Ingezonden.
Allerlei.
greep hij alles aan om zijn kennis te vermeerderen. Vooral legde hij
zich, behalve op muziek, toe op de studie van het Fransch en
Italiaansch, terwijl hij zich ook bekwaamde in het draaiersvak, dat
door zijn vader werd uitgeoefend.
Op zijn veertiende jaar deed hij belijdenis en werd tot het H. Avond
maal toegelaten, maar hij leefde als jonge man geheel als een dienaar
der wereld. In zijn geheele omgeving was er niemand die God vreesde,
zoodat hij zich geheel overgaf aan allerlei zingenot.
Toen Schauffler twee en twintig jaar was, kwam de priester Lindl
te Odessa prediken, die toen nog niet uit de roomsche kerk getre
den was. Hij was een kleine, bleeke, zwakke man, maar hij predikte
op een gansch andere manier, dan waaraan men in die dagen gewoon
was. Aanvankelijk werd Schauffler 'getrokken door de schoone stem
van den prediker, maar het duurde niet lang of de inhoud der predi
king trof zijn ziel. Hij leerde zichzelven als zondaar kennen, maar
ook den Heer Jezus Christus als zijn Heiland, en van dat oogenblik
af ontstond de begeerte in zijn hart om prediker te worden van dat
Evangelie, waarvan hij zelf de kracht in zijn hart had ervaren
Maar hoe zou die begeerte worden vervuld De jonge geloovige
wist het niet maar zijn Zaligmaker baande voor hem den weg-
In 1826 kwam te Odessa zendeling Joseph Wolff een christen uit
Israël, en met dezen dienstknecht des Heeren kwam Schauffler in
aanraking. De zendeling vernam al spoedig welke zijn begeerte was
en gaf hem den raad hem op zijn reizen te vergezellen en zich zoo
onder zijn leiding voor den arbeid te bekwamen.
Zoo vertrokken zij dan samen van Odessa naar Constantinopel, en
daar hield Schauffler zich voorloopig bezig met de studie van het
Latijn, Turksch en Fransch. Later leerde hij te Smyrna een Amerikaan-
schen zendeling kennen, King genaamd, en deze gaf hem den raad
naar de Vereenigde Staten te gaan teneinde daar voor den zendings-
arbeid te worden opgeleid. Hij was juist in staat de reiskosten naar
Boston te betalen, en toen hij daar aankwam, had hij niet meer dan
één dollar om zijn leven in Amerika te beginnen.
Nadat hij tien dagen te Boston had doorgebracht, ging hij naar
Andover, om zich aan de Professoren der hoogeschool voor te stel
len, en door dezen werd hij vriendelijk ontvangen. Onder hunne
leiding zette hij zijn studie met grooten ijver, voort. Hij genoot een
goede gezondheid en menigmaal heeft hij zich zestien uren van het
etmaal met zijn boeken bezig gehouden, en bovendien trachtte hij
door draaien in zijn levensonderhoud te voorzien. Zijne vrienden
achtten hem hoog en bewonderden zijn fluitspel.
Op zekeren dag vernamen zij, dat hij zijn fluit had verkocht, om
zich de noodige boeken te kunnen aanschaffen. Zij kochten toen de
fluit terug en noodigden hem uit, hun koorgezang met zijn spel te
begeleiden.
(Slot volgt M. F. v. L.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Hooggeachte Redactie,
Naar aanleiding van de door U uitgesproken hoop, dat
ik het misverstand inzake de „stenogrammen" uit den weg
zal ruimen, het volgende
Twee (niet drie) van de door Dr. U. geciteerde geschrif
ten noemde ik „stenogrammen," om de eenvoudige reden,
dat ze het zijn, al werden ze door mij herzien en aange
vuld. Niemand toch zal op eigen naam stenogrammen uit
geven zonder ze te corrigeeren. Maar daarom blijven het
stenogrammen, zooals een gefatsoeneerd plantsoen een plant
soen blijft. Ik had ook „brochurens" kunnen schrijven, in
dien ik had kunnen voorzien, dat Dr. U. zelfs uit deze uit
lating mijnerzijds wapenen smeden zou.
Het tweede punt, dat ik n.l. zou hebben gezegd, dat de
drie door Dr. U. geciteerde geschriften „het geheel mijner
gedachten weergeven," zal slechts ter sprake kunnen komen,
indien Dr. U. de plaats noemt, waar ik dit heb beweerd.
Ik verzoek U dus vriendelijk aan zijn adres een nummer
van Uw blad, waarin dit mijn schrijven is opgenomen, te
zenden, en wacht zijn nader antwoord.
U dankzeggende voor de plaatsing, met groet,
Hoogachtend,
de Uwe
Haarlem, Juli 1916. A. H. DE HARTOG.
Diakonessenschool N. H. D. I.
104b Vondelstraat Amsterdam.
Diakonessenschool der Ned. Herv.
Diakonessen-Inrichting.
In verband met den nieuw aanvangenden cursus in Sep
tember e.k. vestigen wij gaarne nog eens de aandacht op
de Diakonessenschool.
De naam doet misschien velen nog denken, dat deze
school eene opleiding is voor diakonessen zonder meer.
Men meent dan, dal op deze school zijne dochters te zen
den eigenlijk beteekent zich moreel te verplichten haar later
diakones te laten worden.
Die beschouwing is evenwel onjuist. De naam beteekent
naar analogie van b.v. Nutschool, een school uitgaande
van de Diakonessen-Inrichting.
Natuurlijk kan men er ook een vooropleiding ontvangen,
die aansluit aan de opleiding voor diakones, maar er zijn
heel wat meisjes, ja zelfs het grootste aantal, die niet diakones
worden.
De school stelt zich ten doel
a. de vooropleiding tot diakones
b. de opleiding tot het diploma van den Centraalbond
van Christelijk Philantropische Inrichtingen in Nederland;
c. de vorming voor het leven, zoodat de jonge vrouw,
die de school verlaat, de noodige algemeene ontwik
keling bezit, en toegerust is met eene voldoende mate
van kennen en kunnen om als Christin in de maat
schappij een waardige plaats in te nemen.
De school is dus bestemd voor meisjes van 15—19
jaren, die de lessen aan de M.U.L O. hebben gevolgd en
practised en theoretisch ontwikkeld wenschen te worden.
Dat is juist het mooie van deze school: de schoone har
monie van theorie en praktijk.
Er wordt les gegeven in Bijbelsche-, Kerk- en Zendings
geschiedenis, Geloofs- en Levensleer, Moderne talen, Ana
tomie, Hygiëne, Teekenen en Schilderen, Slöjd, Verband
leer, Zweedsche Gymnastiek enz. DaarnaastAlgemeene
huishoudkunde, behandeling der wasch, koken en voe
dingsleer.
Verder maken de leerlingen kennis metwijkarbeid, de
Fröbelschool, opvoedingsgestichten, kinderziekenhuis,inrich
tingen van philantropischen en industriëelen aard.
Voor dat alles bedraagt het schoolgeld voor interne leer
lingen slechts f600.— voor eene leerling-diakones f250.—
per jaar, voor een leerling van den Chr. Phil. Bond f250.-
voor den tweejarigen cursus. Voor externe leerlingen, die
alle lessen volgen f 200.en die enkele lessen volgen
f25.per cursus. Dat is nu toch werkelijk hetgeen waar
naar men altijd zegt te verlangen.
Mogen vele ouders zich in verbinding stellen met Mej.
W. Klinkert, Directrice der Diakonessenschool Vondelstraat
104b. Zij zal gaarne alle inlichtingen verstrekken. Een heel
duidelijk geïllustreerd boekje over de school wordt op aan
vraag gaarne toegezonden.
A. J. ROOZEMEYER.
(Overgenomen uit de „Nieuwe Nederl. Kerkbode", op ver
zoek van de Directie der Diakonessenschool.)
Verzameld door C. B.
EEN MONGOOLSCHE FABEL.
Twee ganzen, die in het najaar gereed stonden om naar
het zuiden te vertrekken, werden door een kikvorsch drin
gend aangezocht om hem mede te nemen. De ganzen ver
klaarden zich hiertoe bereid, wanneer er een geschikt mid
del tot vervoer van den kikvorsch te vinden zou zijn. Toen
stelde de kikker hun het volgende voor: „Ik zal mij aan
een sterken grashalm met mijn mond vasthouden. Gij kunt
hem dan met uwe snavels aan beide zijden dragen." Zoo
gezegd zoo gedaan, en de reis ging aanvankelijk vol
komen naar wensch. Maar plotseling hoorde de kikvorsch,
hoe twee mannen over den door hem beraamden maatregel