2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 14 Januari 1917
Mededeelingen.
Uit de Gemeente.
geen zondaar, hoe rampzalig en hoe verlaten, wien Uwe meedoogen-
heid niet te gemoet komt, ais hij tot U opblikt". (Bonav.)
„Zoo vaak iemand godvruchtig de H. Maagd groet, ontvangt hij
een tegengroet van Haar". (S. Bernardin.)
Mij dunkt, deze citaten, die nog met tallooze te vermeer
deren zouden zijn, geven ondubbelzinnig te kennen dat al wat
in den hemel, op de aarde en in den afgrond onder goddelijk
bestel valt, ook tot het gebied van Maria behoort, gelijk Bern. v
Siëna zegt (Sertn. de Nativ. Virg. cap. 6). En in dat gebied is zij
overal en altijd gelijkelijk present.
Is het niet „lachwekkend" dit alles toe te stemmen en dan tóch
vol te houden dat de Maria der Roomsche Kerk een „schepsel" en
geen „godin" is P. M.
VOOR ELKEN DAG. Verzameld door C. B.
God heeft geduld genoeg om alle werk dat Hij begon
ook tot voltooiing te brengen. Lavater.
De sterkste mensch kan niet één seconde zijn levens
tijd verlengen, maar de getrouwste kan dien tijd zeer
vermenigvuldigen. Beets.
Het leven 'is geen droom: het wordt slechts tot een
droom door de schuld van den mensch, wiens ziel de
roepstem tot ontwaken niet opvolgt. Vinet.
„De ouderdom komt met gebreken". Dat is niet zoo erg
als dit, dat van velen de gebreken tot in den ouderdom
medegaan. N. N.
Gods liefde voor arme zondaren is zeer wonderbaar,
maar Gods geduld met slecht gehumeurde heiligen is een
grooter mysterie. Drummond.
Laat uw kinderen opgroeien in den zonneschijn der
liefde! Indien hun kindsheid gezegend wordt met de
vriendelijke warmte der toegenegenheid, zullen zij later de
koude des levens beter kunnen verdragen. Lubbock.
Hij heeft veel geleerd, die geleerd heeft stil naar God
te luisteren. Emerson.
Zandvoort.
Maandag 8 Januari vergaderde het kiescollege, 's avonds
7Vs uur in de Consistoriekamer. Tot Ouderling werd her
kozen de aftredende Heer W. H. Driehuizen, terwijl in de
vacature J. van Brummelen werd benoemd de Heer H. van
Asperen en in de vacature J. Snijer (die wegens hoogen
leeftijd zijn ontslag had genomen) de Heer A. C. A. Baron
van Dedem. Tot Diaken werd herkozen de aftredende Heer
H. C. Voet.
Allen hebben hunne benoeming aangenomen.
BEDE OM HULP. Een tuberculose-slachtoffer,
moeder van 6 kinderen, (jongste 8 maanden oud) heeft
dringend noodig opgenomen te worden in het Diakonessen-
huis te Haarlem. Maar de verdiensten van haar man zijn
niet toereikend om de verplegings-kosten te betalen.
Wonende te IJmuiden (zij is een Zandvoortsche.) ligt zij
ziek bij hare moeder te Zandvoort in een kamer die
door-en-door vochtig is, zoodat zij daar niet langer blijven
kan. „Ziekenzorg" helpt niet omdat haar verhuisbiljet te
IJmuidèn is. Uit IJmuiden krijgt zij niets omdat zij hier is.
De Zandv. Diakonie kan niet helpen, ook al was zij hier
ingeschreven als lidmaat, bij gebrek aan de noodige middelen.
Wie stuurt mij nu wat geld om de opname in het
Diakonessenhuis te Haarlem voor den tijd van een maand
of 4 te verzekeren? Voor de eerste 14 dagen is het, van
te voren te storten bedrag, bijeen. Het verpleeggeld bedraagt
ƒ1.50 per dag.
Giften worden in den Zondagsbode verantwoord. P.M.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Geboren: Magdalena, dochter van Th. G. van der Velden
en P. Kroon.
Arnoldus, zoon van L. van Berkel en J. Wense.
Overleden: A. G. M. de Laive, 87 j.
W. C. Keuzkamp, 78 j.
G.P. M. de Boer, 48 j.
S. M. Meijnen, 6 m.
Zandvoort.
Gedoopte kinderen op Zondag 7 Januari 1917.
Helena Louise en Marijtje, dochters van Johannes Heeres
en Sara Christina Drommel.
Theo Jan, zoon van Jan Johannes Dijkstra en Aaltje Koning.
EERE-OUDERLING.
Wegens zijn hoogen leeftijd heeft Broeder Snijer zijn
ontslag genomen als Ouderling. Nu is hij dus voortaan,
behalve emeritus-tosfer en -doodgraver en -nachtwacht en
-klokkeluider enz. enz. óok emeritus-ouderling gewoiden.
Wie hem kent, begrijpt dat 't hem niet gemakkelijk is
gevallen den Kerkeraad te verlaten. Maar ook, dat Jan er
de man niet naar is om een betrekking te bekleeden zonder
daarin naar vermogen ijverig werkzaam te wezen. En dit
ging niet meer. Het gehoor werd hoe langer hoe minder,
andere ouderdoms-gebreken lieten zich gelden en vooral
de nachtwaker van weleer is nooit gewend geraakt aan
het 's nachts slapen. Nóg zit hij in den nacht meest op
om eerst tegen den morgen te gaan rusten. Dat kon hij
's Zondags moeilijk doen, maar 't dan vroeg opstaan
wreekte zich den ganschen verderen dag. Inderdaad,'t zou
beter zijn als hij zijn ontslag nam.
Maar Jan had ook 't ambt lief en daarvan te scheiden
viel hem zoo zwaar.
Nu heeft de Kerkeraad 't hem gemakkelijk gemaakt zijn
besluit te nemen.
Jan is eere-ouderling geworden, presbyter honoris causa
De Reglementen kennen deze onderscheiding niet Maar
bij de samenstelling daarvan is ook niet op menschen
als Jan Snijer gerekend. De Kerkeraad heeft deze betrekking
van eere-ouderling om zijnentwille geschapen. En de daaraan
verbonden rechten zijn: de titularis blijft zijn plaats houden
in de K<'rkeraads-bank. Hij heeft 't recht voor en na den
dienst met de Broeders samen te komen in de consistorie
kamer èn hij heeft de bevoegdheid alle Kerkeraads-vergade-
ringen bij te wonen met een adviseerende stem.
Tegenover deze rechten staat geen enkele verplichting.
Zóó vond Jan het goed. Hij gaat weg én blijfthij is
geen Kerkeraads-lid meer én hij is van dat college eere-lid.
Blijve hij in die qualiteit nog vele jaren voor de gemeente
gespaard
Eere-OuderlingGod zegene U. P. M.
Van Ds. Hulsman te Assen is. in antwoord op'tZ.Eerw.
toegezonden schrijven des Kerkeraads, in den vorigen
Zondagsbode opgenomen, de hier volgende brief ingekomen
Assen, 8 Januari 1917.
Aan den Eerwaarden Kerkeraad van de
Ned. Herv. Gemeente te Zandvoort.
Eerwaarde Broeders.
Met groote belangstelling heb ik kennis genomen van
uw schrijven bij gelegenheid van mijn zilveren ambtsjubileum,
en kom u van harte danken voor de vriendelijke woorden
gewijd aan mijn arbeid in uw midden in het verleden en
de gelukwenschen daaraan toegevoegd voor den arbeid hier
in de toekomst.
Van mijne zijde mijne groote dankbaarheid betuigende voor
de vele bewijzen van vriendschap en waardeering, steeds
van uwentwege ondervonden en ook voor deze laatste ge
lukwenschen, en tevens den wensch uitsprekend, dat Gods
zegen steeds moge rusten op uwe gemeente, op den Evangelie-
arbeid, daar verricht, op uw college en uw voorganger,
noem ik mij,
Eerwaarde Heeren
Van U Eerw. de dienstw. dn.
G. HULSMAN.