B[j alles wat aan kinderen geleerd wordt, verzuimt men gewonnlijk dithen te LEEREN rusten op Zondag. FEUILLETON. Voor eiken dag. Mededeelingen. van den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs zullen binnentreden. Straks staan ook hunne voeten in de poorten er van en terwijl zij nog op reis zijn, en de tocht nog niet voleindigd is, roepen zij het uitWelgelukzalig is de mensch, wiens sterkte in U is. Als ge dan zoo een bedroefde hoort spreken, en een kranke aldus hoort getuigen, neemt gij dan de bede van den dichter niet over en zegt ge het niet na Heer, God der heirscharen, hoor mijn gebed neem het ter oore, o God van Jacob S. (Overgenomen uit het „Troostboek" Onderstaande regelen zijn aan de Labour Leader ontleend. Ze zijn opgedragen „aan een werkman". Ik vertaalde ze en neem ze hier op, omdat ze zoo treffend de krankzinnigheid van den oorlog uitbeelden en tevens de wroeging van den broeder-moordenaar. Boven het viertal coupletten schrijf ik VERDWAASDHE1D. I love my German brother, His blood is much like mine. But put me in the trenches, and Thatbloodshallflow like wine. 1 love my German brother. His honesty and worth But put me in the firing line, I'll blow him off the earth. 'I love my German brother. He's sick of Kings like me, Til join King George's army, To harry Germany. I love my German brother, And so. to show my love, I'll shoot him and he'll shoot me And we'll repent above. 'k Heb lief mijn Duitschen broeder, Zijn bloed is als het mijn', Maar plaats mij in de loopgraaf, en Dat bloed vloeit rood als wijn. 'k Heb lief mijn Duitschen broeder, Zijn braafheid en zijn waard' Maar plaats mij in de vuurlijn, en Ik vaag hem weg van d'aard. 'k Heb lief mijn Duitschen broeder, Een Vorst hem walgt als mij, 'k Vecht meê in 's Konings leger Tot Duitschland niet meer zij. 'k Heb lief mijn Duitschen broeder, Zóó hij mijn liefd' aanschouwt: 'k Schiet op hem; hij op mij schiet. En Boven 't beiden rouwt. P. M. Verzameld door C. B. Zeven spreuken uit den Talmud, voor man en vrouw. 1. Noem niet uw vrouw „vrouw", maar „thuis", want zij schept inderdaad uw thuis. 2. Hoed er u voor uwe vrouw te krenken hare tranen zijn licht gewekt, hare krenking ligt nabij. 3. Men beminne zijne vrouw als zichzelven en eere haar meer dan zichzelven. 4. Omdat [iet kind lichtelijk moeder méér eerbiedigt dan vader, daarom luidt heteer uwen vader en uwe moeder. Omdat het kind vader lichtelijk meer vreest dan moeder, daarom luid hetieder vreeze zijne moeder en zijnen vader. 5. Nimmer trede de man in zijn huis als gevreesd tyran op 6. Als uw vrouw klein is, buig u tot haar neer en fluister in haar oor. 7. Wie zijn vrouw verliest, diens heiligdom ligt ver woest de wereld is hem verduisterd zijn schreden worden korter; zijn plannen vallen in duigen. Zandvoort- De extra'collecte 1.1. Zondag voor de Kerk gehouden, bracht f23.81 op. O.a. werd ook een bankbillet van f 10.— gecollecteerd. Den onvermoeiden gevers hartelijk dank Openbare Evangelisatiesamenkomst op Vrijdag 10 Dec. 's av 8 uur in „Ons Huis". Spreker: de heer Weber uit Amsterdam. Woensdag 8 Dec. 's avonds 8 uur in „Ons Huis" Leden vergadering van de afd. Zandvoort der N. C. Q. O. V. De Kerstlijst zal, a.s. Maandag, 6 December te beginnen in de Gemeente rondgaan. Mogen de giften rijkelijk vloeien opdat den 300 kinderen een heerlijk kerstfeest kan worden bereid. Het kerstfeest zal gevierd worden in de garage des Heeren Balte aan de Brederodestraat, ons belangeloos voor dit doel afgestaan. Een uitnemende gelegenheid, ruimte biedend ook voor de Ouders der kinderen. Toegangskaarten voor dezen zullen daartoe worden uit gereikt. Gaarne zouden wij de ruime lokaliteit voor 't feest verwarmen. Wie is zoo vriendelijk ons voor dit doel ge durende een paar dagen een paar flinke kachels in bruik leen af te staan Wat is ons het meeste waard? In het schoone lied van Paul Gerhard, door Koenen vertaald en in onzen gezangbundel als Gezang 272 opgenomen, luidt het en wij zingen het zoo gaarne mede Gij. Gij zijt de beste gave, Die een hart verlangen kan Aardsche rijkdom, schat of have Hebben daar geen schaduw van. Dit wordt van den Heiligen Geest gezegd en in theorie zijn wij het allen met deze woorden eens. Het is ook zoo gemakkelijk dit met een vroom gelaat in onze bank of op onzen stoel in de kerk te zingen, en als dan het collecte zakje rondgaat, zoeken wij misschien naar het kleinste muntstukje dat wij vinden kunnen 1 Kerkgeld is immers altijd „klein geld en guldens of rijksdaalders om van tientjes niet te spreken hooren daar ook in 't geheel niet bij 1 Ach, de praktijk strijdt zoo dikwijls met -de theorie, ook in het leven der christenen. Indien de Heer ons eens op den man af vroeg: „Wat kiest gij tusschen deze beide gaven, aardschen rijkdom of den Heiligen Geest?" Wat zou ons antwoord zijn, indien wij waarlijk eerlijk waren? Nu wil ik u verhalen van een man. die zonder aarzelen en uit volle overtuiging de gave des Heiligen Geestes boven alle aardsche schatten zou verkozen hebben. Hij heette Ainsworth en was een Engelsche puritein die om de ver volgingen in zijn vaderland te ontgaan in het midden der zeventiende eeuw in het gastvrije Holland een schuilplaats gezocht en gevonden had. In de diepste armoede moest hij er zijn dagen slijten. Eens vond hij in een der straten van Amsterdam een diamant van groote waarde en de eerlijke Ainsworth maakte zijn vondst dadelijk bekend. En toen de rijke Israëliet, aan wien het edelgesteente toebehoorde, hemzeide eiken wensch dien de eerlijke Engelschman zou willen uiten, te zullen vervullen, daar hij zoo gelukkig was den diamant weder te bezitten en zijn dankbaarheid op koninklijke wijze wilde toonen, was hij ten hoogste verbaasd over het antwoord dat door den vinder gegeven werd En geen wonder; wij christenen zouden eveneens verbaasd en beschaamd geweest zijn. „Sta mij toe", zeide Ainsworth, in uwe synagoge openlijk aan te toonen dat de profe tieën des Ouden Testaments in Jezus van Nazareth vervuld zijn." Wat de Israëliet geantwoord heeft, weet ik niet; ik kan echter wel vermoeden dat hij het voorstel met ontzetting heeft afgewezen. Maar het zal hem toch diep getroffen en met eerbied vervuld hebben voor den man die, wat hij als het heil van zijn joodsche medemenschen be schouwde, boven alle aardsche schatten verkoos. En wie weet of de woorden van den christen zijn israëlietischen broeder niet tot nadenken hebben gebracht! Is zulk een verlangen naar de uitbreiding van Jezus koninkrijk en zulk een liefdevoorde zielen niet hoogst zeldzaam en diep beschamend Ach als wij christenen zoo zelfzuchtig en aards- gezind zijn, is het waarlijk geen wonder dat de ongeloovigen zich niet bekeeren. Zij zeggen: „die mooie woorden en vrome betuigingen en belijdenissen van de christenen en die mooie gezangen die zij zingen, zijn maar praatjes, zij meenen er toch niets van", en waarlijk zij hebben niet zoo geheel en al ongelijk Al heeft die Jood uit mijn verhaal zich misschien niet bekeerd op het woord van Ainsworth, dat woord, dat tegelijk een machtige daad was, was een getuigenis ter eere van Jezus, machtiger dan de schoonste prediking had kunnen zijn, want en dat moest de Israëliet bemerken die Jezus was hem meer waard dan alle schatten der aarde. M. F. v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 2