Nieuwjaarsmorgen-
9-
Op den eersten Zondag in het nieuwe jaar worde het oprechte besluit genomen om ernstig
dan te voren mede te werken tot bevordering van Zondagsrust en Zondagsheiligin
FEUILLETON.
ons schuldig. Wij hebben geweigerd om, zelfs door U,
getroost te worden het gebed verzuimd of er de hand
mede gelicht. Wat al roepstemmen hebben wij verijdeld,
gelegenheden ongebruikt laten voorbijgaan, zegeningen
onnadenkend ontvangen, waarschuwingen in den wind ge
slagen Wij bedroefden Uw Heiligen Geest bluschten Zijn
licht wederstonden Zijn leidingHoe struikelden wij in
woorden en zijn gevallen Wij hebben niet gedurig de
waarheid gesproken en gedaan. Valsche schaamte heeft
ons weerhouden Uw Naam voor de menschen te belijden.
Uw trekkingen hebben wij telkens tegen gestaan. Ons
kindschap heeft ons niet verhinderd oneerlijk te zijn en
traag en laf en wereldsch. Wij hebben zoo weinig van U
genoten, van Uw verborgen omgang en heiligende gemeen
schap. Ons geweten klaagt ons voor Uw vierschaar aan
Als wij nochtans tot U komen, Vaderdan is het in
het vertrouwen dat Gij een gebroken geest en een verslagen
hart niet verachtdat Uw liefde wil vergeven wat onze
onwil heeft misdaan dat gij niet uitwerpt die met diepen
ootmoed en waarachtig berouw Uw aangezicht zoekt, in
Christus, in Wien Gij ons roeptin Wien Gij ons liefhebt
met een eeuwige liefde in Wien wij van Uw Vaderschap
volkomen verzekerd mogen zijn in wien Gij ons hebt ge
schonken de algeheele vergeving van al onze zonden.
Vader, ónze Vader, mijn Vaderverheerlijk Uwen Naam
AMEN. P. M.
Ik zal opstaan en tot mijnen
Vader gaan.
Luk. XV vs. 18a.
Vader, tot wien ons hart is uitgegaan toen wij stonden
bij het graf van het stervende jaar, tot U heffen wij ook
nu ons hart op, nu wij staan bij de wieg van een nieuw
geboren tijdkring! Ons einde was in Uwen Naam, lot wien
alle dingen zijn. Ons begin is in Uwen Naam, uit wien
alle dingen zijn, Laatste én Eerste, Die gisteren en heden
Dezelfde zijt en tot in eeuwigheid
Tot U komen wij met onze nieuwjaars-wenschen voor
ons-zèlven. Wij vragen U om voorspoed bij onzen arbeid,
bewaring onzer gezondheid, innerlijk evenwicht, berusting
in ons lot, vrede met de menschen en bovenal vrede met
God! En voor de ónzen bidden wij om tijdelijke zegeningen
en eeuwige zegeningen, om een rijke mededeeling van de
rijke gaven van Uwen Heiligen Geest.
Wij maken gebeden van onze wenschen voor de wereld.
O Vader, indien reeds wij, die boos zijn, zóó lijden onder
de rampzalige werkelijkheid dat kinderen van Eénen Vader,
elkander verscheuren, hoe moet dan Uw hart bloeden, nu
de losgebroken oorlogsduivel voortgaat bij duizendtallen te
slachten de menschen die naar Uwe gelijkenis gemaakt
zijn, in wie Gij een welbehagen hebt, Gij die liefde zijt!
Almachtige Vader! erbarm U en verlos ons van den oorlog
Vervul Uwe belofte van wereldvrede, die door geen mensch
is te maken, maar te scheppen is door U, voor wien geen
ding te wonderlijk is
Wij bidden voor ons land dat Gij, God die wonderen
doet, voor den gruwel der verwoesting spaardet. Bevestig
onzen vrede. Bewaar ons volks bestaan. Ondersteun onze
Koningin en allen die ons regeeren met Uw sterke hand
Wij bidden voor onze Gemeente, in wier midden wij
wonen. Dat het Evangelie zich daar openbare als kracht
Gods tot zaligheid en sterke vertroosting bij het lijden des
tegenwoordigen tijds. Werp allen tegenstand neder! Maak
te schande alle pogingen om twist en tweedracht te ver
wekken Bekeer Gij die allen, die bevangen zijn in on
verschilligheid en wereldzin, en laat in U vroolijk en ver
blijd zijn allen, die U liefhebben
Kome u koningschap Bouw onder al de volken in alle
landen en aan alle stranden, de muren van Jeruzalem op!
Het is heden, Vader, ook een dag van plannenmaken.
Er worden zoovele plannen gemaakt zonder U en tegen U.
Gij wilt dat wij, ook bij onze plannen, U kennen dat wij
ze U voorleggen dat wij ze met U bespreken U om Uwe
goedkeuring vragen. Help ons dit te doen eerlijk en op
recht. Gij weet toch alles. Maar aan ons, o Vadergeeft
dit opnemen van U in onze plannen zulk een zekere maat
staf bij de beoordeeling van hetgeen goed is en niet goed.
Wij durven tot U niet komen en U onze oneerlijke be
doelingen mededeelen wij durven U niet te kennen in
onze wraakplannen wij durven met U niet te spreken
over onze wereldsche idealen. Maar dat, waarover wij U
niet durven te vragen om een zegen, is dan ook niet naar
Uwen wil. Help ons, opdat wij toch ook deze verkeerde
plannen U voorleggen. Biddend, wordt ons de verkeerdheid
daarvan duidelijk en schenkt Gij ons de kracht om die
verkeerde plannen te laten varen
Vader, Uw wil geschiede. Aan ons en door ons Maak
ons gewillig om al onze plannen op te geven voor dit
Een slang als wegbereider voor de
Evangelieverkondiging
III
Daar ik begreep, dat de tijding wel spoedig aan
de oudsten der stad gebracht zou worden en dat
dezen niet zouden toeven om tot mij te komen
en mij tot verantwoording te roepen, begon ik
al vast de pleitrede tot mijn verdediging op te
maken. Ik herinnerde mij vroeger eens een
paar regels bij een van hun Telugu-dichterste
hebben gelezen, waarin deze het dooden van
vergiftige slangen aanraadt en opende daarom
mijn boekenkist om te trachten die versregels
te vinden. Het boek met de gedichten had ik
spoedig genoeg, maar het was mij nog niet
gelukt de plaats, die ik zocht, op te slaan, toen
ik de voornaamste mannen van de stad mijn
schuur reeds zag naderen.
Tot mijn groote verwondering, waren zij
hoegenaamd niet verstoordintegendeel. Zij
hadden koperen blaadjes in de handen, met
kokosnoten, suikergoed, citroenen en wierook
staafjes, en toen zij aan de deur der schuur
gekomen waren, bogen zij zich voor mij neder
en boden hun geschenken aanimmers ik had
hen, naar hun zeggen, van hun gevaarlijksten
vijand bevrijd. Die slang toch was al eenige
jaren de schrik en plaag van hun stad geweest.
Zij had heel wat van hun vee gebeten en, naar
ik meen, ook eens een kind gedood. Van alles
hadden zij beproefd om de slang weg te krijgen
door middel van brandend stroo hadden zij
haar verdreven, maar zij was altijd weer terug
gekeerd. Met melk hadden zij getracht haar
weg te lokken, door kleine kopjes met dat vocht
gevuld langs het pad tot diep in het bosch te
plaatsenwerkelijk had de slang de melk op
gedronken, maar later was zij teruggekomen
en had haar intrek genomen in de een of andere
hut; en dan moesten de bewoners een andere
hut opzoeken, totdat het hun vijandin believen
zou weer te verhuizen. Geen wonder, dat het
ondier de schrik van de plaats geworden was.
Maar nu had ik, een vreemdeling, de slang
buiten hun voorkennis en zonder hun toe
stemming gedood. Dat was hun redding hadden
zij mij het dier zien dooden, dan zouden zij
voor de slang om genade hebben moeten
smeeken, daar zij anders aan haar dood mede
plichtig waren. Nu was zij dood en zij waren on
schuldig en het dier noch zijn nabestaanden
zouden zich op hen mogen wreken. Zij ver-
i zochten mij vriendelijk deze versnaperingen
aan te nemen en zoo straks een schaap, dat
zij van de kudde hadden laten laten halen.
Gaarne zouden zij ook luisteren naar alles wat
ik hun te zeggen had; was ik niet hun redder
Het duurde niet lang of het schaap werd
gebracht en wij hadden dien dag een heerlijken
maaltijd. De slang was niet een cobra cobras
worden nooit zoo lang - maar naar het zeggen
der inlanders even vergiftig als deze hoogst
gevaarlijke soort.
Toen de hitte van den dag voorbij was,
begaven wij ons allen naar de stad om het
Evangelie te prediken. Aan de poort stond de
omroeper met zijn tom-tom of kleine trom, en
zoodra wij verschenen, liep hij al de straten
door, op zijn trom slaande en roepende „Komt
menschen, komt allen hooren wat de slangen-
dooder ons heeft te zeggen". Wij kregen op
die wijze een prachtig gehoor en het was niet
moeilijk een geschikten tekst voor onze prediking
te vinden. Als van zelf was „de oude slang"
het onderwerp en daarna „Christus, die gekomen
was om den kop der slang te vermorzelen".
Gods wegen zijn wonderbaar. In plaats van
een hinderpaal voor de prediking van het Evan
gelie te zijn, was het dooden van de reuzenslang
daaraan juist bevorderlijk geweest.
{Naar het Engelsch.) M. F. v. L.