Leestafel. uit den aard vrijwel alleen onder vreemdelingen zou worden gehouden. Het einde der gevoerde discussie was, dat de openbare collecte niet zal plaats hebben. Ik heb er geen berouw van tot dat besluit het mijne te hebben bijgedragen. Integendeel, ik blijf van gevoelen dat het Steun-Comité zich flink van zijn zware taak heeft gekweten en goed doet de nog in kas zijnde gelden aan te wenden ten bate van de gezinnen der gemobiliseerden. Maar terwijl verdere uitdeeling thans niet noodig is en, gegeven het drukke seizoen, voorloopig overbodig geacht kan worden, oordeel ik het beslist verkeerd nü reeds po gingen aan te wenden om geld te krijgen, voor het geval ons Steun-Comité straks weer zal moeten voorzien in den nood der door den oorlog getroffene, onderstand behoevende inwoners onzer gemeente. Ik zegvoor het geval zulks weer zal moeten plaats hebben. Want dit staat nog allerminst vast. Niemand kan zeggen wat de toekomst, ook de naaste toekomst, brengen zal. Tot dusverre zijn nog alle voorspellers met een langen neus thuis gekomen. Maar, ook al duurt de oorlog voort, dan staan de Zandvoorters tegenover de daaruit voor hen voortvloeiende gevolgen toch héél anders dan verleden jaar. Toen kwam de slag onverwachts en bracht de plotselinge exodus der badgasten een geldelijke schade mede, waar tegen niemand zich heeft kunnen assureeren. Nü is men in de gelegenheid allerlei voorzorgen en maatregelen te nemen, met 't oog op een aanhoudenden oorlogstoestand en wordt er in Zandvoort méér geld verdiend dan ooit het geval is geweest. Alles is verhuurd en tram, trein en aller hande vervoermiddelen brengen dag aan dag een stroom van passanten in de badplaats. Niemand kan ook maar bij benadering berekenen wat zij verteren. Maar het móét, alles samengenomen, een kolossaal bedrag zijn. Daarvan kan, neen, daarvan moét heel wat overgelegd worden voor den komenden winter. Nu reeds collecteeren voorhetSteun-Comité zou, m.i. zijn: een premie zetten op hetmaar-raak-uitgeven van het verdiende geld, het in het uitzicht stellen van onder steuning, terwijl veeleer moet aangedrongen worden op spaarzaamheid en bezuiniging. De prijzen der levensmiddelen stijgen voortdurend. Daarom niétweest getroost, straks gaat ge maar weer naar 't Steun-Comitémaarkeert iedere cent, die ge nu verdient, 2 maal om eer ge haar uitgeeftSparen is de boodschapHet is niét gezegd dat gij in den komenden winter door een Comité zult kunnen geholpen worden P. M. Kunnen vrijzinnigen in de Neder- landsche Hervormde Kerk blijven door T. A. van der Vlies, Ned. Herv. Predikant. Rotterdam 1915, Brusse's Uitgeversmaatschappij. Prijs 25 cents. De Predikant van Poortugaal en Albrandswaard, die nog geen tien jaar in het ambt is, treedt in zijne, ons ter re censie toegezonden brochure, als kampioen voor de vrij zinnigheid op. Vermoedelijk zal hij daarvan niet veel vol doening hebben. Want het geschriftje is gesteld in zulk een afkeurenswaardigen toon, dat zoowel „orthodoxen" als „modernen" zich voor hun collega uit Poortugaal ten zeerste hebben te schamen. Het is, om de eigen woorden van den schrijver te gebruiken, eene „opeenhooping van holle frazen en bombastische termen". Er spreekt zulk een venijnige haat jegens andersdenkenden uit, dat het een raadsel is hoe hij het durft te bestaan van „verdraagzaamheid" te spreken. Ik zelf ben allerminst een voorstander van het uitdrijven der vrijzinnigen uit onze Kerk. En ik steek dit gevoelen nooit onder stoelen en banken. Maar als dat nu „vrijzinnig heid" is, wat Ds. v. d. Vlies voorstaat, dan zou ik er in het vervolg toch anders over denken. Gelukkig weet ik beter. Bovengenoemde brochure is geen staaltje van echte vrij zinnigheid, maar van verregaande zwak-zinnigheid. Toch zal ik geen poging doen om althans het karakter van mijn collega nog te redden door ontoerekenbaarheid voor hem te pleiten. Dat belet mij zijn door-en-door onwaarachtige verdediging van het gebruik van den term „Gods eenig- geboren Zoon". De „geest en hoofdzaak" dezer belijdenis omtrent Jezus is, zegt de schrijver, dat „deze Zoon van God inderdaad eenig in beteekenis geweest is". En dan durft iemand, die zoo knoeit en draait, zich nog op te werpen als beschermer van de waarheid Het is zuiver boerenbedrog, of, om de kwalificatie die deze vrijzinnige wildeman van de orthodoxie geeft, te gebruiken: Jezuitisme. P. M. Het Evangelie in Spanje, orgaan van de Vereeniging onder dien naam, Juli 1915. De Inhoud van dit nummer is In memoriam Don Enrique del Pino. Malaga. Cartagena. Een nieuwe vertaling van het N. T. Een colporteur in de gevangenis. Een nieuwe Kerk te Madrid. Lezingen te Madrid. Een tooneel uit de middel eeuwen. De eerste protestantsche begrafenis in Jaen. Voorts een opgave van ontvangen giften en contributies van 1 Januari tot 30 Juni 1915. Vinde ook deze aflevering vele aandachtige lezers en moge de sympathie voor den arbeid der Vereeniging „Het Evangelie in Spanje" er door worden vermeerderd en verhoogd. Ook bij de lezers van den Zondagsbode, onder wie er stellig nog wel velen zijn, van wie voor dit gezegende werk nog geen gift of contributie kon worden geboekt. De abonnementsprijs van het blaadje bedraagt f 1.50. De penning meester der Vereeniging is Jhr. Dr. M. F. van Lennep te Aerdenhout. P. M. „Licht en Liefde", voor allen die daaraan behoefte hebben. Maandblad onder redactie van Hilbrandt Boschma, Ruurlo. De Evangelist van Ruurlo is door zijn boekje „Oorlog en Christendom" „ont-dekt" geworden. Voor velen was die ont-dekking reden tot ergernis. „Licht" is goedmaar het moet vooral niet al te licht zijn, want hoe lichter het licht is, des te duisterder blijkt de duisternis. En het licht, dat die brochure op ons christendom werpt, is voor ons christen dom allesbehalve flatteerend. Dat was natuurlijk voor velen, die met der christenen christendom niet weinig zijn inge nomen, reden genoeg om den Schrijver hun christelijken rug toe te keeren. „Liefde" is heerlijk. Maar dan lieve, beverige liefde. Van strenge, onbarmhartig-strenge liefde, willen tal van lieve broeders en zusters niets weten. En de liefde, die in de brochure aan het woord is, is allesbehalve week en zoet en slap. Daarom hebben velen dat geschrift verontwaardigd ter zijde gelegd. Daarbij kwam dat die Boschma niet eens dominé is. Hij is „evangelistNog wel ergens in de hei. Wat verbeeldt zoo'n man zich wel Maar diezèlfde brochure gaf ook talloos velen het sterke besef dat daarin iemand aan het woord is die spreekt als machthebbende en niet als de schriftgeleerden. Zij gevoelden dat die Evangelist van Ruurlo den toestand zag in het ware licht en juist uit waarachtige liefde zulke harde dingen zeide aan het adres van ons christendom. Diep onder den indruk van zijn eenvoudig, helder, overtuigend woord, dat hun een openbaring was, dankten zij den Schrijver en zij gaven den ontvangen zegen door, opdat ook anderen de oogen zouden opengaan. Op het laatste provinciaal N. H. Zendingsfeest te Benne- broek zou ook de Auteur van „Oorlog en Christendom" spreken. Ik heb hem gehoord en door zijn gesproken woord heeft hij mij, die door het geschrevene nog niet geheel was gewonnen, diep getroffen. Welk eenesympathieke verschijning! Absoluut geen pathos niets aanstellerigs. Precies het contrast van den met glimmende zelfvoldaanheid oreerenden dominé Wisse. Boschma sprak over: „Steenen voor de wielen van den Evangeliewagen". Hij zei rake dingen en hij zei ze zonder de minste jacht op effect. Ik zag sommige brave toehoorders boos worden en hoorde hen woorden van ver ontwaardiging spreken. Natuurlijk. Ook op een zendings feest hebben de bezoekers liever een slokje suikerwater dan een hap zout. Er waren er die zeiden dat hij veel te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 4