2e Blad van,, De Zondagsbode" van Zondag 27 Februari 1916
Voor eiken dag.
Mededeelingen.
De Roomsche kerk huldigt in theorie Jezus' menschheid. Maar tegelijk
toont zij naast Hem nog een andere, menschelijker voorspraak in
Zijn verheerlijkte Moeder niet te kunnnen ontberen. Zoo loochent
zij Zijne menschheid met de daad.
De grootste stoot in deze richting gaf de toekenning aan Maria van
den naam „Moeder Gods" op de Synode te Efeze in 431. Al meer werd
Christus alléén als God gedacht en vereerd en dus als te heilig dan dat de
menschen Hem zouden mogen naderen. Maria werd tusschenpersoon
tusschen Christus en den zondaar. Zij werd aangeroepen Om voor
spraak bij haren Zoon.
In de middeleeuwen droeg de vreesaanjagende voorstelling van
Christus niet weinig bij tot bevordering van den Maria-cultus. Men
beeldde Hem af met dreigenden blik en opgeheven hand om de
zondaren neer te werpen in de diepte der hel. God, den Vader,
beschouwde men als de toornende Majesteit. En voor den Zoon
beefde men als voor den Richter van het heelal. Zoo trad onze lieve
Vrouwe in de plaats van onzen lieven Heer. Haar voorbede werd
geacht den zondaar te verzoenen met Christus. Bij het uitspreken
alleen reeds van Diens naam sidderde en verbleekte Maarten Luther
in zijn jeugd.
De Maria-vereering van den tegenwoordigen tijd heeft nóg het
docetisme der Roomsche kerk tot diepsten grond.
Leo XIII verklaarde (6) „Hem, dien wij als liefdevolsten Verlosser,
die bloed en leven offerde, weder liefhebben, voor'denzelfden, als
onverbiddelijken Rechter, vreezen wij. Daarom hebben wij, beangst
door het besef onzer daden, volstrekt een Voorspraak en Beschermer
noodig, die door de groote genade, in welke hij staat, machtig is bij
God en zoo groote goedheid des harten bezit, dat hij niemand in de
grootste vertwijfeling zijn bescherming ontzegt en de bedroefden en
verslagenen opheft tot vertrouwen op de goddelijke teederheid.
Dat is op de meest uitnemende wijze Maria". En andermaal (7). „Dit
alles moet ieder met groote vreugde vervullen, terwijl ons de vaste
hoop bezielt om, met hulp van Maria, de goddelijke teederheid en
erbarming te verkrijgen".
Het docetisme is in flagranten strijd met het Christus-beeld der
Evangeliën. Daarin wordt ons de mensch geworden Zoon van God
geteekend. En Deze, die heilig toornde tegen de zonde, is over zon
daren met innerlijke ontferming bewogen. Niemand behoeft Hem te
bewegen om genadig te zijn, gelijk Hij den Vader niet behoeft te
verteederen om Zich te verzoenen met de menschen. God is liefde.
Zóó li if heeft Hij de wereld gehad dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon
gegeven heeft. Christus is het hart Gods Als Middelaar, die tusschen
God en mensch in staat, niet om hen van elkander te scheiden maar
juist tot elkander te brengen, dreigt en toornt en verdoemt Hij niét.
De armen uitbreidend, noodigt Hij alle vermoeiden en beladenen om
tot Hem te komen en van Hem rust te ontvangen (s). Zoo is er dan
voor een Middelaresse naast Hem geen plaats. De Maria-vereering
is ontkenning én van de liefde Gods én van de algenoegzaamheid
van den Eénen Middelaar Gods en der menschen, den mensch Jezus
Christus (9). P M.
Dr. A. Pierson. Geschiedenis van het Roomsch-Katholicisme, II
blz. 384.
Docetisme is een historisch verschijnsel en wordt zoo genoemd
naar een sekte uit de vroegste christentijd, die leerde dat Christus
een schijn-lichaam heeft gehad. Met die benaming is men tevens
gewoon die zienswijze aan te duiden, welke op eenigerlei wijze aan
de waarachtigheid van 's Heeren menschelijke natuur te kort doet.
(3) 1 Joh. 4 vs. 2, 3. II joh. vs. 7.
(4) Joh. 1 vs. 14.
(5) Gezang CXI vs. 3.
In zijn Encycliek van 22 Sept. 1891.
ln zijn Encycliek van 8 Sept. 1894.
(a) Mattheus 11 vs. 28.
I Timotheus 2 vs. 5.
Verzameld door C. B.
De eeuwige, onuitbluschbare grootheid van Jezus was, dat
Hij in Zijn heele leven maar één ding wilde, maar dat Hij
aan dat ééne doel getrouw was tot in den dood, zonder
zich te laten weerhouden door Zijne omgeving of door de
traditie.
Zijne spijze was, dat Hij deed den wil Zijns Vaders,
Die in de hemelen is. Terwille van dit doel, terwille van
het Rijk der Gerechtigheid, gebiedt Hij dat alle aardsche
banden en betrekkingen als niets zullen gerekend worden.
Zoo is ook, waar het voor óns op aankomt: wil. Maar
onze wil groeit nooit, dan wanneer hij op één enkel doel
wordt bepaald. Eerst dan, wanneer de wil gegroeid is, mag
hij zijn takken verder uitspreiden. Fr. Naumann.
Veel wederwaardigheden in het leven ondervonden te
hebben, staat nog niet gelijk met veel ervaring te hebben
opgedaan. Er zijn menschen, die een boek slechts eenmaal
behoeven te lezen om het te kennen, maar er zijn er ook,
die, al hebben zij het zesmaal gelezen, er nog niets van
verstaan. Van Sandijk.
De gril is een gevolg zonder oorzaak.
La Comtesse Diane.
Ieder mensch leeft aanvankelijk in een paradijs, totdat
zijne zonden hem daaruit verdrijven. En de Engel van zijn
beschuldigend geweten staat aan de poort en verhindert
hem terug te keeren. Maar er zijn enkele heilige oogenblikken
waarin die Engel gaat slapen. Dan keert de mensch weer
en met een paar groote kinderoogen kijkt hij terug in zijn
verloren paradijs. Longfellow
Predikers hebben zich hun hoorders niet voor te stellen
als giraffen, maar als schapen. Daarom moet de voederbak
in de laagte zijn en niet in de hoogte. Spurgeon.
Als ons een kwaad gerucht bereikt, vragen wij dan: Is
het waar? Is het vriendelijk? Is het noodig dat ik het
oververtel? Voor wij aan de derde vraag komen, is het
praatje meestal bezweken. Geprezen de mensch, bij wien
het aldus den dood vindt! L. Knappert.
Een vrouw kan evenmin flinkheid missen als de man.
Zonder die flinkheid ontbreekt haar ook de ware zacht
moedigheid en is zij niet in staat haar plicht te doen.
Alleenlijk, zij. dient er voor te zorgen dat die flinkheid
altijd een vrouwelijk karakter drage. De Gasparin.
Zandvoort-
De Kerkeraad der Ned. Nerv. Gemeente te Zand-
voort maakt bekend dat hij Maandag, 28 Februari
1916, zitting zal houden in de Consistoriekamer,
's avonds van 7—8 uur, ten einde aan lidmaten, die
belangstellen in den afloop van het bekende conflict
tusschen den Kerkeraad en de h-H. Groen, gelegen
heid te geven inzage van de offlcieeie bescheiden
te nemen en, desgewenscht, inlichtingen te ontvangen.
De Kerkeraad voornoemd,
G. POSTHUMUS MEYJES, Praeses.
W. H. DRIEHUIZEN, Scriba.
De e.v. Doopsbediening is bepaald op Zondag 5 Maart.
Donderdag 2 Maart, zal v.m. 11 uur de Huwelijksin
zegening plaats hebben van Arie Paap Azn. en Anna Hendrika
Kuipers.
Ds. P.M. houdt a.s. Maandagavond geen spreekuur.
Voor verleende hulp van de wijkzuster is ontvangen van
den heer K. T. f 2.50 en mej V. f 2.50.
Mevrouw P. M. houdt Woensdag 1 Maart ontvangdag.
Maandverslag wijkverpleging over Januari. Verpleegd
werden 13 patiënten, die te zamen 259 keer hulp ontvingen;
12 hunner behoorden tot de Ned. Herv. en 1 tot de R. C.
Kerk. 2 overleden patiënten werden afgelegd, 1 patiente
werd naar Haarlem vervoerd, terwijl 5 maal plotseling hulp
werd verleend.
Zondagsschool. Het onderwerp is voor a.s. Zondag: De
gelijkenis van den barmhartigen Samaritaan. LukasX vs. 29-37.