Uit de Gemeente. Mededeelingen. Vragenbus- Allerlei. Duifje Koning—Hollenberg. 1835 -11 Maart—1915. Iedereen kent haar in Zandvoort, de dochter van Leentje Vis, die de eerste badvrouw was in dienst van hetGroote Badhuis, ja de allereerste van het heele strand. Maar ook buiten Zandvoort heeft Duifje ontelbaar veel vrienden en kennissen onder de zomergasten van vroegere jaren. Want 33 jaar lang is zij, in de plaats van haar moeder gekomen, badvrouw geweest. Niet weinigen, die eens aan haar hand spartelden in het zilte water, zullen zich harer nog her inneren. Menigeen, Duifje in de laatste 9 jaren niet meer aantreffende op het strand, zal echter niet weten dat zij nog leeft en Donderdag 11 Maart haar tachtigsten ver jaardag viert. Hoe het haar gaat? Naar omstandigheden goed. Inwonend bij haar oudsten zoon Jan, heeft zij een rustigen levensavond en geniet een liefderijke verzorging, lntusschennu reeds 9 jaren lang is zij aan beide oogen ongeneeselijk blind. Een beklagenswaardige toestandEn toch in haar kamertje moge de oude blinde neerzitten in stikdonkeren nacht, in haar hart is het niet duister. Zij ook de glans der oogen gebluscht, het vriendelijke licht van Gods vertroostingen schijnt helder in haar binnenste. De naam op haar huisje geschreven„Weltevreden" drukt treffend uit de stemming van haar gemoed. De vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, doet haar berusten en stil zijn en hopen op den dag, wanneer zij haar doffe oogen hier beneden voor goed zal sluiten om ze hierboven te openen in het eeuwige licht. Dat die ure spoedig voor haar moge aanbreken, is de hartewenscn van allen die haar kennen en liefhebben en dus het allerbeste niet misgunnen. lntusschen: misschien vertoeft de Heer nog en zal zij haar kruis dus nog wat moeten dragen. Heerlijk, haar daarin te mogen en te kunnen helpen, door haar te toonen dat tal van harten nog warm voor haar kloppen! Mogen velen den 11 den Maart 1915 voor Duifje en haar omgeving tot een feestdag maken! P. M. Openbare Samenkomst op Vrijdag 12 Maart in „Ons Huis", des avonds om 8 uur. Spreker: de WelEerwaarde Heer Ds. C. J. van Paassen, Predikant te Haarlem. Voor verleende hulp van de Wijkzuster is in dank ont vangen: van de Weduwe S. f2.— en van Mej. V. f2.50. De „Zending" moet een week op plaatsing wachten. Steuncomité. Ingekomen van het Onderwijzend Personeel: over de maanden Januari f 18.50 en Februari f 18.van het Personeel E. S. M. over de maand Februari f 53 54. Burgerlijke Stand van Zandvoort. 26 Febr.—5 Maart 1915. Geboren: Krijn, zoon van G. Kerkman en N. Loos. Felix Victor, zoon van G. W. de Graaff en E. C. Füglistahler. Overleden: F. Molenaar, 5 jr. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord). Vraag. Ik lees in mijn bijbel (Matth. 26 36-46) de ons bekende, aangrijpende geschiedenis van den strijd van Jezus in Gethsemané. En in de verzen 40 en 43 lezen wij dat Jezus bij zijn discipelen komende, tot tweemaal toe hen slapende vindt. Hoe weet men nu, dat Jezus steeds diezelfde bede van den drinkbeker heeft herhaald? Er was toch niemand oor-of ooggetuige van zijn strijd. Of heeft Jezus het hun verteld wat hij daar in Getsemané gebeden heeft? Antwoord. Uw vraag is verstandig en getuigt van nadenkend lezen. Dat Jezus het later verteld heeft, gedurende den tijd dat Hij zich na zijn opstanding aan zijn discipelen vertoond heeft, is, hoewel mogelijk, niet waarschijnlijk. Maar die verklaring behoeven wij ook niet te zoeken. Ik stel mij de zaak aldus voor. Lukas zegt dat de discipelen slapende waren van droefheid. Zij hadden veel doorgemaakt de laatste dagen en uren, en de herhaalde toespelingen van Jezus op zijn naderend lijden en sterven hadden hen zeer aangegrepen. Natuurlijk deden zij al wat zij konden om wakker te blijven, na de vriendelijke en roerende bede van Jezus: „blijft hier en waakt met mij".- En dit gelukte ook gedurende eenigen tijd. Zij zagen Hem zich verwijderen en hoorden in de stilte van den nacht duidelijk zijn herhaald en worstelend bidden en smeeken. Maar na een poos werd de slaap hun te sterk, hoezeer zij er ook tegen worstelden. Eerst hoorden zij de woorden van Jezus nog als uit de verte en eindelijk niet meer.Daar stond Jezus weder bij hen en zeide: „Kunt gij dan niet één uur met mij waken?"—Diep beschaamd namen zij zich voor ditmaal wakker te blijven en in het eerst ging dit ook goed. Weder hoorden zij de smeekbeden van Jezus en zagen zelfs den Engel die Hem versterkte in den strijd. Maar ook ditmaal overwint de slaap. „Hun oogen waren bezwaard". En als Jezus wederkomt, vindt Hij hen wederom slapende, En als Hij hen voor de tweede maal wakker maakt, weten zij niet wat zij Hem zullen antwoorden, (Mark. 14 40) zóó beschaamd zijn zij over hun gebrek aan waakzaamheid en deelnemende liefde, waaraan Jezus zóózeer behoefte had. En ditzelfde herhaalt zich nog eens. Zóó wordt alles duidelijk. Hoe menigeen heeft iets dergelijks niet onder vonden gedurende het eenzame waken aan een ziekbed in de stille uren van den nacht of zelfs -- om een nog meer voorkomend voorbeeld te nemen in de kerk, onder de prediking, vooral in de avondkerk. Men worstelt, men hoort als in een droom, de oogen vallen toe, tot men op eens met een schrik wakker wordt en angstig rondziet of de omzittenden onzen slaap ook gemerkt hebben, terwijl men met zorg zich afvraagt hoelang deze wel geduurd heeft. v. L. (Uw tweede vraag wordt in het volgend nummer beantwoord.) Verzameld door C. B. Fooien. Men ijvert vaak tegen fooien. Zeker, er zit kwaad aan vast. Maar toch ook, zoo'n enorme massa levensgeluk wordt in die kleine schenkingen dagelijks onder de menschen verspreid. Ik geef ze graag, omdat ik ze altijd zoo graag ontvangen heb. Een paar centen, en een lange, zware terug weg werd verkort en verlicht. En dat zou nooit bereikt zijn door een vast loon, al wil de redeneerzieke mechanicus dit ook beweren. Een gulden meer weekloon is niet hetzelfde als een gulden fooien. Zoo iets meent en verdedigt alleen de kortzichtige in-mekaar-zetter van 't leven. Die verhooging van weekloon wordt al gauw een stuk gewoonte, niet meer gevoeld, niet meer gewaardeerdniet meer een levensvreugde. En die langzaam bijeen gekregen fooien, opklimmend tot bij, tot aan den gulden, maken de heele week goed, dag aan dag, geven telkens een geluksemotie. (Jan Ligthart.) Gij zult niet begeeren. Sluit voor Begeerte uw graegh gezicht Zy loert, zy loert, om in te vaeren. Sluit d' oogen, vensters van het licht, Indien ghy wilt uw hart bewaeren. (Vondel.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 3