Wie steeds werken wil met moed
Ruste zijnen Rustdag goed!
FEUILLETON.
Reeds alleen de „voorstelling'' van dat gemis is zoo on
zegbaar wreed. Ik kan er niet aan denken, zegt de moeder,
wanneer ze denkt aan de mogelijkheid, dat haar kind haar
wel eens zou kunnen ontnomen worden. En dan de werkelijk
heid En dan de werkelijkheid
De onzen uitleiden naar het schip groot geween
Wees toch stil Een ander schip kan ze immers uit Oost
of West terug brengen, misschien na langen, langen tijd,
laat 't net zoo lang duren als 't maar duren wil, we behouden
toch altijd bij de scheiding 't vooruitzicht van ze te kunnen
zien terugkeeren in groote blijdschap. En wij hooren van
hen. En zij hooren van ons. En ze antwoorden op onze
vragen. En we kunnen hun zeggen, dat we naar hen ver
langen. En ofschoon in de verte, zijn ze nabij. En ofschoon
't wel wezen kan, dat we hun aangezicht nooit zullen
wederzien Juist in dat „kan" ligt de vertroosting,
de vertroosting der hope. 't Kan wezen, dat wij ze nooit
weerzien. En dus, en dus: 't kan wezen, dat wij ze wel
weerzien. Halleluja In het vinden van uitwegen der hope
kan de liefde niet overtroffen worden Al is 't Paulus, die
't zegt. al zegt Paulus het duizendmaal „gij ^ult mijn
aangezicht niet meer zien' t aangezicht is er toch nog.
't Is misschien wel zoo goed als onmogelijk, dat hij zich
vergist, maar 't is toch niet heelemaal onmogelijk dat hij
zich vergist Zoo is er kans om nog moed te houden te
midden van het groote geween.
Maar hoe dan, wanneer ook die kans verdwijnt Als de
dood aan 't woord komt. dan komt de onfeilbaarheid, dan
komt de absolute zekerheid aan 't woord. En dat is het
smartelijke van de smart in de scheiding, door hem ver
oorzaakt. Onze dierbaren uitleiden naar 't schip in 't voor
uitzicht van hen misschien nooit meer te zien, dat is al
zoo vreeselijk. Maar hoe vreeselijk is t dan wel, hen uit te
leiden naar het graf in t vooruitzicht van hen stellig nooit
weer te zien Men zegt soms rampzalig de twijfel. Hier
zeggen we rampzalig de zekerheid. De heerlijkheid van
het beste aangezicht, dat we in ons leven aanschouwden,
te zien ontluisteren in de worsteling der laatste uren, en
dan dat beste aangezicht, dat t nog wel is en 't toch niet
meer is, onder 't deksel van de doodkist te zien verdwijnen,
en dan bij t graf te staan en te weten met helaaszoo
schrikkelijk volkomen zekerheid „nu is 't weg, voor goed
weg, voor eeuwig weg" neen, dat is niet uit te houden.
Paulus wist wel hoe hard 't hem en zijn vrienden daar
aan 't strand bij Milete vallen zou van elkander te scheiden.
En daarom had hij vooraf gezegd „laten we knielen en
bidden Om zich in veiligheid te stellen bij 't naderen
van den storm. Om schuil te gaan in de schaduw van
Gods vleugelen. Om zich van de rust, van Gods rust te
verzekeren in t midden der beroering. Is er een andere
uitweg, dan die uitweg naar Boven Ik zeg niet om aan
deze smart te ontkomen, want wie die ze kent, zou aan
haar willen en aan haar kunnen ontkomen Maar om niet
door die smart verzwolgen te worden Neerknielen d-w.z.
niet willen blijven staan in eigen kracht. Aan den voet van
het schavot hoort men Danton hartstochtelijk uitroepen
„o, mijn vrouw mijn innig geliefde vrouw zal ik u dan
nooit wederzien Een oogenblik later valt hij zich zelf in
de rede Danton, geen zwakheid En dan is Danton
klaar. Hoe onbeduidend moet onze liefde zijn, wanneer
haar diepste smart door zoo'n geweldige klank interruptie
kan bezworen worden
o, Dat ellendige, dat ellendige zich goed houden Bidden,
d.i. tot God zeggen „ik kan mij in dezen mijnen nood
niet langer goed houden, onmogelijk!" Bidden, d.i. merken
dat 't ook niet noodig is ons goed te houden in krampachtige
en vruchtelooze spanning. Bidden, d.i. elke poging om ons
zelf goed te houden opgeven aan het verlangen om door
Gods armen gedragen te worden. Zooals wij zeggen van
een moeder, die haar hulpeloos kind in de armen draagt
ze houdt haar kind. En als God ons houdt, dan houdt hij
ons goed, dat verzeker ik u. En dan houdt Hij ons goed
vast. In almachtig en teeder medelijden. En al hebben we
daarbij soms 't gevoel, dat Hij ons niet vasthoudt, toch
houdt Hij ons vast, zalig en sterk. Midden in den nood.
Niet naast,neen, in de grootste smarten blijven onze harten
in den Heer gerust. We moeten ons niet boven onze smarten
pogen te verheffen. Onzin Ge kunt even goed een drenkeling
oproepen om zich te verheffen boven de zee. Onzin Boven
de zee is geen bodem. In de zee is ook geen bodem. Onder
de zee, daar is de bodem. Onder de diepte van onze smart
ligt de bodem, de vaste bodem der eeuwige liefde Gods.
En ons laten zinken, daarin ligt t geheim van niet te
verdrinken.
Paulus zal 't aangezicht zijner Efezische vrienden niet
meer zien. Zij zullen het aangezicht van den Apostel niet
meer zien. Nu blijven ze er niet smachtend en kwijnend
in onvruchtbaren weemoed naar hunkeren om toch elkanders
aangezicht weer te zien. Zij doen iets anders. Ze richten
samen t oog op een ander aangezicht, op 't aangezicht
Het Evangelie in Spanje.
VII
Hoe ziet het er dan met die zoogenaamde
vrijheid van godsdienst voor de protestanten
uit
Artikel 11 van de spaansche Grondwet luidt
als volgt:
„De roomsche godsdienst is die van den
Staat.
„De Staat verplicht zich dien godsdienst en
zijn dienaren te onderhouden.
„Niemand zal, op spaansch grondgebied, om
zijn godsdienstige meeningen worden lastig
gevallen, noch om de uitoefening van zijn
godsdienst, behoudens den eerbied aan de
christelijke zedeleer verschuldigd.
.Echter zullen geen andere openbare eere
diensten noch uitingen (manifestaciones) ge
oorloofd zijn dan die van den staatsgodsdienst."
Dit artikel klinkt heel mooi en liberaal, maar
het is een model van fijne casuïstiek en geeft
volkomen vrijheid of recht tot vervolgen, al
naarmate de regeering zulks wenscht. Vooral
dat verbod van „manifestaciones publicas".
openbare uitingen van den godsdienst of eere-
dienst is zeer rekbaar en heeft dan ook in den
loop der jaren tot allerlei maatregelen van
willekeur van de zijde van hoogere en lagere
regeeringsambtenaren tegenover de protestanten
aanleiding gegeven.
Zoo heeft de politiesomsgodsdienstoefeningen
verboden omdat het gezang door de geopende
vensters op de straat gehoord werd. Dat was
een openbare manifestatie
Zoo was het niet geoorloofd een opschrift,
tekst of kruis boven evangelische kerken of
scholen te plaatsenimmers dat was een
openbare manifestatie, waaraan roomschen zich
konden ergeren zoo was ftet'jarenlang verboden
door den hoofdingang van de voornaamste
protestantsche kerk in Madrid binnen te gaan,
omdat die deur dan open moest zijn en die
blik in een kettersche kerk een openbare mani
festatie was! De geloovigen hadden aan een
achterdeur genoeg.
Dit laatste verbod van opschriften boven
protestantsche kerken en scholen is vier jaar
geleden door den liberalen minister Canalejas
opgeheven, volgens sommigen op aandrang van
de moeder der Koningin, de prinses van Batten-
berg, die met ergernis had opgemerkt, dat geen
enkele aanduiding de evangelische kapel, waar
heen zij zich had begeven, van andere gebouwen
onderscheidde.(')
Wanneer de alcalde (burgemeester) een ge
hoorzame dienaar van de geestelijkheid is,
kost het hem weinig moeite, op aandrang van
den bisschop of pastoor, de protestanten op
grond van genoemd wetsartikel of zelfs zonder
eenigen rechtsgrond hoegenaamd te bemoeilijken
en te vervolgen, colporteurs het venten en
verspreiden van bijbels te verbieden, scholen,
kerken en evangelisatielokalen te sluiten, gods
dienstige bijeenkomsten te verhinderen, enz.
De geschiedenis van het protestantisme in
Spanje gedurende de laatste veertig jaren kan
bijna op elke bladzijde zulke voorvallen van
onverdraagzaamheid vermelden en de jaar
gangen van „Het Evangelie in Spanje" zijn er
dan ook vol van. Gelukkig behooren zij meer
en meer tot de zeldzaamheden, sedert de liberale
pers van dergelijke gevallen melding maakt en
de publieke opinie op dit punt meer is wakker
geworden.
(Wordt vervolgd). M. F. v. L.
Men weet dat de tegenwoordige Koningin,
de vroegere prinses Ena van Battenberg, pro
testant was en haar geloof moest afzweren.