Hoe liefelijk zijn uwe woningen, n Heere der Iieirscliaren! Voor eiken dag. FEUILLETON. PSALM 84 2 MISS WESTON EN HAAR ZEEMANSTEHUIZEN. W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de ST00MVERVER1J en CHEMISCHE WASSCHERIJ LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem-Telef. 1561 en 771 Stoomt en verft alle soorten Dames- en Heeren-Garderobe vlug en onberispelijk. IMS- Speciale inrichting voor bet stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen, Verzameld door C. B. Schuldbesef is niet genoeg. Er moet in 't menschen- en kinderhart schuldonrust zijn, schuld ellende. Neen, de zede lijke opvoeding is zoo gemakkelijk niet. Men komt er niet met een preekje. Afkeer van het kwaad is zoo moeilijk aan te brengen. We bepalen ons gewoonlijk tot afkeer van de nare gevolgen van het kwaad. Als die ons maar niet plaag den, zouden we met het kwaad nog wel vrede hebben. Het kwaad voldoet zoo aan al onze zinnelijke en zondige be geerten, het vleit ons, het streelt ons. Maar de eenige be geerte die ons verheffen kon, de begeerte naar heiligheid, die is er niet. We verbeelden 't ons wel, maar 't is zelf bedrog. Arglistig is het hart. Daarom is de bede om een „nieuw hart zielkundig zoo juist en zoo dringend noodig. Maar zal die bede waarachtig zijn, dan moei er al ver nieuwing des harten werken. Het bidden zelf. dat wil zeggenniet het prevelen, niet het uitgalmen, maar het hartgrondig en waarachtig begeeren is al een bewijs van het „nieuwe leven." Je hebt kinderen en menschen, die nooit vragen, nooit kritiseeren, nooit verwerpen, die jaar in jaar uit dezelfde woorden prevelen, gedachteloos, alleen drijvend op wat klanken. Maar het is zeer de vraag, of zij, die nooit vragen., ook wel ooit aan God hebben gevraagd of de nooit kriti- seerenden wel ooit hun eigen zielloos formalisme gekriti seerd hebben en of zij, die nooit verwierpen, wel ooit hebben aangenomen. Krenk uw kinderen toch niet. En vooral niet in tegen woordigheid van anderen. Wij, schoolmeesters, hebben daar ook zoo'n handje van. Dan zeggen we zelfs „Toe jongens, lach dien domkop eens uit, die kent nog niet eens de tafel van zes!" En dan geven we het domme kind prijs aan de harde bespotting zijner medescholieren. „Die dom kopWie is de domste van de twee, hij, die de tafel van zes niet kent, of wij, die het kinderhart niet kennen? Wie zich aan zijn kinderen durft geven, gehéél, doch met de heilige bedoeling om dit als een offer te brengen tot hun heil, hij zal ervaren hoe dit offer, wel verre van tot navolging der verke erde daden te prikkelen, een zegenen den ernst in hen ontwikkelt, een vroegen strijd, een mogen we hopen -- tijdige zegen. Het is hard om te zeggen, maar vaders zijn vaak dom koppen. Ze verstaan hun kinderen niet. Als ze zich de moeite eens wilden geven, naar hun kinderen te zien en naar hun uitingen te luisteren, eens heel oprecht met hen te praten, dan zou waarschijnlijk hun houding tegenover dat jonge goed heel anders zijn. Maar neen, ze volgen alleen hun eigen opwellingen van wrevel, ergernis, woede over allerlei recht kinderlijke „overtredingen" en schelden of slaan er dan maar op los. Daarmee vervreemden ze hun kinderen wel niet van ze de band des bloeds is taai maar ze bederven toch zooveel jeugdgenot en zooveel huiselijke vreugde. Prof. Jelgersma en hij kan het weten heeft eens geschreven, dat nooit het werken iemand zenuwziek maakt, maar wel de onrust, de spanning, de zorg. Mijn eigen er varingen bevestigen deze uitspraak. Natuurlijk heeft onze arbeidskracht haar grens, maar de instortingen in mijn leven zie ik heel duidelijk als gevolgen van emotievolle tijden, tijden van kommer en angst. Het zijn de g-emoeds-kwellingen die ons knauwen. Werk maar, werk maar trouw, volhardend, inspannend. Echter werk met liefde. Laat je werk een vreugde zijn. En dan bevordert het je gezondheid. Op een weiland staan millioenen grasjes en als je die stuk voor stuk vroeg naar wat ze zich nog herinneren van alle regenbuitjes in 't vroege voorjaar, zouden ze daarvan niets meer weten te vertellen. En toch is al dat water niet langs hun gladde lijfjes nutteloos weggevloeid. Ze zijn er van gegroeid. Ze herinneren zich niets meer, maar niettemin is het vergetene in ze. 't Is een deel van hun leven geworden. Wat weet ge, aan feiten, nog van de dagelijksche moeder zorg, waaronder ge groot geworden zijt? Wat weet ge van al de ernstige woorden, door ouders en meesters tot u ge sproken We zeggen het zoo licht, dat al die woorden langs ons weggedropen zijn. Maar ik heb een vermoeden, dat ze ons toch hebben gedrenkt. (Uit: „Jeugdherinneringen" van Jan Ligthart.) (Vervolg.) „O, wat zou ik veel kunnen vertellen uit die oude dagen", schrijft zij in een van haar rap porten. De tooneelen bij de afbetaling van de schepelingen waren verschrikkelijk, inaar ons zeemanshuis was een toevlucht voor duizenden. Wij namen de menschen op, het deed er niet toe in welke conditie, en wij zorgden ook voor hun geld. De man die, aan de toonbank komende om zijn kop koffie te betalen, een handvol goudstukken uit zijn zak haalde, was een be kend type in dien tijd. Wanneer hem dan ge vraagd werd, of hij niet liever Miss Weston voor zijn geld zou laten zorgen, antwoordde hij: „Accoord, ze krijgt alles tot de laatste cent. Hier is het". Meteen legde hij al zijn goudgeld op tafel. „Ik heb ook nog een paar vuile pa piertjes", en hij legde er een pakje banknoten bij. Nog meer teekenend voor die oude dagen was de wijze waarop zij hun vertrouwen in Miss Weston toonden. „We zullen het geld voor je tellen en Miss Weston zal je een kwi tantie geven, dan weet je zeker dat het in orde is." Een kwitantie? denk je dat ik haar be- leedigen wil met een kwitantie te vragen. Hier, het is tachtig pond sterling, geef het haar, bij haar is het veilig Zoo was het in die eerste dagen. Nu is ge lukkig de betaling aan boord veel beter geregeld en de administratie in het Zeemanshuis is zeer accuraat. We zagen beneden in het sousterrein ook groote brandvrije kluizen waar elk matroos zijn eigendom tegen vijf shilling per jaar kan in bewaring geven. Alleen Miss Weston of haar administrateur en hij bezitten den sleutel van het kastje. Komt de man te sterven of geeft hij van uit het buitenland order, dat iemand iets van zijn eigendom mag ontvangen, dan wordt dit voor hem in orde gebracht. Hij weet, dat alles veilig is, al blijft hij jaren weg. Wat de avondscholen voor de matrozen aangaat, Miss Weston zorgt dat ze daarvoor uitstekende onderwijzers heeft en de mannen vinden er uit nemende gelegenheid om rustig te studeeren. Natuurlijk zijn er verschillende klassen en hon derden gegradueerden hebben het aan Miss Weston te danken dat ze goede promotie maakten. Zij is zelf een ontwikkelde vrouw, en meester in de rechten Maar nog meer werden we getroffen door den praktischen geest die er spreekt uit haar zorg voor de vrouwen en kinderen der matrozen. Van den Koning en andere vrienden van haar werk ontvangt ze heel wat stukken goed. waar van dan op de naaikamers door de moeders en anderen de benoodigde kleedingstukken voor vrouwen en kinderen worden gemaakt. Terwijl ze daarmee, onder bekwame leiding, bezig zijn en de schaar en naald leeren han- teeren, wordt voor de kinderen gezorgd. De kleintjes zijn zoolang onder toezicht van een gediplomeerde verpleegster metdenoodigehulp; dat gebeurt ook wanneer er lezingen voor de moeders worden gehouden, bijv. over eerste hulp bij ongelukken, kindervoeding en andere nuttige onderwerpen. Er wordt veel gezongen, ook heeft men een too verlantaarn voor de kin deren en een eigen bioscoop voor de inrichting, Miss Weston pleegt te zeggen, dat ze zich altijd twintig jaar jonger voelt onder de kinderen. Een inrichting van liefdadigheid in engeren zin is het huis niet. Is een gezin in nood. dan verleent Miss Weston wel haar bemiddeling of voorspraak bij andere vereenigingen, maar zelf heeft haar philantropie geen ander karakter dan de menschen den weg te banen om er zich zelf met Gods hulp door te slaan. Voor alles wordt betaald (behalve het onderwijs) maar er wordt geen winst gemaakt. Voorts zijn er vrijwillige bezoeksters, die den bandtusschen het Huis en de gezinnen der matrozen zoeken te onder houden en, zoo noodig. met de matrozen in correspondentie blijven, wanneer de vrouw door ziekte of andere redenen verhinderd is, haar correspondentie bij te houden. Slot volgt.) v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 2