2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 22 Augustus 191S. Mededeelingen. Vragenbus. Ziekte en dood, dat is de weedom der menschheid niet, maar: het leelijke en het slechte, de zielsdorheid, het kleine denken, het vreesachtig willen, het ver zijn van God, het ledig zijn van groote en schoone neigingen. F. van Eeden. Versta het wel, het eeuwige leven is niet maar het leven der toekomst. De eeuwigheid omspant het heden en het verleden, evenzeer als de toekomst. De eeuwigheid wij leven er in. Naville. De eigenlijke zonde is het nalaten van het gebed. Franz von Baader. „Door de veelheid uws koophandels hebben zij't midden van u met geweld vervuld, en gij hebt gezondigd". Zoo klonk het profetenwoord tegen het oude Tyrus (Ezechiël 28 16). Vergeten wij 't niet! In veel handel schuilen veel verzoekingen. Zorg voor uw zaken. Maar zorg ook voor uw ziel. En laat uw ziel ook de ziel van uw' handel zijn. Skovgaard—Petersen. De trouw in de hoogste liefde, die liever alle lagere vormen der liefde opoffert, dan de heiligheid der hoogste liefde te krenken, juist die trouw kunnen we slechts aan- leeren door in alle lagere vormen der liefde getrouw te zijn. Robertson. Zandvoort. De extra-collecte, 1.1. Zondag voor de Kerk gehouden, heeft opgebracht f 17.89. De extra-collecte, Zondag voor 14 dagen voor het Haar- leinsche Diakonessenhuis gehouden, bedroeg, gelijk werd medegedeeld f48,04. Dit bedrag is door E. aangevuld tot f50.—, terwijl J. S. te Zandvoort daar nog f 10.—bijvoegde, zoodat het totaal f60.— bedraagt. De e.v. Doopsbediening is bepaald op Zondag 5 September. Het druppelt maar door. Na N. N. en X en 2 Ij's en L. kwam nu een dikke droppel van H. in den vorm van f ïo.— voor de Kraamvrouwenvereeniging. Als de bui nu maar loskomt! Wat zou door een plas regen van tientjes de donkere toekomst der Kraamvrouwen vereeniging opklaren en wat zou het bedrukte gezicht van Mevr. P. M., die dat geld administeert, ophelderen en wat zou dat vele al te bezwaarde beurzen verlichtenIk weet nog een massa letters van het alfabet, waarmede namen van gegoede Zandvoortsche ingezetenen beginnen, en die zich nog maar altijd koest houden. Deze waarschuwing mogen ze beschouwen als een sommatie om nu eens ein delijk voor den dag te komen Van de familie v. S. werd, voor genoten hulp van de Wijkzuster f5.— ontvangen. Zuster Dina heeft met verlof de Gemeente verlaten* Jammer voor de zieken. Maar goed voor haar, die haar arbeid zóó trouw verricht. Haar vacantie is geen luxe, voorwaarMaar brood- noodig om uit te rusten en nieuwe krachten te verzamelen voor den komenden tijd. Nu zal Zandvoort nog eens weten wat het is geen wijk verpleging te hebben. Dat gemis zal weer leeren te waar- deeren wat wij bezitten. Moge onze wijkzuster echt uitgerust straks in ons midden wederkeeren. Burgerlijke Stand van Zandvoort. 13—20 Aug. 1915 GeborenWilhelm Marie Eduard Carl, zoon van W. A. F. Schot en M. H. A. J. E. Richter. Bloemendaal. Aan de Christelijke School voor M. U. L. O. te Bloemen daal, is als onderwijzeres benoemd Mej. M. C. M. Duyfjes, inplaats van den heer A. Jungerius, die benoemd is als hoofd der op 1 September a.s. te openen Protestantsche School te Heerlen. Met attestatie zijn ingekomen Geesje Bregman, van Santpoort. Hendrikus van Brummelen Maria van Amerongen van Uoorn Jan van Rootselaar, van Haarlem. Attestatie is gevraagd door Stoffelina Cornelia Bal, naar Utrecht. Geert Boerma, naar Paterswolde. Burgerlijke Stand van Bloemendaal. GeborenAlijda Diderica, dochter van D. Blankevoort en A. J. Stephan. Metje Anthonia, dochter van A. Heystek en H. van Wijk. Antonius Johannes Marie, zoon van A. G. Roozen en J. F. A. Heiligers. Johanna Hermanna, dochter van G. Visser en N. van der Oord. OndertrouwdG. D. Smitshuysen en G. Bakker. Getrouwd: J. N. Hendrix en A. M. W. Rijnierse. A. de Waal Malefijt en H. A. Bersee. Overleden: M. G. Stoetman, 62 jaar. (Voor de Abonnés.) Vraag. In Deuteronomium 34 5 en 6 staat dat Mozes op den berg Nebo stierf. En dat God zelf hem begroef en niemand zijn graf ooit heeft geweten. Maar hoe weet men dan dat God hem begroef en waar dat gebeurde, daar er toch niemand bij tegenwoordig is geweest? Antwoord. Dat Mozes op den Nebo sterven zoude, wist hij vooruit. Zie Numeri 27 vs. 12, 13. Deuter. 32 vs. 49, 50. Mozes heeft dat aan zijn volk medegedeeld, volgens Deut. 3 vs. 26 en 27. Dat God-zelf Mozes begroef leidde men af uit zijn heengaan naar den Nebo waar hij alleen met God was en vanwaar hij niet is wedergekeerd. Inplaats van Hij begroef hem kan men echter ook vertalen: men begroef hem. Dan beteekent het bericht dat niemand ooit Mozes graf heeft geweten; dat de plek waar hij begraven is, naderhand geheel in vergetelheid is geraakt. P. M. Vraag. De eisch is dat wij onze vijanden moeten liefhebben. Kan dat? Als wij hen nu nog moesten verdragen-, maar hoe kunnen wij hen liefhebben? Antwoord. Inderdaad schijnt in Mattheus 5 vs. 44 het boven-menschelijke van ons te worden gevorderd. In- tusschen: Hij, die dit voorschrift geeft, heeft het zélf in beoefening gebracht. Christus heeft zijn vijanden waarlijk liefgehad. Of wij het daarom ook kunnen? Alles hangt, ook hier, af van onze verhouding tot Hem. Uit onszèlf zijn wij er stellig niét toe bekwaam. Maar in de levensgemeenschap met Hem opgenomen, vermogen wij alle dingen. Want dan deelt Hij ons Zijn eigen leven mede en stelt ons zoo in staat Zijn voorbeeld te volgen. Hij eischt niets, wat Hij niet eerst heeft gegeven. Hij maakt hen, die door het geloof met Hem zijn verbonden, tot kinderen Gods. En wijst hen dan op hun Vader die in de hemelen is. Die Zijn zon doet opgaan over boozen en goeden en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Als het niet kón, zou Jezus niet gezegd hebbengij móet. Maar Hij zegt niet dat het moet, zonder ons ook gezegd te hebben dat onze bekwaamheid is in en uit Hém.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 3