Ingezonden.
jong en oud, klein en groot door badgasten en passanten,
in hotel en pension, in winkel en op het strand in beslag
genomen.
Of er niet één uurtje catechisatie per week afkon Na
tuurlijk zou dat wel gaan, vooral nü nog, in den vóórtijd.
Maar wat wel zou kunnen, gebeurt niet.
Daarom zei ik dat ik voor de overmacht der seizoen
beslommeringen de vlag strijk, zij het dan „onder protest".
Mej. C. Bienfait.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
2—9 Juni 1916.
Geboren: Marijtje, dochter van A. H. Schuiten en A. M.
Cazander
Adriana, dochter van L. Terol en S. de Wid.
Overleden: A. Koper-de Roode, 79 jr.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
2—9 Juni 1916.
Geboren: Qerardus Johannes; z. van Th. J. Zomer
en G. Willemse
Franciscusz. van F. Versteeg en W. C.
Willembroek.
Ondertrouwd: G. J. P. Verschoor en W. J. E. L. Pieters
Graafland.
Overleden: J. J. van 't Hof, 31 jr.
C. B. M. de Boer, 19 jr.
H. W. van Delden, 60 jr.
J. van der Haar, 83 jr.
C. J. Laarman, 25 jr wonende in Haarlem.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
Hooggeachte Heer! Zandvoort, Mei 1916.
U wilt de gemeente vlugger laten zingen prachtig
Ik dacht direct aan den Engelschen dienst op den 2den
Kerstdag van het vorig jaar, hier gehouden. Een genot was
het toen, om naar dat gezang te luisteren. Wat mij bij dien
zelfden dienst eveneens opviel en dat is de reden van
dit schrijven was, dat tijdens het coliecteereu niet ge
sproken werd de tijd daarvoor benoodigd werd aangevuld
met gezang en orgelspel. Het oneerbiedige en hinderlijke
van de collecte lijkt mij, voor een klein deel althans, hier
door ondervangen. Want. behalve het oneerbiedige, is het
voor een aandachtig luisteraar zeer zeker ook hinderlijk,
als hij plotseling zoo'n zakje voor zich ziet verschijnen.
Daar opheffing van het rondgaan met een zakje en ver
vanging door een busje aan den uitgang wel niet wenschelijk
zal zijn, (Men verkeert in gedachten, bij het uitgaan van
de Godsdienstoefening, in hooger sfeeren en denkt dan
natuurlijk niet aan een collectebusje!) ware het misschien
toch een verbetering, als U de regeling, zooals bij den
Engelschen dienst gebruikelijk, zoudt kunnen of willen in
voeren. Misschien wilt U mij Uwe meening daaromtrent
wel eens doen weten
Met de meeste hoogachting, Uw dw. P.
Bij den Engelschen dienst op den 2den Kerstdagavond
1.1. werd tijdens de collecte niet gezongen Alleen het
orgel speelde en de aanwezigen zwegen. Evenwelhet
corps collectanten was toen aanmerkelijk versterkt om den
gang van zaken te bespoedigen. Mogelijk zou dat ook bij
onze godsdienstoefeningen zoo geregeld kunnen worden,
al stelt onze kerkeraad slechts 3 Diakenen, die, vooral in
den zomer, zelden alle drie in de Kerk aanwezig zijn,
terwijl Diakenen niet, gelijk de Kerkvoogden, het collec
teeren aan anderen kunnen overdragen, maar gehouden zijn
dit zelf persoonlijk te doen. Maar gesteld, ook in onzen
dienst gingen er een 6-tal collectanten rond, ze zouden
met hun lange stokken weldra slaags raken met elkaar.
We zouden dan ook, gelijk bij den Engelschen dienst
geschiedde, open schalen moeten laten rondgaan, waartegen
wel eenig bezwaar is in te brengen.
U noemt de wijze van collecteeren door rondgang met
zakjes oneerbiedig en hinderlijk. Naar uw hart zal dus wel
de vraag van Dr. J. H. Gunning JHzn. zijn, voorkomende
in zijn reeds een kwart eeuw oud maar nog altijd frisch
boek „Onze Eeredienst" „Waarom mou toch altoos de
middenzang en een deel der prediking onrustig en on
stichtelijk gemaakt worden door het rondloopen der diakenen,
met al den aankleve van hunne beurzen of zakken door
zoekende, knikkende, hoed afnemende, tegen lampen en
kronen aanstootende menschen, daaraan verbonden? (blad
zijde 76).
Nu komt het mij voor dat er van bedoelden „aankleve"
in onze Zandvoortsche kerk geen sprake is en mij treft
het iederen Zondag opnieuw dat ten onzent de rondgang
der collecteerenden rustig en toch vlug plaats heeft. Oneer
biedig gaat het inzamelen der gaven hier niet. Dat de inzameling
plaats vindt onder het zingen van een schuldbelijdenis,
een gebed, een Godverheerlijkend lied, is m.i. toch niet in
strijd met den gewenschten eerbied voor den Heer, tot
wiens eer wij zingen. Want ook het schenken van een
liefdegave is als een offerande te beschouwen. Bij het col
lecteeren onder het zingen gaat de offerande der lippen
gepaard met die der handen, en als zij beide door het
hart worden gebracht, geldt nóg wat de Engel zeide tot
Cornelius, den hoofdman te Cesarea„uwe gebeden en
uwe aalmoezen zijn ter gedachtenis opgeklommen voor
God". Er zijn daden, die voor God gelden als gebeden.
Er zijn gebeden, die den vorm hebben van daden.
Wat het hinderlijke betreft, de collecte is toch aange
kondigd, zoodat niemand «er door verrast behoeft te worden.
Ik geloof dan ook dat de afleiding, door het collecteeren
onder de preek veroorzaakt, niet zoo groot is als U zulks
voorstelt. Meestal is de rondgang trouwens reeds geheel
of grootendeels volbracht, eer de aandacht voor de prediking
wordt gevraagd.
Bovendien, hoe de bezwaren te ondervangen U acht
het zelf niet wenschelijk de gewone collecte te vervangen
door eene bij het uitgaan aan de deur. De bezwaren hier
tegen zijn van practischen aard, maar, er is toch ook eene
andersoortige overweging die de collecte aan de deuren,
althans voor de armen, niet wenschelijk maakt. De inza
meling voor de armen behoort tot den eeredienst. Bij de
gemeenteleden moet het denkbeeld levend blijven, dat zij,
hun gave schenkende, niet als menschen aan hun natuur-
genooten of als inwoners aan hun medeburgers, maar als
leden der gemeente aan Broeders en Zusters hulp bewijzen.
In Schotland, vertelt Dr. Gunning in genoemd boek,
pleegt men te collecteeren bij den aanvang der godsdienst
oefening bij de kerkdeuren. Dan echter kan er van een
aanbeveling der collecte, die toch ook wel eens noodig
is, niets meer inkomen.
Ter wille van hen die bij hun aandachtig luisteren van
het rondgaan der collecteerenden hinder hebben, zit er
niets anders op dan onder de collecte zóólang te laten
zingen, dat zij, eer de prediking begint of weer wordt voor
gezet, is beëindigd. Bij een volle beurt en bij het door mij
aangeprezen en bevorderde vlug en opgewekt zingen, wordt
er, zoodoende, wel wat veel van het uithoudingsvermogen
der zingenden vereischt en het achter elkaar zingen van
een stuk of wat verzen op dezelfde wijze is m.i. niet be
vorderlijk aan de stichting.
Werkt het collecteeren, gelijk zulks ten onzent geschiedt,
inderdaad storend (wat ik niet meen), dan zou een proeve
moeten genomen worden met het collecteeren zooals dat
plaats had in dien Engelschen dienst. Alleen het orgel
speelde en de gemeente zweeg zoolang. Maar dan moet
er ook héél goed gespeeld worden Dan moet er ook aan
het klavier een man zitten die door zijn spel de zwijgende
gemeente weet te stichten. En of onze hollandsche kerk
gangers waarlijk stil zouden zitten? Zouden de kerkgangsters
ten onzent niet gaan praten Zou men niet rondkijken
Ik durf die proef nog niet aan. Bij dien Engelschen dienst
zaten de aanwezigen, ook vóór de dienst begon, stil neder,
zónder te babbelen en elkaar toe te knikken enz. enz. In
ons land heeft men nog zulke manieren niet. De aanblik
van een hollandsche gemeente, vóór de dienst begint,
is waarlijk niet stichtelijk. Van een gezamenlijke biddende
voorbereiding is geen sprake. Niet zonder verbazing, om
het ongelooflijke van zoo'n eigenschap, hooren en spreken
wij nóg altijd van „Willem den Zwijger!" P. M.