2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 26 Maart 1916
Mededeelingen.
Uit de Gemeente.
Ik vroeg eens aan een kluizenaar in Italië, hoe hij er toch
toe kon komen heelemaal alleen in een armzalige hut op
een bergtop te gaan wonen, ver van alle andere menschen
verwijderd. Hij antwoordde: „God is mijn naaste buurman".
Sterne.
Ik ben bereid om te werken, maar 'k heb werk noodig,
waaraan 'k mij met mijn gansche hart geven kan, en dan
kan 't mij verder niet schelen of 't moeilijk is.
Louise Alcott.
Dank God, dat gij uw kruis niet hebt te kiezen, en dat
gij het niet afwerpen, niet voortslepen, niet ter schouwe
dragen, maar in stilte dagelijks bij vernieuwing moogt op
vatten aan den voet van het kruis van Golgolha.
Van Oosterzee.
Zandvoort.
De Extra-collecte, op Zondag 26 Maart te houden, strekt
ten voordeele van de stichtingen voor epileptici te Heem
stede en Haarlem.
De Jongelingsvereeniging hoopt het uitgestelde Jaarfeest
te vieren op Donderdag, 30 Maart a.s., 's avonds 772 uur
in „Ons Huis", üs. F. M. Eere-voorzitter, spreekt een
Openingswoord, terwijl er voordrachten en samenspraken
worden gehouden en zangnummers ten gehoore worden
gebracht. In de pauze wordt een tombola gehouden.
De toegangskaarten-verkoop is Maandag 27 Maart, des
avonds van ll\210 uur in „Ons Huis De entrée kost
25 ets. per persoon.
De Vereeniging tot ondersteuning van behoeftige zieken
en kraamvrouwen ontving, in antwoord op haar „Bede om
hulp", voorkomende in den vorigen Zondagsbode, van Mevr.
Wed. B. te Aerdenhout f 25.van Mevr. B. te Aerdenhout
f 10.— van Mej. E. M. te Amsterdam f 5.van Mevr.
P. te Zandvoort f 5. - en van Graaf van R. te Aerdenhout
f 25.— en van Jkvr. v. L. te Aerdenhout f 5.Hartelijk
dank! Vooreerst kan de Vereeniging haar werk nu weer
voortzetten.
Ds. P. M. houdt a.s. Maandag alléén 's avonds spreekuur.
Met attestatie is ingekomen uit Cleve (Rheinprovinz)
Maarten Edam Hzn. en Marijtje Duyvis (Echtl.).
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
17—24 Maart 1916.
Geboren Saartje, dochter van H. Paap en S. Schaap.
Mina, dochter van L. Koper en D. Keur.
Bloemendaal.
Zondag a.s. zal door den Heer Koopman de laatste
avondbeurt van dit winterseizoen worden gehouden.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Geboren: Petrus, zoon van J. van Woensel en N. van Rixel.
Wilhelmus Cornelis, zoon van P. Hoogewerf en
H. M. van Maris.
OverledenJ. van der Aarde, 38 j.
K. Kooij. 45 j.
C. Schwartsenburg, 23 j.
E. Ebling, 83 j.
T. Langereis, 17 j.
J. H. H. van Nes, 63 j.
Hoe Bloemendaal zingen leerde.
Vervolg).
Dit is de proclamatie, door Dominé de Genestet opge
steld, en „op den 8 April 1776 van den Predikstoel voor
gelezen", om de gemeente te bewegen haar lijzig lied te
ruilen tegen wat opgewekter wijze van zingen: „Wordt bij
deze aan de Gemeente bekend gemaakt, dat door den Ed.
Agtbaren Magistraat en de Eerw.Kerkeraad van Aalbertsberg,
Tetterode en de Vogelenzang (in navolging van meerdere
en grotere Gemeenten, voornamentlijk die der Aanzienlijksten
in ons Holland) is geresolveerd, om de nieuwberijmde en
thans in gebruik zijnde Psalmen, in de openbaare Godts-
dienst op enen vluggeren trant als voor dezen te zingen
en dat wel zo, dat met den aanvang van ieder Regel de
Eerste Noot, als mede op het einde der Regels ofte Laatste
Noot als ene geheele Noot gezongen zal moeten worden,
en de tussen in zijnde Noten, niet langer als een Kwartnoot
zal worden gezongendat ook bij ieder Stip ofte uiteinde
der Regels, eene rusting zal moeten worden gehouden ter
lengte van enen geheelen Noot; en alsdan met den voor
zanger gelijkelijk wederom opheffen, wordende de Bloemen-
daalsche voorzanger dezer plaatse ten dien einde door
hunne Ed. Agtbaarheden en Eerwaardigheden geordoneert
en gelast bij dezen zig enigen tijdt in de Kerke alhier te
vervoegen, om alzo zig aan het voornoemde Gezang te
leeren gewennen, als mede aan de Gemeente. En dat wel
des Donderdaags en Saterdags Avondts van 7 tot 8 uuren,
waarmede op aanstaande Donderdag-avondt eerstkomende
een begin zal worden gemaakt. Verzoekende een ieder onzer
Gemeente, die daar toe Lust en Genegenheid heeft, mede
op dat bestemde uure in de Kerke te komen, zullende dus
zo lang worden geexerceert, totdat men het voornoemde
Gezang in den gewonen openbaaren dienst des Heeren in
gebruik zal kunnen invoeren, welke tijdt bij nadere Resolutie
aan de Gemeente des Heeren alhier zal worden bekend
gemaakt."
Na deze proclamatie te hebben voorgelezen, heeft ds. de
Genestet „hier over den zegen des hemels toegewenscht
en de Gemeente tot een neerstig opkomen ter gewoner tijdt
aangespoort". Blijkbaar heeft zij aan die aansporing gevolg
gegeven. De gemeente had er wat voor over om haar Kerk
gezang te verbeteren. Ze kwam trouw op, Donderdags- en
Zaterdagsavonds. De voorzanger had zich in de nieuwe
manier van zingen geoefend, solo zingende voor Burgemeester,
Wethouders en Kerkeraad. En onder leiding van den aldus
„geëxerceerden" zangleider, oefende zich de gemeente,
telkens een uur achtereen. Zij zong al de Psalmen door,
een heele noot aan het begin en een heele noot aan het
einde van iederen regel, en wat tusschen begin en einde
lag in een vierde gedeelte van den tijd. 't Ging best. Want,
zoo vertelt ons ds. de Genestet. „dit werk is binnen korten
tijdt zo gelukkig en gewenscht volbragt, dat en de Magistraat
en de Kerkeraad oordeelden, dat ik op den 28en dezer maand
April van den Predikstoel moest voorlezen, dat er op den
volgende Donderdag zijnde de 2 Meij, voor het laatst ter
Exercitie zou gezongen worden, en de nieuwe zangwijze
op den 5de Meij alhier ter openbaare Godsdienstoefening
zou ingevoert worden."
Zoo is 't ook gebeurd, blijkbaar tot groote voldoening
der gemeente. Maar er gebeurde ook nog iets anders. Door
dat vluggere zingen, was de Kerk te vroeg uit. Of liever:
zoover kwam het niet. Magistraat en Kerkeraad hadden
voorzien, dat de dienst, niet enkele minuten, maar geruimen
tijd korter zou duren, wanneer het gerekte gejammer plaats
maakte voor opgewekten zang. Daarom werd besloten, dat
telkens niet één psalmvers, maar „ene geheele Pauze voor
en ene geheele Pauze na"' zal gezongen worden.
Weet ge wat een „Pauze" is? Kijk maar eens in uw
Kerkboekje. Daar vindt ge na iedere drie, vier of vijf
berijmde psalmverzen het woord Pauze. Dat vervangt of