Leestafel. onderwerping en de gehoorzaamheid van het volmaakste aller kin deren ten opzichte van de beste aller moeders behouden heeft" (blz. 25). „Dit is de wil des Allerhoogsten, die de nederigen verheft, dat de Hemel, de aarde en de hel, tegen wil en dank, buigen voor de be velen van de nederige Maria, die Hij Koningin des hemels en der aarde, opperbevelhebster Zijner heirscharen, schatmeesteresse Zijner schatten, uitdeelster Zijner genaden, bewerkster Zijner groote won deren, herstelster van het menschelijk geslacht, middelares der menschen, verdelgster van Gods vijanden en getrouwe gezellin van Zijne grootheden en Zijne zegepralen gemaakt heeft" (blz. 26). „Die Maria niet tot Moeder heeft, heeft God niet tot Vader" (blz. 27), „Indien een geloovige Jezus Christus in zijn hart gevormd heeft, kan hij met alle recht zeggen: Grooten dank aan Maria" (blz. 28) „De devotie tot de allerheiligste Maagd is noodzakelijk ter zalig heid" (blz. 32). „Maria alleen laat de ellendige kinderen der ontrouwe Eva in het aardsche paradijs ingaan, om daar aangenaam met God te wandelen; of liever zij is zelve dit aardsche paradijs" (blz. 34). „Door Maria is het heil der wereld begonnen en door Maria moet het voltooid worden" (blz. 36). „Wat Eva door ongehoorzaamheid verdoemd en verloren heeft, heeft Maria door gehoorzaamheid zalig gemaakt (blz 40). „Al wat God door de natuur bezit, bezit Maria door de genade, zoodat zij beiden denzelfden wil en DEZELFDE MACHT bezittende, zij beide dezelfde onderdanen, dienaren en slaven hebben" blz. 54). „Aan de heerschappij Gods is alles onderworpen, ook de Maagd. Zie, aan de heerschappij der Maagd is alles onderworpen ook God" (blz. 55). „O! hoe gelukkig is een mensch. die alles aan Maria heeft ge geven, die in alles en voor alles op Maria vertrouwt!" (blz. 113). „De zielen die niet uit het bloed, noch uit den wil des vleesches, noch uit den wil des mans, maar uit God en uit Maria geboren zijn, begrijpen mij" (blz. 113) „Vertrouwen op U stellende, o Moeder Gods, zal ik zalig worden; onder uwe bescherming zal ik niets vreezen; met uwe hulp zal ik mijne vijanden bestrijden en op de vlucht slaan" (blz. 114) „De musch heeft een woning gevonden om daarin te verblijven en de tortelduif een nest om hare jongen te plaatsen. O! hoe ge lukkig is de mensch die in het huis van Maria woont!" (blz. 121). „Meent niet dat het een grooter geluk is in Abrahams, dan in Maria's schoot te wonen, dewijl de Heer daar zijn troon heeft ge plaatst" (blz. 123). „Een getrouwe dienaar van Maria, die door hare keizerlijke be scherming en macht omringd is, heeft niets te vreezen Deze goede Moeder en machtige Prinses der hemelen" (blz. 131). „Hoe meer gij dus de welwillendheid van deze Doorluchtige Prinses en getrouwe Maagd zult winnen hoe meer gij, enz." (blz. 133). „ik ben geheel de uwe en al het mijne is het uwe, O glorierijke, boven al het geschapene gezegende Maagd, dat ik u als een zegel op mijn hart plaatste, terwijl uwe liefde sterk is als de dood!" (blz. 135). „Maria, die de boom des levens is" (blz. 137). „Indien men Maria prijst, bemint, eert, of geeft, dan wordt God geprezen, bemind, verheerlijkt; men geeft dus aan God door Maria en in Maria" (blz. 141). „In vier woorden bestaat de heiligmaking, dat men al zijne werken door Maria met Maria, in Maria en voor Maria moet doen" (blz. 156). „De Geest van Maria is de Geest Gods" (blz. 157). „Dat men zich herinnere, dat Maria de groote en eenige vorm van God is, geschikt om met weinig kosten en in weinig tijd, levende beelden van God te maken (blz- 159). „Men moet nog weten dat de heilige Maagd het heiligdom der Godheid is, de rust der allerheiligste Drievuldigheid, de troon Gods, de stad Gods, het altaar Gods, de tempel Gods, de wereld Gods" (blz. 160) Mijn Lezer, had de Pater niet schoon gelijk dat hij dit trommel-vuur van bewijsplaatsen voor mijne stelling dat Rome Maria aanbidt, maar liever niet heeft willen afwachten? Hoe kon ooit, onder zulk een hagelbui van verpletterende citaten, van Alkmaar de victorie beginnen? P. M. Kerstboekjes. Uitgave van J. M. Bredée's Boekhandel te R'dam. De bekende uitgever M. J. Bredée te Rotterdam zond ons een stapel boekjes ter recensie. Ingenaaide en gebon den exemplaren, alle zien er even smaakvol en keurig uit. Ook de plaatjes zijn aardig en geven aan de boekjes een bijzondere bekoring voor de kinderen. Het is moeilijk om over al die boekjes apart te spreken, daar de ver scheidenheid der verhalen groot is. Goed gezien dunkt het me ook geschiedkundige verhalen, voor kinderen bevattelijk geschreven, uit te geven voor dezen waarlijk goedkoopen prijs. Zoo vindt men er een mooi verhaal van „Marnix van St. Aldegonde, de Zeeuwsche vrijheidsheld" en „De vreemdeling der Valleien", uit de geschiedenis der Wal denzen. Ook John Bunyan's wereldberoemd boek van „Eens Christens reize naar de eeuwigheid" is nu binnen veler bereik gebracht. Johanna Breevoort schreef aardige ver haaltjes, die de kinderen boeien zullen en hen laten zien hoe heerlijk het is al vroeg den Heer te dienen. Zoo b.v. „de kleine Meubelmaker", „Het heerlijkeland". Als kerstverhaaltje zij genoemd „Was dat niet aardig" en een „Kerstsprookje" door IJ. D. Muller Massis, een fijngevoeld verhaal. Wat mij ook trof als een waarlijk prettig geschrevene, eenvoudige, opvoedende geschiedenis, was Femnina's „Uit het schoolleven van Hendrik Sluiters". Het minst gelukkige, ook om de moraal, lijkt mij „De kleine Negerknaap" van Barth. Dit is gedwongen en men voelt ook van het godsdienstige leven, bij de hierin be schreven menschen, het onwaarschijnlijke. En daarmede moeten we, vooral waar 't jonge critische oogen geldt, die deze boekjes lezen zullen, oppassen. Zaad is zoo spoedig gezaaid Wat den Uitgevers ook tot eere strekt, is de zeer duide lijke en groote letter-type waarmede al de boekjes gedrukt zijn. Voorwaar een weldaad, na het vele slecht gedrukte dat we in dezen duren tijd telkens onder de oogen krijgen. Ook kan men nog veel meer uitgaven op dit gebied èn voor Zondagsschool-uitdeelingen of kerstgeschenken vinden in Bredée's catalogus, op aanvrage kosteloos te verkrijgen. C. B. „Wat het lijstertje zong" versjes voor school en huisgezin ver zameld door Aletta Hoog, prentjes van Jan Wiegman. Uitgever D. A. Daamen 'sGravenhage. Dat is een snoezig boekje. Allersmakelijkst uitgegeven in een licht bandje met dansende kindertjes om een appel boom en het heele boekje vol met aardige plaatjes en lieve bevattelijke versjes, waaronder veie bekenden. Gelukkig, dan kunnen de ouders, met de kleine kleuters lezende, zich nog herinneren hoe ook zij dat eenmaal aan moeders schoot of op school lazen I Aardig is „Broertjes brief", „Visite", „Roode wangen", „Grootmoeder", „Vraag", „Jezus' liefde voor de kinderen". Zoo zou ik wel aan het opnoemen kunnen blijven, maar liever zou ik willen dat velen dit boekje, de prijs is f 1.50. bestelden en het als een goed kerstgeschenk gaven aan menig klein ding, dat op deze wijze aan het denken en vragen en jubelen wordt gebracht. Aletta Hoog deed een goed werk met deze verzameling en Jan Wiegman verhoogde met zijn prentjes het geheel van dit keurige gedrukte kinderboek. C. B. Wildvogel door Runa prijs f 1.25. De God zijner moeder prijsf 2.40 Uitgever D. A. Daamen 's Gra- venhage. De Uitgever Daamen zond ons ook nog deze twee werken van Runa. Beide boeken zijn uit het Zweedsch vertaald door Lukkien een verzorgde keurige vertaling en heider gedrukt en smaakvol gebonden en uitgegeven. „Wildvogel" is reeds de tweede druk. De inhoud der beide boeken is zooals we dien van Runa gewend zijn. Waarlijk goed en boeiend. Nu eens niet „opgelegd christelijk" maar waar gevoeld en van een diep vromen zin. Waarschijnlijk valt „de God Zijner Moeder" méér in de smaak, omdat het verhaal dichter bij ons staat, de karakters daar in beschreven voor ons makkelijker zijn te volgen dan in „Wildvogel". Men leze en oordeele 1 Het is alleszins de moeite waard deze boeken te koopen, weg te geven of te wenschen op verjaar- of kerstfeest. Ik houd van Runa's boeken, heel veel. Is u dat geen aanbeveling genoeg!!! C. B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1916 | | pagina 4