Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen No. 32 ZONDAG 5 December 1915 4de Jaargang, Predikbeurten. Het dal der moerbeziënboomen. DE ZONDAGSBODE VOOR VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Per Jaargang voor Zandvoort en Bloemendaal f 1.50 elders (franco) 2.50 Afzonderlijke nummers0.05 R E D A C T I E G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr. Dr. M F. VAN LENNEP - Aerdenhout J A VAN LEEUWEN - Bloemendaal Mej. C. BIENFA1T - Aerdenhout Adres voor de Administratie: P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27 PRIJS DER ADVERTENTIËN: 1—5 regelsf 0.55 Elke regel meer0.10 Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Ned. Herv. Gem. Zondag 5 December 1915. Zandvoort, v. m. 10 uurDs. G. POSTHUMUS MEYJES. (Doopsbediening.) Bloemendaal, v.m. 10 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN. 's avonds uur: GEEN DIENST. Welgelukzalig is de mensch, wiens sterkte in U is, in wiens hart de ge baande wegen zijn. Als zij door het dal der moerbeziënboomen doorgaan, stellen zij hem tot een fonteinook zal de regen hem gansch rijkelijk overdekken. Psalm 84 6 en 7. Daar zag de dichter de reizigers in zijn geest naar Jeru zalem optrekken. Van alle zijden hadden zij zich op weg begeven naar de stad des grooten Konings en zoo nu en dan werd het optochtslied door hen aangeheven. Wel waren er velen, die zich derwaarts spoedden, maar er was nog zulk een groot verschil in stemming onder degenen, die optrokken. De een had een vermaak in de reis, zoo rijk aan afwisseling. Anderen hadden meer een begeerte om het schoone Jeruzalem met zijn heerlijken tempel te zien maar er waren er ook, die eene begeerte hadden om er den Heer, den God der heirscharen te ontmoeten. Die laatsten prees hij welgelukzalig. In hunne harten werden de gebaande wegen gevonden, waarop zij hunnen God zouden ontmoeten. De eersten werden teleurgesteld als zij in het moerbeziëndal kwamen de tweeden begonnen zich daarin de moeiten der reize te beklagen maar de laatsten vonden ook daar eene heerlijke vertroosting. Wij zullen dit beter kunnen begrijpen, als wij de kantteekening nazien en dan bemerken, dat wij voor „dal der moerbeziënboomen" ook kunnen lezen „dal der tranen Zeer zeker is de laatste vertaling juister, gelijk wel uit het vervolg van het zevende vers blijkt. Het was eene plaats, waar elke verfrissching hun ontbrak en te midden van dit gebrek stelden zij den Heer tot eene fontein en door Hem werden zij rijkelijk begenadigd. Ja, zoo weer klonk het in de ziel van den dichter: Welgelukzalig is hij, die den Heer kent, en op Hem zijn vertrouwen stelt. Mogen de anderen gaan klagen, gaan murmureeren en dreigen te bezwijken, zij daarentegen worden met heerlijke weldaden begiftigd. Neen, het is niet zoo, dat de smart zelve hun tot troost is, en zij doen niet als degene, die er een vermaak in heeft, de wonden te bezichtigen en zichzelven in het dragen en doorstaan der smarten te verheerlijken, maar de onder steuning, de troost en sterkte, die zij er van 's Heeren wege genieten, stemt het hart tot ootmoedigen, maar tevens blijden i dank. Juist in dit dal wordt de Heer hun tot een rijke bron van troost en zegen uit Hem vloeit hun heil en sterkte en zij danken Hem voor deze weldaden. Zij worden er door versterkt en zoo in staat gesteld de reis voort te zetten ja het is alsof zij krachtiger zijn geworden. Hoe meer zij Sion naderen des te steviger staat hun voet en naar mate zij duidelijker in de verte de omtrekken der heilige stad bespeuren, bewegen zij zich met vaster gang naar de aan spraakplaats des Heeren. En eindelijk, na de laatste berg hoogte te hebben bestegen, ligt daar Jeruzalem voor hen. Nog slechts betrekkelijk weinige schreden hebben zij te doen, en dan roepen zij het elkander met van vreugde stralende gezichten toe Onze voeten zijn staande in uwe poorten, o Jeruzalem. Het doel der reis is bereikt. Is het wonder, dat de dichter dit gedeelte van zijn lied met deze bede beslootHeer der heirscharen, hoor mijn gebed neem het ter oore, o God van Jacob Immers dit was nu zijne begeerte om tot diezelfde feestvierende schare te mogen behooren, in wier hart de gebaande wegen zijn. Maar er is nog iets anders, hetwelk deze beschrijving voor ons zoo treffend maakt. De apostel Johannes teekent ons in de Openbaringen, aan hem gegeven, het optrekken der schare, die niemand tellen kan, naar het nieuwe en hemelsche Jeruzalem. Wie behooren daartoe? Zij, die uit de groote verdrukking zijn gekomen die het woord in hun leven bevestigd hebben gezien, dat men slechts door verdrukking het Koninkrijk Gods kan binnen gaan. Zij zijn ook door een tranendal gegaan, maar zij hebben daarin ook de ondersteuning des Heeren gesmaakt. In dat dal was Hij hun tot een fontein. Zij weiden ei in verkwikt en versterkt. Hun geloof werd er in beproefd, maar ook tevens gesterkt en daardoor werden zij krachtiger, naarmate de reis meer opkortte. O, let eens op de reizigers in dat dal. Slaat hen eens gade en merkt er eens op, wat er gebeurt met hen, wier sterkte in den Heer, hunnen God is. Waar anderen in dofheid, in verslagenheid, soms der wanhoop nabij ter nederzitten, daar mogen zij zich verblijden in des Heeren goedertierenheid en spreken over Zijne verborgen ondersteuning. Voorzeker, zij doorwandelen het tranendal niet zonder smarten, maar aan de andere zijde wordt het voor hen een plaats van verkwikking. Zoo gaan zij voort van kracht tot kracht, gesterkt door den Heer, hunnen God. Klinkt het in hunne ooren Zeg den kinderen Israëls, dat zij voorttrekken, dan nemen zij in 's Heeren kracht den reisstaf weder op. Zij weten het, elke schrede brengt hen nader bij het nieuwe Jeruzalem, dat zij eens aan de hand W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHER1J J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem - Teief. 1561 en 771. Stoomt on verft allo soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving an onberispelijk. iar Speciale inrichting voor hot stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen, -«o

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 1