Zending-
Allerlei.
de Heer E. L. Smit, theol. docts. en Candidaat tot den
H. Dienst, dus weldra predikant in onze N. H. Kerk, des
voormiddags voor de gemeente op te treden met een zen-
dingspreek, speciaal met betrekking op de evangelisatie in
Spanje, en des avonds om 7 uur eveneens in de kerk, met
een voordracht over dat merkwaardige land en het pro
testantisme aldaar, door fraaie lichtbeelden opgeluisterd.
Voor de Evangelisatie in Spanje wordt 's avonds een extra
collecte gehouden. De Heer Smit heeft verleden voorjaar
langen tijd in Spanje gereisd en met vele predikanten al
daar kennis gemaakt. Ik hoop dat velen van de gelegenheid
zullen gebruik maken om met dat land nadere kennis te
maken, welks naam nog altijd voor ons Nederlanders een
bijzonderen klank heeft.
Ook in den Avonddienst worden geen kinderen zonder
behoorlijk geleide toegelaten, 's Avonds is de toegang tot
de Kerk alléén door de toren-deur.
M. F. van Lennep.
Voor de wijkverpleging is, uit dank voor genoten hulp,
f5.ingekomen van de familie L. K. en f2.50 van de
familie D.
De bibliotheek der N. C. O. O. V. is geopend's Dinsdags,
's avonds 8—9 uur. Verzocht wordt de boeken, die nog in
omloop zijn, terug te geven.
Bij den Heer Bakels, Kerkstraat, zijn foto's verkrijgbaar
van het interieur onzer onlangs versierde kerk.
De e.v. Doopsbediening is bepaald op 6 Februari.
Ds. P. M. is verhinderd a.s. Maandag-ochtend spreekuur
te houden.
Het college van Collectanten is weer compleet, door toe
treding der H.H. P. E. Keur, A. Paap, C. Paap, en P. Witkop.
Nederlandsche Hulp aan de Krijgsgevangenen van alle
oorlogvoerende Staten. Mej. S. Gerke verzoekt allen, die
nog in het bezit van één of meer „Sneeuwballen" zijn,
deze vóór het einde der maand aan haar te willen terug
zenden, liefst van een kleinere of grootere gave voorzien.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
14—21 Januari 1916.
GeborenJosephus Julius Bertha, dochter van F. L.
Dircken en M. C. van Aken.
Overleden P. Schaap 82 jr.
L. Paap 9 mnd.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
GeborenBalthasar Henri Louis Emanuel, zoon van
B. H. L. E. Walker en P. Schoot.
Franciscus Petrus, zoon van A. J. Hekkeren
A. B. Lensen.
OndertrouwdB. Mijwaard en M. Schaap.
OverledenM. Groen 80 j.
E. Schipper 73 j.
A. E. Heckman 49 j.
N. Helt 41 j.
J. Muis 61 j.
Suriname.
I
Men klaagt wel eens in Nederland vooral in het Parlement
wordt die klacht vaak gehoord dat Suriname het stiefkind is onder
de nederlandsche koloniën, en dat er altijd veel meer voor de „Oost"
dan voor de „West" gedaan is. Dit is zeker, dat men in ons vader
land veel meer van Oost-lndië dan van West-lndië hoort spreken,
om de zeer natuurlijke reden dat onze bezittingen in de „Oost" zoo
veel grooter en belangrijker zijn dan die in de „West" en dat er
zooveel meer Nederlanders wonen. Ook van de zending op Java,
Sumatra, Celebes, Borneo en de andere kleinere eilanden in de „Oost"
weten de nederlandsche christenen gewoonlijk meer dan van die op
Suriname en zij stellen er meer belang in. Zoo ging het mij ook.
Wel wist ik dat de Broedergemeente reeds sedert vele jaren een
zeer gezegend arbeidsveld in Suriname gevonden had en daar. zoo
wel onder de melaatschen als de negers, de nakomelingen der vroegere
slaven werkte, en ook had ik er vaak van gelezen, maar dat die
arbeid zóó uitgebreid en veelomvattend was, neen, dat wist ik niet.
Dat ik dit nu weet, heb ik te danken aan een allerbelangrijkst boek,
dat ik onlangs las: „Vier maanden in Suriname", door H. Weiss,
secretaris van het zendingsgenootschap der Broedergemeente te Zeist.
Het kwam dit jaar bij G. F. Cailenbach te Nijkerk uit en telt 166
bladzijden, terwijl het rijk en fraai geïllustreerd is naar zeer goed
geslaagde foto's die van land en volk een uitstekend beeld geven.
De heer Weiss is zelf vroeger verscheidene jaren zendeling-leeraar
in Suriname geweest en deed in het voorjaar van 1914 een inspectie
reis van vier maanden door dat land. Hij bezocht het in alle richtingen
en weet zeer aardig en onderhoudend van die reis en van de in
drukken op die reis opgedaan, te verhalen. Dr. J. R. Cailenbach,
predikant te Rotterdam, schreef een inleiding voor zijn boek. Daar
ik van de lezing veel genoot en leerde, wilde ik gaaarne de lezers
van den Zondagsbode ook eenigszins in dat genot doen deelen en
is het mijn voornemen aan de hand van het werk van den heer
Weiss, eenige opstellen aan de zending in Suriname te wijden.
Het was 17 Maart 1914 dat de „Prins Maurits", het schip waarmede
de heer Weiss den 27sten Februari de reis aanvaard had, het licht
schip naderde, dat den ingang der Surinamerivier aanwijst. Aan haar
linkeroever, eenige uren meer stroomopwaarts, ligt de hoofdstad van
Suriname, Paramaribo. Achttien jaar vroeger, in 1896, was de heer
Weiss met zijn jonge echtgenoote voor het eerst die rivier opgevaren
om zich als zendeling naar zijn nieuw arbeidsveld te begeven, en
het trof hem terstond hoeveel er in dien tijd veranderd was. De
natuur bleef dezelfde, maar anders, veel was er veranderd, veel
verbeterd. Reeds de verlichting van de stad, vroeger petroleum, thans
gas en electrisch licht. En dan, speciaal wat de zending betreft, en
wat van veel grooter belang is dan de een of andere verlichting, de
gezondheidstoestand der zendelingen was in die achttien jaren zeer
verbeterd. Bij zijn eerste komst maakte de bleeke, ziekelijke gedaante
der broeders en zusters een diep treurigen indruk op hem. Thans
washetgansch anders. De oorzaken hiervan zijn in het kort de volgende.
1. Sedert eenige jaren wordt niemand meer voor den dienst der
zending in de tropen aangenomen, die niet na zorgvuldig genees
kundig onderzoek voor het leven aldaar geschikt is verklaard.
2. Tot omstreeks het einde der negentiende eeuw liep door de
zending der Broedergemeente in Suriname een ascetische trek. Men
meende tegen al wat „nieuw" was zich te moeten kanten en den
strengsten eenvoud te moeten bewaren. Onder dien overdreven
eenvoud, dien men ook bij den bouw en de inrichting
der woningen in acht nam, leed de gezondheid der broeders en
zusters. Tegenwoordig rekent men, veel meer dan vroeger, bij woning,
kleeding en voeding, met de eischen der hygiëne
3. Vroeger werden de posten in het voor blanken hoogst onge
zonde „Boschland" door Europeanen bediend, thans door inboorlingen.
4. Vroeger trachtte een zendeling het zoo lang mogelijk in Suri
name uit te houdenthans gaat hij in elk geval na een tienjarig
verblijf in de tropen voor één jaar tot herstel zijner krachten naar
Europa, terwijl bij een tweede verblijf reeds na acht jaar een verlof
van een jaar wordt toegestaan.
5. Tegenwoordig kan men te Paramaribo, veel beter dan vroeger,
geneeskundige hulp bekomen. Suriname is niet meer het land des
doods.
Ja, veel is er veranderd en verbeterd. Maar welk een verandering
in het geheele land. sedert de Broedergemeente haar zending daar
begon. Dat was in 1735. Drie eenvoudige broeders kwamen toen om
het land te verkennen Thans vinden wij er volken uit Oost en West,
waaraan Gods Geest arbeidt. Voorheen: nacht aan alle zijden. Thans
het morgenrood van een nieuwe toekomst.
(Wordt vervolgd.) M. F. v. L.
Verzameld door C. B.
ALS VADER KOMT!
Als Vader komt,
Dan schikken de kleinen zich zoet in de rij,
Tevreden schikt Moeder den leunstoel bij,
En liefdevol wordt Vaders thuiskomst verbeid,
Hoe hunkert de jeugd naar gezelligheid 1
En klinkt aan de voordeur 't bekende geluid,
Dan jubelt het dankbare troepje het uit:
„Daar is Vader
Als Vader komt,
Dan wordt het in sommige hartjes zoo bang
En bleeker nog wordt menig bleeke wang.
De kinderen zwijgen, arm Moedertje zucht,
Ze luisteren, schrikken bij 't minste gerucht,
En klinkt aan de voordeur 't bekende geluid,
Dan stooten de stumpers er smartelijk uit:
Daar is Vader