Steunt METTERDAAD de beweging van kappers en barbiers tot verkrijging van Zondagsrust! FEUILLETON. heilige overtuiging hebt dat het uw plicht is daar te zijn en te blijven, vertrouw dan ook op de bescherming van Hem, die de Zijnen weet te bewaren opdat hun ziel geen schade zoude lijden. In Zijn gemeenschap, is er tegen alle verzoeking kracht en macht. Maar blijf dan ook bij Hem. Er is een volharding der heiligen omdat er een bewaring der heiligen is. Wie de bewaring meent te kunnen missen, valt. Waar woont gij In het hoekje, waar de slagen vallen Loopt u altijd alles tegen Zijt ge nooit echt gezond en veerkrachtig Tobt gij met allerlei dingen, terwijl het anderen zoo vóór den wind gaat? Tegenspoed en teleurstelling achtervolgen u rusteloos O, dan tóch het hoofd omhoog en naar Bóven het hart te houden, niet te murmureeren en niet jaloersch te worden en Gods liefde niet te verdenken Luister de Heer weet waar gij woont. In welke stad of dorp, straat of steeg, huis of hut. Hij weet uw wijk-letter en woning-nummer. Alles, wat Hij u toezendt draagt het juiste adres. Geen toeval regelt uw lotgeen menschen doen het u aan. Hij doet het, die alles regelt en bestuurt naar Zijn heilig welbehagen. Hij geeft ieder wat het beste voor hem is. Naar Zijn goddelijk weten het beste. En Hij legt niemand een last op en beschikt niemand donkere dagen, zonder dat Hij daarmede een wijs en liefderijk doel heeft. Zie dan toe dat gij Zijn bedoeling met uw tegenheên niet verijdelt. Vraag niet: waarom juist ik? waarom juist mij Of lievervraag dat aan Hem-zelf Als gij t Hem niet opstandig en op hoogen toon, maar nederig en oot moedig vraagt, zal Hij u antwoorden door u Zijn bedoeling te toonen, of door u rust te geven bij de zekerheid dat Hij u straks alles heerlijk-duidelijk zal maken „gij zult het na dezen verstaan". Ik weet waar gij woont. Dat is de troostvolle verzekering, die de Heer ons laat verkondigen. Als wij nu maar een hart hebben met een echo daarin Dan antwoorden wij op onze beurtIk weet waar Gij woontEn de waarachtigheid van dat antwoord zal blijken uit onze daden. Wie weet waar de Heer woont, weet Hem te vinden in zijn benauwd heid, moeite, bezwaren, strijd, verzoeking, zorg en zonde- rouw. Hij roept in zijn angst tot den Heer: „Haast U tot mijn hulp Hij snikt het uit in zijn zielsverdriet„Wees mij genadig, o God! ondersteun mij met Uw rechterhand Hij wendt zich tot Hem eiken morgen en beveelt zich aan Zijn hoede eiken avond. Hij weet waar de bron is van uitkomst en raad en troost en kracht. Zalig, dat wij weten waar Hij woont 1 Dat de toegang tot Zijn paleis openstaat en dat wie klopt, zal worden opengedaan. Eens zal het blijken dat Hij al onze gebeden heeft gehoord en verhoord, boven bidden en denken. Dat de uitkomst juist hierin was gelegen, dat er geen uitkomst kwam naar óns inzicht en óns begrip. Wanneer wij voor eeuwig met den Heer zullen samenwonen in het Huis van Zijnen en onzen Vader, zullen alle klachten verstomd zijn en alle raadselen verklaard. Dan zullen wij ons met groote verbazing verbazen en danken Mijn weg was een cirkel van louter gena k Sla zalig in 't midden Gods heerlijkheid ga. P. M. ROOMSCH OF PROTESTANT? VIII. De Maria-vereering (slot). ..Van het oogenblik af, waarop Christus, ik zeg niet in de officieele dogmatiek, maar voor het godsdienstig leven der gemeente opge houden had een waarachtig mensch te zijn. en in volstrekten zin God geworden was, moest zijn moeder natuuurlijk tot den rang van Moeder Gods stijgen, moest zij aan de volkomenheid der Goddelijke natuur aandeel erlangen en derhalve ook aan de vereering, die men anders uitsluitend der Godheid wijdt" Inderdaad, de afgoderij, die de Roomsche kerk met Jezus' moeder pleegt, vindt haar voor naamste oorzaak in Rome's docetisme. (2) Reeds in de Apostolische eeuw treffen wij dit verschijnsel aan dat de waarachtige menschheid des Heeren werd miskend. Johannes getuigde er ernstig tegen in zijne brieven (:i), terwijl de kerkvader Athanasius het krachtig bestreed. Intusschen bleef het docetisme zich de eeuwen door handhaven in velerlei vormen. De meeste orthodoxe Protestanten zijn doceten, éénzijdig als zij den nadruk leggen op Christus'godheid. Zij gelooven dat het Woord is vleesch geworden (4), maar maken met de vleesch- wording des Woords geen ernst; aan de gedachte der „vernietiging" uit Philipp. 2 vs. 7 schenken zij veel te weinig aandacht; getuige maar de tegenzin, waarmede tal van rechtzinnigen zich afkeeren van een prediking, waarin Jezus wordt geteekend als niet alles wetende en niet alles kunnende toen Hij op aarde was; als terughuiverend voor het doodslijden, dat afbiddende met sterken aandrang. Ook een onzer Evangelische Gezangen is zuiver-docetisch (5). Het Evangelie in Spanje. IV Ik denk aan de jaarlijksche processie van bezetenen te Jaca. door den bisschop en de burgerlijke en militaire overheden met hun tegenwoordigheid vereerd, waarbij de wonder doende overblijfselen van de zoogenaamde heilige Orosia worden rondgedragen. Ik denk aan de wijze waarop soms het landvolk van Andalusië zich een goeden oogst, gezondheid, voorspoed en huiselijken zegen tracht te verzekeren De Vrouw neemt een poppetje, dat de een of andere heilige waarschijnlijk voorstelt, kleedt het netjes aan en hangt het in de kamer op waarna het als een soort fetisch vereerd wordt. Komt de gewenschte zegen, dan wordt het poppetje gedankt en met frissche lintjes om hangen, komt er daarentegen tegenspoed, dan wordt het tot straf met spelden geprikt en, helpt dit nog niet, als onnut weggeworpen Ik denk maar genoeg reeds; ieder die Spanje kent, weet dat deze voorbeelden met vele zouden kunnen vermeerderd worden. Het ergst is dat de geestelijkheid, in plaats van met kracht tegen dit bijgeloof op te komen, het niet zelden begunstigt: immers, processies, bedevaarten enz. brengen geld in en hoe dom mer het volk is, des te gemakkelijker blijft het aan Rome onderworpen; het doel heiligt d« middelenwaartoe zou het dienen het volk beter in te lichten al die nieuwerwetsche wijsheid brengt het maar tot afval en ongeloof. Welke schade kan het ook aan hun geloof en godsdienstigheid doen. dat zij die sprookjes en bijgeloovigheden gelooven Om het volk te leiden en goed te doen, is het allereerst noodig het te misleiden en dom te houden Nu. in dit laatste is men in Spanje maar al te goed geslaagd, want er is geen land in Europa Portugal en een enkele Balkanstaat misschien alleen uitgezonderd waar meer analfabeten gevonden worden dan daar De ontwikkeling der vrouw in het bijzonder staat nog op een zeer laag peil. Dit alles is te ergerlijker, daar de roomsche kerk in Spanje met haar groote rijkdommen en haar ontzaglijk leger van priesters, monniken en nonnen, waar onder zeer bekwame gevonden worden, inden loop der eeuwen alle gelegenheid had gehad het volk te ontwikkelen en op te voeden. Er zijn tegenwoordig vele en goede geestelijke scholen in Spanje, ik bedoel bijzondere lagere scholen, waar het onderwijs door geestelijken gegeven wordt, maar deze zijn veelal door concurrentie geborendaar, waar vrijdenkers of protestanten een school stichten, bouwt Rome terstond een daarnaast, maar waar zij geen concurrentie te vreezen heeft en nog alleen meesteres is. is volksonderwijs een ge dachte die niet in de eerste plaats bij haar opkomt. Een bewijs hiervan is Los Rubios, een evangelisatiepost in de buurt van Malaga, door den predikant Don Manuel Carrasco gesticht. In dat dorpje in de bergen verscholen maar toch vrij dicht bij de stad gelegen, was sedert zijn ontstaan nog nimmer een school geweest geen der bewoners kon lezen of schrijven en men leefde er in een toestand van halve bar- baarschheid voort. Carrasco stichtte er een jongens- en meisjes school en toen deze in den smaak der bevolking viel, bedacht de bisschop van Malaga op eens dat hij zich het lot van die analfabetische be volking ook wel mocht aantrekken en opende een roomsche school in de buurt. Vroeger had hij zich om die schapen zijner diocese nooit bekommerd. (Wordt vervolgd M. F. v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1916 | | pagina 2