit de traagheid voort.
Dwaas is de onderscheiding tusschen werklieden en
heeren. De mensch is te meer heer, naar mate hij meer
werkman te meer werkman naar mate hij meer
heer is. „Heer" staat niet tegenover „werkman" „heer"
staat tegen over slaaf. En „Werkman" staat niet tegenover „heer"
werkman staat tegenover nietsdoener. Hij is de beste
werkman, die zich tot in elke vezel van zijn ziel heer voelt;
hij is de beste lieer, die den roem zijns levens stelt in
zijn arbeid.
Uren, aan plannenmakerij besteed, maken den mensch
ongeschikt tot minuten van vruchtafwerpenden arbeid.
(Uit: „Verspreide Fragmenten", door Dr. P. H. Ritter.)
Broeder j.m. van Brum melen, Ouderling der Zandvoortsche
Gemeente, heeft zijn attestatie naar Haarlem opgevraagd.
Het officieele papiertje zal hem spoedig worden toegezon
den naar zijn adres in de SpaarnestadOosterstraat 2 rood.
Maar wat op dat getuigschift niet kan vermeld worden,
zij hier neergeschreven: dat het heengaan van dien Ouder
ling een zware slag is voor onze kerkelijke gemeente. Als onze
Broeder deze regelen leest, zal zijn trouwhartig gezicht
wel betrekken. Want hij heeft er nooit van willen hooien
dat iemand hem prees. Dan maakte hij altijd een afwerend
gebaar en, heilig-onnoozel glimlachend, zei hij geen lof
verdiend te hebben, daar hij nooit iets bijzonders had ge-
PSALM 92 1 (Een lied op den sabbatdag.)
Eenige maanden geleden bracht de heer
Velthuysen een bezoek aan de Royal Sailors
Rest te Portsmouth, een der bewonderenswaar
dige Tehuizen voor zeelieden, door Miss Weston
zoo voorbeeldig bestuurd en wier werk over
de geheele wereld bekend is.
Wij nemen uit de Middernachtzendeling de
beschrijving van den Heer Velthuysen over,
die er aan Iaat voorafgaan dat hetgeen hij daar
zag zeker meer tot verbetering van de toe
standen en den geest op de Engelsche vloot
heeft bijgedragen dan alle wetten en verorde
ningen samen.
„Een paar uur brachten wij er door. Wij ge
bruikten er eerst een afternoon-tea. midden
onder de blue-jackets, „de jantjes" die daar in
gezellige groepjes bijeen zaten, onderling, of
met hun vrouw of meisje, in gezellige zaaltjes
met lederen canapé's langs den wand en mooie,
stevige stoelen. Beneden was het groote restau
rant, dat ook voor burgers openstaat. Het ge
heele huis is alcoholvrijal de consumptie
wordt in de inrichting zelf bereid; er is een
eigen bakkerij, waar het brood en de cakes
worden gebakken, een reusachtige keuken, waar
alles op gas wordt gekookt en het aardewerk
machinaal wordt gewasschen en gedroogd;
electrische dynamo's die voor de verlichting
en waterverschaffing zorgen en voor de be
reiding van ijs en mineraalwater. Men maakt
er ook zelf de worst van zuivere grondstoffen,
want, zooals Miss Weston in haar Twinkles,
a bit of good humour" in het laatste nummer
van haar maandblad. Ashore and Afloat" (aan
wal en aan boord) dat we medekregeti, opmerkt
„In love and sausages only one thing is
requiredperfect confidence" (In de liefde en
in worst is één ding vereischte: volmaakt ver
trouwen.)
Van dat maandblad gesproken, verwondert
het ons niet dat het over de geheele vloot
graag gelezen wordthet ziet er heel aan
trekkelijk uit, onderhoudend en geestig, leerzaam
en vol afwisseling geschreven, overvloedig
geïllustreerd. Het blad heeft een oplage van
22 000 exemplaren en op ieder schip van de
Engelsche Marine, ook op de vuurtorens en
lichtschepen, vaste lezers. Maar, om tot het
huis terug te keeren, overal ziet het er aan
trekkelijk uit, licht en lucht in overvloed en
alles naar de laatste eischen der gezondheid
ingericht. Miss Weston heeft een groot ver-
tróuwen in den gunstigen invloed van de
hygiëne en van goede muziek. In de slaap- en
badkamers, in den scheerwinkel, in de school-
zalen, in de naaikamers, waarover straks
waar men ook komt, overal is het even frisch
en helder. Wanneer men deze reuzengebouwen
ziet met hun gezellige vertrekken, de leeskamer
(waar men er niets van zegt als de man, van
de wacht thuis gekomen, soms over zijn courant
of boek in slaap valt) de biljardzalen, de ver
gaderlokalen, de logeergelegenheden met hunne
700 net ingerichte, vrije kamertjes, waar de
man voor een six-pence Iogeeren kan, en de
enorme administratie voor dit alles noodig; ik
zeg, wanneer men dit reuzenwerk, in vier blok
ken huizen saamgevat, ziet, dan kan men zich
niet voorstellen dat van dit alles veertig jaar
geleden nog niets bestond Toen stonden daar
op die zelfde plaats bordeelen waar het geld,
dat in die dagen bij de afmonstering in ééns
werd uitbetaald, met volle handen werd weg
geworpen. Dat was „the battle of the coffee-cup
and the beer mug," de strijd tusschen de koffie
kop en de bierpot. Er waren namelijk eenige
Godvreezende matrozen bij Miss Weston ge
komen (evenals zijzelve geheelonthouder) en
hadden haar gevraagd of het niet mogelijk zou
zijn om dicht bij de dokken een tehuis op te
richten, waar hun makkers voor de verleiding
konden worden bewaard. Aan die roepstem
gaven Miss Weston en haar vriendin gehoor;
zij slaagden er in een van de kroegen daar op
te koopen- Het was een waagstuk, de ruiten
werden eerst bij herhaling ingegooid. Maar de
jantjes wisten het te waardeeren, wat Miss
Weston en haar vriendin met zooveel toewijding
voor hen deden.
Wordt vervolgd). v. L.