2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 21 Mei 1916 Voor eiken dag Mededeelingen. Leestafel In dier voege zegt ook Paulus in Rorn. 2 vs. 16 dat God eenmaal oordeelen zal naar zijn Evangelie, d.w.z. het Evangelie door Paulus gepredikt, zal Gods maatstaf bij Zijn oordeel zijn. Mattheus 16 vs. 19 is derhalve absoluut geen tekst voordeRoom- sche priesters om daarmede hun macht te staven om door het al of niet geven van absolutie, den zondaar binnen het Koninkrijk Gods toe te laten of hem daarbuiten te sluiten. Er staat in dien tekst niets anders dan dit: dat Petrus het recht ontvangt om te bepalen wie al of niet tot het Koninkrijk Gods be hoort, welke bepaling afhangt van deze vraag: of iemand Jezus als den Christus belijdt, ja dan neen. Alle willekeur is uitgesloten. Petrus zal niet zijn eigen maatstaf mogen aanleggen. Hij zal alleen Gods maatstaf hebben bekend te maken. Petrus mag niet zijn voorwaarden stellen. Hij zal zich aan Gods voorwaarde hebben te houden. Verder dan de verkondiging dier maatstaf Góds mag Petrus niet gaan. Laat Rome nu maar zeggen dat vervloekt is wie de sleutelmacht verklaart als de aanduiding der Evangelie-verkondiging, wie zich niet blindelings onderwerpt aan de kerkelijke overlevering maar den tekst eerlijk exegetiseert, ziet dat in Mattheus 16 vs. 19 geen sprake is van het verleenen, maar enkel en alleen van het verkondigen der vergiffenis van zonden. P. M. Verzameld door C. B. Wij zijn als kinderen aan liet strand, die hier en daar een schelpje oprapen, dóch die den grooten oceaan der waarheid nog ononderzocht voor ons hebben. Newton. Er bestaat geen echte vriendelijkheid zonder nederigheid. Wie hoog van zichzelf denkt, voelt zich spoedig beleedigd. Laten we er ons van overtuigd houden dat men ons niets schuldig is; dat komt onze gemoedsrust ten goede. En vooral denken aan onze eigen tekortkomingen dat maakt ons toegeeflijk voor die van anderen. Fénelon. Men moet nooit iemand opofferen aan een geestigheid en persoonlijke aardigheden zijn niet aardig meer. v. Stipriaan Luïscius. Wie in de herinnering zijner dierbaren leeft, is niet dood die is slechts ver weg. Dood is alleen, wie vergeten wordt. Emil Frommel. De tijd alleen doet den rechtvaardige kennen, maar den booze kent gij in één dag. Sophocles. Wie een steen verwrikt aan het gebouw van het recht, werpt heel het huis ondersteboven. Friedr. Halm. „God is liefde", schreef iemand onder zijn windvaan. „Beteekent dit dat Gods liefde veranderlijk is als de wind „Neen, maar God is liefde, uit welken hoek de wind ook waait". N. N. Zandvoort. Ds. P. M. is a.s. Maandag alléén 's avonds, van 7—9 te spreken. Maandverslag van de Wijkverpleging over April. 16 patiënten werden 13 maal daags geholpen, samen 415 keer. Allen behoorden tot de N. H. Kerk. Twee overleden patiënten werden afgelegd, terwijl in 8 gevallen plotselinge hulp werd ingeroepen. De wijkverpleging ontving, voor genoten hulp, van Mevr. T, v. B. f 1.50. Onderwerp Zondagsschool voor a.s. Zondag Johannes 21. Herinnerd wordt aan de bede van de Diakonie om f 250. noodig voor het schilderen van het Diakoniehuis en de Wedtiwenhuisjes. Burgerlijke Stand van Zandvoort. 12-19 Mei 1916. GeborenJan Leendert Jacob, zoon van J. van der Werff en D. Hollenberg. Maartje, dochter van J. Molenaar en A. Paap. Burgerlijke Stand van Bloemendaal. Ondertrouwd: H. P. van Maren en G. M. Zander. G. van Buren en T. de Poel. T. Iking en G. aan het Rot. V. j. Heije en M. A. van Dalsum. Getrouwd: J. H. Kimman en E. A. M. de Jong. J. P. Hörchner en J. W. Marx. J. J. Nieuwenhuis en M. E. Tesselaar. Geboren Thodore Johanna Maria, dochter van G. H. Giebels en M. van Dopperen. Adriana en Paul Hendrik, dochter en zoon van B. J. van Stekelenburg en G. Kramer. Hendrik Anthonius, zoon van J. H. Kops en H. J. Hubbers. Overleden. W. E. Mijer, 41 j. J. van der Vliet, 30 j L. van Dort, 38 j. A. Jans, 65 j. J. Th. G. Platte, 66 j. W. Mul, 80 j. Ch. J. Douwes, 76 j. J. Kors, 76 j. De Hartog en zijn aanklagers door Jacs Rustige. A. H. Kruyt, uitgever Amsterdam. Prijs f0.60. Dit geschrift is een protest tegen de stelselmatige bestrijding van Dr. de Hartog's overtuiging, zooals die kwam en nog voortdurend komt.van de zijde van Gereformeerde Theologen. Het resultaat waartoe de Heer R. komt is dat het oordeel der H.H. Dr. H. H. Kuijper en Dr. Ubbink c. s. ongegrond is en zeker anders zou zijn uitgevallen indien zij behoorlijk kennis hadden genomen van wat Dr. de Hartog schreef. Maar tevens toont R. overtuigend aan dat die gereformeerde aanklagers van d. H. in het wezen der zaak niet anders leeren dan wat de Hartog leert, zoodat zij alleen het recht hebben den Haarlemschen wijsgeer-theoloog te wraken, indien zij hun eigen uitspraken herzien. Voorts wordt de beschuldiging van Dr. Ubbink dat Dr. d. H. pantheist is onder de oogen gezien en in haar onhoudbaarheid op de kaak gesteld. Moge van dit boekje van den heer Rustige, die de doorslaande bewijzen levert dat hij dr. de H. maar niet klakkeloos napraat, maar ernstig bestudeerde, verhelderende invloed uitgaan. De Hartog is een miskende geest. Die miskenning berust ten deele op misverstand, in zooverre dit het geval is, kan R.'s brochure uitwerken dat men op d. H. een anderen kijk krijgt dan men tot dusverre had. Toch geloof ik dat in den strijd tegen d H. niet alleen misverstand in het spel is. Ik kin niet gelooven dat hij enkel het lot van alle groote mannen deelt, dat zijn tijdgenooten hem niet begrijpen. Zijn heerlijke oprechtheid is zijn tegenstanders is een rots der ergenis en een steen des aanstoots. Hij heeft geen studeerkamer-overtuiging én eene voor dep preekstoel. Hij is een man uit één stuk. En als zoodanig laat hij zich niet inlijven bij de eene of andere richting of partij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1916 | | pagina 3