2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 19 Septemberi915. Mededeelingen. Uit de Gemeente. Zending. Zandvoort. Donderdag, 23 September, heeft 's morgens om 11 Va uur de Huwelijks-inzegening plaats van Willem Johannes Dank- meijer en Jacoba Weber. Maandag 27 September heeft, 's nam. 5 uur in „Ons Huis", de inschrijving van nieuwe leerlingen, van 12—17 jaar, voor de Naaischool plaats. De Vrouwenkrans opent Maandag 4 Oct., 8 uur, in „Ons Huis" zijn samenkomsten. Ds. P. M. houdt eiken Woensdagochtend van 1012 en eiken Woensdagavond van 79 spreekuur. De Godsdienst lerares houdt haar spreekuren in de Pastorie eiken Maandag van 8 10 's avonds. Mevr. P. M. ontvangt eiken Woensdagmiddag. Met Oc tober te beginnen, zal de ontvangdag alleen zijnden éérsten Woensdag van iedere maand. Burgerlijke Stand van Zandvoort. 10—17 Sept. 1915 Ondertrouwd: H. Bos en E. van den Bos. GeborenMaartje, dochter van D. Molenaar en A. Paap. Errit Johan Theodoor, zoon van E. J. Vellema en J. M. A. Verhaar. OverledenA. C. Dalman, 8 maand. M L. Wüst, 5 jaar. A. Molenaar, 77 jaar. Bloemendaal Attestatie is gevraagd doorGerrit Kuyt naar Dordrecht. Bernard Antonie Dammers en Anna Cornelia Swart naar IJmuiden. Burgerlijke Stand van Bloemendaal. OndertrouwdJ. P. Koelemeij en J. M. Preenen. GetrouwdJ. J. van der Moolen en J. Bosgraaf. Overleden M. Brak, 71 jaar. G. Kunst, 44 jaar. P. H. de Leeuw, 66 jaar. J. Kraaij, 66 jaar. H. Bon, 74 jaar. H. J. Helmink, 34 jaar. Bloemendaal. Een benoeming. (Vervolg.) Nog even moet ik verder vertellen, hoe het gegaan is met de benoeming van een nieuw hoofd der school te Bloemendaal (er was toen maar één school, in 1786), in- plaats van den overleden meester IJsbrand Hogerbeets. Volgens besluit der vergadering van Kerkeraad en Schout en Schepenen, werd eene advertentie geplaatst in de Haar lemmer Courant, waarbij „bekwaame subjecten" werden uitgenoodigd te solliciteeren. Er hebben zich 35 gegadigden aangemeld. Achtereenvolgens hebben deze allen zich aan het volgende examen moeten onderwerpen. De Kerkeraad en de „Achtbare Magistraat" gingen in de kerk zitten (na tuurlijk op een of anderen dag in de week) waar dan de meesters om de beurten een paar versjes moesten zingen. Dat moest uitwijzen, of ze geschikt waren om voorzanger te zijn. Meer dan eens bleek het meesterschap in het zingen niet grooter sukkelde nog al eens zoo'n solo-zanger van de wijs af. Na die proeve van zangkunst werden de mees ters verzocht in de consistorie te komen. Daar kwamen hun „pronkschrivten" voor den dag de beroemde, met krullen en slingers om alle hoofdletters, en met prachtige tirelantijntjes om elk letterdeel dat boven of onder de regels uitstak. Maar de „Achtbare Magistraat" had kwade ver moedens bij het zien van al dat fraais en verzocht plot seling de sollicitanten „in onse tegenwoordigheid voor de vuijst" te willen schrijven. Je kon nooit weten, nietwaar Misschien waren die „pronkschrivten" wel door anderen geschreven. Of dat achterdochtig denken recht van bestaan had, heb ik niet kunnen uitvinden. Wel zijn er na die schrijfproef terstond velen te licht bevonden. En na aftrek van de meester-zangers, die geen wijs konden houden of te hard schreeuwden, werd een drietal opgemaakt. Dat bestond uit den „Schoolmeester en Voorzanger" te Catwijk aan Zee dien te Delfsgaauw, en dien „in de oude Loosdrecht". Naar elk van die plaatsen werd een gezant schap gezonden van twee personen, om inlichtingen in te winnen naar gedrag en wandel der meesters. Zoodra mogelijk hebben die afgezanten „een favorabel rapport" uitgebracht aan Kerkeraad en Magistraat. Maar tevens moesten zij mededeelen, dat de candidaat uit Loosdrecht al vast voor een benoeming had bedankt. Hij bleef liever te Loosdrecht. Daarom werd in zijn plaats op het drietal gezet de meester uit Zunderdorp. En daarop werd het aldus aangevulde drietal uitgenoodigd, om nóg eens te komen zingen en voorlezen. Nu niet alleen voor Kerkeraad en Gemeenteraad, maar „voor een aanzienlijk aantal toehoorders van alle plaatsen samengekomen Ze kwamen, Ze zongen. En wrijf nu eens goed uw oogen uit ze werden „geëxamineerd in het Sijfferen." Werkelijk waar. Ze moesten sommetjes maken. En om die op te geven en na te zien was uitge noodigd meester Rijperman „Schoolmeester in het naburig Velzen". Deze collega had de vereerende opdracht gaarne aanvaard en na de zangproef in de kerk gingen de drie uitverkoren zangers naar de school, om examen te doen in het rekenen. Toch wel een goedige bereddering: drie mannen, die reeds hoofd eener school zijn, examen doende in het maken van sommetjes, hen door een ander hoofd uit de buurt opgegeven! Maar misschien gebeuren er in onzen „verlichten" tijd ook wel dingen, wier wijsheid wij bewonderen, maar waar van die na ons komen, de zonderlingheid zullen zien. Dat zonderlinge van zoo n rekenexamen werd in het minst niet gezien door de slachtoffers of door wie het voorschreven. Nu konden ze immers op goede gronden een keuze doen? Ze hadden gezongen, gelezen, geschreven, gecijferd. Toen mochten ze een poosje gaan wandelen. En intusschen be raadslaagde Kerkeraad en Magistraat. Daarvan was het resultaat, dat met „eenparige verkiezing" tot opvolger van Hogerbeets werd benoemd Cornelis Bakker, schoolmeester en voorzanger te Delfsgaauw. Onmiddelijk werd deze ter vergadering geroepen. Daar werd hem zijn benoeming meegedeeld. En meteen gevraagd of hij die aannam- „Het welk zegt de oude Kroniek door hem met veel aan doening en blijschap geschied is". Was het een goede keuze? Daarover vertel ik een volgende keer verder. (Wordt voortgezet.) BI. J. A. v. L. Wat zegt gij TEGEN de Zending Zeg het niet VII 10. Zeg niet: tegen één die het Evangelie aanneemt, zijn er toch honderd die het verwerpen. Zóo worden hun schuld en oordeel verzwaard. Het is dus vriendelijker om weg te blijven. Een vreemd argument, voorwaar. Als dat zoo is, doen wij beter onze kerken en zondagsscholen te sluiten, onze bijbels te verbranden, eenige afgoden uit Indië te laten komen (de menschen willen toch iets hebben) en ons nederlandsche volk als heidenen op te brengen want indien wij hun het Evangelie brengen, verzwaren wij hun verantwoordelijkheid en vermeerderen de schuld en het oordeel van hen die het verwerpen 1 Hoe kunnen wij ook zoo onvriendelijk zijn om onzen kinderen te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 3