2e Blad van „De Zondagsbode"
van Zondag 12 November 1916
Uit de Gemeente.
Voor eiken dag
Hoewel Ds. Posthumus Meyjes in het vorige nummer
van den Zondagsbode had verklaard van alle preekstoel
demonstraties een sterken afkeer te hebben, iets wat ik
geheel met hem eens ben, wilde de Zangvereeniging
„Immanuel" toch haar eenmaal opgevat voornemen om
den leeraar ter gelegenheid van zijn op 20 Sept. 1. 1.
volbrachte 12' jarige ambtsbediening te Zandvoort, een
lied toe te zingen, niet opgeven. En daaraan had zij
groot gelijk. Want een vriendelijke gedachte, vriendelijk
uitgevoerd, doet altijd goed. De kerkgangers vonden bij
het binnenkomen op hun plaats een papier, met den
volgenden door Dr. J. H. Gunning JHz. vervaardigden
„Feestgroet" bedrukt, dat terstond na den voorzang op
verdienstelijke wijze door deZangvereeniging werd uitgevoerd.
Gun leeraar, dat Uw dankbre vrinden
U groeten na Uw koop'ren feest.
Sinds g'u aan Zandvoort kwaamt verbinden,
Zijt Gij een vriend voor ons geweest.
Wij prijzen God, die U wou schenken
Zoo meen'ge gaaf van hart en hoofd
En als wij aan uw komst gedenken,
Zij 's Heeren Goedheid hoog geloofd.
Ga voort in Zijne kracht te strijden,
Voor al wat goed is, rein en recht;
Ons door den arb&id te verblijden,
Dien U de Heer heeft opgelegd.
Aanschouw mag 't zijn, een milden regen
Op 't geen ge in ootmoed hebt geplant
En blijf ook op uw verdre wegen
Bekrachtigd door Gods Vaderhand.
In zijn woord van dank sprak Ds. Posthumus Meyjes
het uit, dat die 12'/2 jaren niet enkel vreugde en zonneschijn
hadden gebracht; immers hij was herhaaldelijk langen tijd
ziek geweest en had, naast veel vriendschap en liefde,
ook wel minder aangename ervaringen opgedaan. Hij en
zijn vrouw, aan wie hij de medaille voor moed, beleid en
trouw wenschte toegekend te zien, wilden echter met moed,
beleid en trouw voortgaan, strijdende voor wat waar en
recht is. God schenke hun menige heerlijke vrucht op
hun arbeid. De prediking van Christus als onzen Heiland,
zooals wij die Zondag aan Zondag van onzen leeraar
mogen hooren, kan niet ongezegend blijven.
M. F. v. L.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Geboren: Gerard, zoon van H. van der Linden en
G. Zuiderduyn.
Helena Maria, dochter van M. Herben en
J. W. van der Veldt.
Leonardus Petrus, zoon van A. J. Koelemy
en A. M. Ei.
Sophia Jacoba Maria, dochter van J. R. Nee
lissen en J. H. Roozen.
Anna Catharina, dochter van H. Beekman
en M. van den Berg.
OndertrouwdA. H. M. Teunisse en M. Bolvers.
Overleden: A. B Mazzoli, 61 jaar.
A. J. Bos, 39 jaar.
Zandvoort.
Namen der gedoopte kinderen op Zondag
5 November 1916.
Barthold Carel, zoon van A. N. Honig en C. H Coninck
Westenberg.
Anna MarGARETHA, dochter van J. Schut en A. Paap.
Drika Gesina, dochter van W. Keur en D. G. te Kolslé.
Saartje, dochter van H. Paap en S. Schaap.
Maartje, dochter van H. Schaap en A. Molenaar.
Jan Leendert Jacob, zoon van J. v. d. Werff Lzn. en
D. Hollenberg.
Jan, zoon van L. N. van den Bos en N. Weber.
Cornelia Johanna, dochter van H. H. Dalman en P. Nolen.
Engel, zoon van K. van der Meulen en P. Paap.
Maartje, dochter van W. van Duijn en J. van den Bosch.
Arendje, dochter van A. Koper en W. van den Bosch.
Gerard, zoon van W. Terol en A. van Keulen.
Jan Hendrik, zoon van A. Koper en P. van Keulen.
Cornelis, zoon van C. Koper en M. Keur.
Neeltje, dochter van M. Loos en C. Visser.
Adriana, dochter van L Terol en S. de Wid.
Willempje, dochter van J. van der Mije en J. Slagtveld.
Verzameld door C. B.
Een mensch, die op een onveranderlijken grondslag staat,
wordt vanzelf een held. Emerson.
„Ik ben de Heer". Dat klinkt wel als een woord des
donders, als men bedenkt hoe die Heer en God donder
en bliksem in Zijne hand heeft, om te verpletteren en te
verderven. Maar dat „Ik ben de Heer uw God", dat klinkt
weder zoo zacht en liefelijk, als men bedenkt hoe veel
•zegen en goedheid Hij in Zijne hand heeft, om uit te
storten over allen die Hem vreezen, ja dagelijks te schenken
aan allen. „Uw God", d.w z.Hij wil voor U zorgen, als
een moeder voor haar kind. Hij wil zich met U bezighouden,
als waart gij de eenige mensch op de gansche aarde.
Luther.
De godsdienst is niet om ons oplossingen aan de hand
te doen voor raadselen, die het leven ons geeft; want de
godsdienst roept ze op en vermenigvuldigt ze. Maar hij
is ons gegeven, en dit alleen is zijner waardig, opdat niet
de quaestie van smart en zonde, maar opdat smart en
zonde zelve en alles wat jammerlijk, wat droevig, wat on
rechtvaardig, wat slecht is,zelf zich oplosse
in geluk en zegen, in Gods eeuwig leven van waarheid,
vrede en heerlijkheid. Jo- de Vries.
Geloof, dat is het leven aandurven dat ismoed tot
strijden, kracht tot handelen, kracht ook tot lijden en wachten,
als en zoolang God het wil. E.
Door de tong van den patient ontdekt de geneesheer de
ziekte van het lichaam, de wijsgeer die der ziel.
N. N.
Achting en zinnelijke liefde kunnen beiden de snel ge
wassen zomervrucht van één dag zijn. Maar ware vriendschap
kiemt uit het langzame winterzaad van den omgang.
Jean Paul.
Een deugd noemt gij het, anderer blijdschap te voelen
als uw éigen blijdschap? Ik houd het voor een onmetelijk
geluk en een groot talent.
Friedrich Hebbel.
MARIA-AANBIDDING OF NIET?
Dankbaar voor Zijn gastvrijheid in de „Zondagsbode"
moet ik Ds. Posthumus Meyjes bovendien nog dank brengen
voor Zijn herhaalde en nadrukkelijke erkenning: „dat Maria
volgens de Roomsche leer een schepsel, geen godin is".
Het onderscheid, elk Roomsch catechismuskind met de
moedermelk ingegeven, tusschen de aanbidding, die alleen
aan God toekomt (propter excellentiam increatam, krachtens
Diens ongeschapen volmaaktheid) en tusschen de vereering
die den heiligen wordt toegedragen (propter excellentiam
creatam, krachtens hun /«geschapen volmaaktheid) werd
correkt door Hem weergegeven en is volkomen in den haak.
Maar niettemin blijft Zijn beschuldiging „dat Rome in de