Onberekenbaar is de schade die het verlagen van den Zondag tot een dag van pret en uithuizigheid berokkent aan het volksleven, het huisgezin en de jeugd. FEUILLETON. Dien dag reeds groette met verlangen het heilverbeidend voorgeslacht! Dien riepen ze uit met ommegangen, toen de Arke Gods werd opgebracht! Met gewijde reien, trommels en schalmeien vierde reeds dit feest, dezen dag der eere van zijn Zoon en Heere, (2) David in den Geest! De schaduwbeeldtenis is verdwenen, die Isrel door 't geloof verstond! En in zijn Tempel is verschenen de Levende Ark van 't Godsverbond. (s) Buigt u voor den drempel van dien hemeltempel,. Kerke Gods op aard Looft Hem in den hoogen, Heil'gen, voor wier oogen God zich dus verklaart Ge ontsloot u voor den Vorst der eere, o poorten der gerechtigheid (4) Ge ontvingt der legerscharen Heere in Zijne Middlaarsmajesteit Jezus daalde neder Jezus keerde weder in Zijn heerlijkheid, daar Hij voor de Zijnen, tot Hij zal verschijnen, bidt, en plaats bereidt De Heere sprak tot mijnen Heere „Zit aan mijn rechterhand met mij (5) Dat alle hoogheid zich verneêre voor 't schepter dezer heerschappij Leg de waapnen neder voor dien Draakvertreder, overwonnen hel Schuddet Hem uw psalmen, wierookt Hem met psalmen, Geestlijk Israël De glorie straalt uit dien Behouder, dien t bloedig zweet werd uitgedrukt De Heerschappij rust op dien schouder, die onder 't kruishout ging gebukt Dien de Heidnen hoonden, en met doornen kroonden, heerscht als aller Heer! Dien de wereld smaadde, dien de vloek belaadde, leeft, gekroond met eer In U verheugt zich thands die Koning, o Kerk, Zijn uitverkoren Bruid Op U, tot eeuwge trouwbetooning, strooit Hij de gaven zeegnend uit(G) Vier met Hem viktorie op den dag der glorie van des Menschen Zoon, op den dag der krooning van den Vredekoning, Priester op Zijn tro^n Ge ontvingt die gaven, blijde scharen, thands geen verlaten weezen meer (8) Gij zaagt uw Heer ten hemel varen de Heiige Geest daalde op U neer De Engelen daarboven, met de Heilgen, loven God, op aard geweest en de Kerk beneden ziet Zijn plaats betreden door Zijn eigen Geest Het Evangelie in Spanje. XIII. De protestanten, daarin weder door de libe rale pers gesteund, vragen terecht waarom de Staat eigenlijk twee soorten kerkhoven erkent; is één begraafplaats, de algemeene, burgerlijke, niet voldoende? Maar de roomschen kunnen toch niet naast onroomschen liggen! Wat zou men er van zeggen, indien de regeering aan andersdenkenden verbood kamers te huren en te bewonen naast roomsche buren? En indien de levenden wel naast elkander mogen en kunnen wonen zonder elkander te hinderen, waarom dan niet de dooden? Die zullen zich toch in elk geval wel rustig kunnen houden! Het verplichtend stellen van het burgerlijk huwelijk en de invoering van een burgerlijken stand, is een volgende vraag van het protes tantisme aan de regeering. In Spanje is het kerkelijk huwelijk algemeen, doch de regeering heeft voor andersdenken den toch een soort burgerlijk huwelijk inge steld, dat door den rechter voltrokken kan worden. Dit wordt echter vaak, onder allerlei nietige voorwendsels, aan belanghebbende pro testanten moeilijk gemaakt of eenvoudig ge weigerd, met het doel hen tot de roomsche kerk terug te voeren en hen te dwingen zich tot den pastoor te wenden. De overheidsper sonen ontzien zich soms niet den protestanten toe te voegen dat een huwelijk, niet in de roomsche kerk maar door den Staat gesloten, onwettig is en met een concubinaat gelijk ge steld kan worden. Don Manuel Carrasco zelf heeft, toen hij in het huwelijk wilde treden, maanden lang moeten protesteeren, in couranten schrijven, een advokaat nemen, rekesten aan ministers en kamerleden richten, eer de weer barstige ambtenaar, die het eenvoudig gewei gerd had, door de regeering te Madrid gedwon gen werd zijn huwelijk burgerlijk te voltrekken. Men begrijpt wat de gevolgen zijn, wanneer zij die een huwelijk wenschen aan te gaan, een voudige, ongeletterde, onbemiddelde menschen zijn, die niet bij machte zijn ai die stappen te doen, welke den heer Carrasco ten dienste stonden: het lange wachten en den langdurigen tegenstand moede de vereischte stukken zijn volgens den ambtenaar nooit in orde buigen velen eindelijk het hoofd en laten zich door den pastoor trouwen. Een andere onbillijkheid waaraan een einde moet worden gemaakt, betreft het onderwijs. De wet op het onderwijs in Spanje heeft blijkbaar niet voorzien, dat er ouders zouden kunnen zijn, die niet tot de roomsche kerk behooren of onderwijzers die den roomschen catechismus, welke zij verplicht zijn te onder wijzen, niet gelooven.Is het billijk dat een vader belasting moet betalen om een school te onder houden, waarmede hij het niet eens is en ge noodzaakt is zijn kinderen naar een roomsche school te zenden, waar zij gedwongen zijn de lessen in dien godsdienst bij te wonen, terwijl zij protestant zijn en den godsdienst van hun ouders hooren beschimpen? En wederom,is het billijk, dat een protestantsch onderwijzer, die zijn examen met glans heeft doorstaan, onmogelijk aan een staatsschool kan geplaatst worden, omdat hij daar weder dien roomschen catechismus moet onderwijzen, welken hij niet gelooft? Na het oog zoo lang op het „duister" gericht te hebben, willen wij thans ook de lichtpunten bezien. Gode zij dank, die zijn niet weinige. Allereerst wil ik dan, gelijk ik hierboven reeds gelegenheid had te doen, wijzen op het ver blijdend, feit dat de publieke opinie in de laatste jaren zoozeer ten gunste van vrijheid en recht veranderd is. Het geval van den soldaat te Ferrol staat in dit opzicht waarlijk niet alleen. Zes jaar geleden werd, op initiatief van de Madridsche Jongelingsvereeniging, een groote meeting gehouden, ten gunste van de vrijheid van godsdienst, terwijl in aansluiting daaraan, een monsteradres, van meer dan honderdvijftig duizend handteekeningen van personen voor zien die allen dezelfde vrijheid begeerden, aan den toenmaligen minister president Canalejas werd aangeboden. Dat groote getal geeft te denken, wanneer wij in aanmerking nemen hoe gering het aantal protestanten in Spanje is. Twee jaar later werd weder een groote meeting in het Barbieri-theater te Madrid gehouden, dat voor die gelegenheid afgehuurd en met een aandachtig luisterende en belangstellende menigte geheel gevuld was. De groote verga dering nam unaniem een motie voor vrijheid van godsdienst en geweten aan, die een week later door een commissie uit de predikanten Oviedo, Arenales en Albricias bestaande, in een plechtige audiëntie aan den minister Cana lejas werd overhandigd. (Wordt vervolgd). M. F. v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1916 | | pagina 2