Voor eiken dag
Ingezonden.
Zending-
Bloemendaal.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
GeborenWilhelmus Cornelis, zoon van J. Lindeman
en C. C. van Roode.
Gerhardus Egbertus, zoon van R. Nieuwenhuis
en A. Hardick.
Dingenis Gerrit Jan, zoon van D. Kassenberg
en C. J. de Feber.
Ondertrouwd: C. J. Vroom en M. de Jonge.
F. A. W. G. Snoecke en 1. Perkins.
H. A. Vissers en E. A. M. Roozen.
GetrouwdW. van den Berg en M. C. Holleman.
Overleden: L. G. A. van den Bosch, 50 j.
A. Lindeman, 59 j.
A. M. Michielsen, 74 j.
J. de Graaff, 90 j.
L. Koper, 59 j.
M. M. Schmitt, 94 j.
A. Edses. 85 j.
A. Boensma, 94 j.
Verzameld door C. B_
De Heer leerde mij trouw te zijn in alles en ook trouw
te handelen in tweeërlei zin nl. innerlijk tegenover God
en uiterlijk tegenover de menschen. George Fox.
Mammon en godsdienst passen voortreffelijk bij elkaar.
God en mammon passen niet bij elkaar.
Hermann Kutter.
Ik heb geen hoop dat God ons ooit zal verzekeren dat
we niets zullen verliezen bij het doen van Zijn wil. Ik
denk dat Hij ons voor onzen plicht stelt en dan de ver
vulling er van vraagt, in de verwachting dat wij de gevolgen
aan Hem overlaten. Mrs. C. Booth.
Wil men een goede zaak snel en grondig ten doode
doemen, dan moet men haar tot partij-zaak maken.
R. Rothe.
Heere God, noodzakelijk en oneindig Wezen, hoogste
Wezen, ja, eenig Wezen en meer dan Wezen. Gij kunt
alleen met nadruk zeggen: Ik ben! en dit: Ik ben, is
zóó onbegrensd en ontwijfelbaar waarachtig, dat geen
eedsformule te vinden is, die de waarheid meer buiten
twijfel stelt dan als dit woord uit Uw mond gaat: Ik ben.
Ik leef. Ja, amen. Gij zijt. Mijn geest buigt zich neder en
het allerinnigste in mij legt deze belijdenis voor U af. dat
Gij zijt. Hoe gelukkig schat ik mij, dat Gij zijt en dat Gij
niet kunt niet-zijn. Hoe gelukzalig ben ik, dat ik weet,
dat God is en dat ik deze belijdenis kan afleggen, dat
God is. Hoort het, alle schepselen: God is! Ik gun het
U, mijn God, dat Gij zijt, het behaagt mij zoo wèl, dat
Gij zijt. O, hoe schoon en goed is het, dat Gij zijt, en
dat Gij zijt, die Gij zijt. Ik zou liever willen, dat ik niet
was en dat alles niet was, dan dat Gij niet zoudt zijn.
Tersteegen.
Evenals de bouwmeester van St. Paul's kathedraal te
Londen, Sir Wren, wordt geëerd door het opschrift van zijn
gedenksteen: „als gij den vervaardiger van dit werk zoekt,
zie om u heen" zoo wijst het groote bouwwerk der
schepping naar den eenen, ongezienen Bouwmeester van
het heelal. Prof. Aalders.
Als Jezus evenals toen omwandelde op aarde, zonder
stralenkrans, zonder den ijk van de vromen of van de
godgeleerden, zou ik Hem kennen en erkennen
plerson.
Geachte Redactie!
Een mensch mag niet begeeren. Ik weet 't, en ik zeg 't me zelf
en mijn gemeente-leden dikwijls dringend aan. Maar 't is voor mij
vaak een heele toer om 't 10de gebod niet te overtreden, wanneer
ik den Zondagsbode voor Zandvoort c.a. onder de oogen krijg. De
Zandvoortsche Pastor maakt den Groesbeekschen Pastor nog wel
zijn broeder! dikwijls jaloersch. Meermalen bleek het mij, dat hij
maar even met een paar woorden voor een of ander doel in den
Zondagsbode om geld behoefde te vragen en in't eerstvolgend num
mer van denbode verantwoordde hij een lijst van giften. Nu ik in den
Zondagsbode van 21 Jan. 1.1. weer 't succes zag van 't verzoek om
geldelijken steun voor de tuberculose-iijderes, werd 't mij te machtig
en vroeg ik aan de Redactie opname van deze regelen.
We hebben hier in Groesbeek een Protestantsche school, gesticht
een vijftal jaren geleden door wijlen Jhr. de Pesters. Die school
voorziet hier in een dringende behoefte. Groesbeek telt op een bevol
king van 7000 zielen slechts 250 Protestanten. Alles is hier Roomsch.
De 3 gemeente-scholen hebben alle Roomsche onderwijzers; we
kunr.en die openbare scholen feitelijk Roomsche bijzondere scholen
noemen, 't Is voor de Protestanten dus een zaak van -t uiterste
gewicht dat de Protestantsche school er is en kan blijven bestaan.
Elk jaar echter is er een tekort van pl.m. f500. Dat kan en mag zoo
niet voortgaan, 't Geldt hier voor 't Protestantisme te midden van
Roomsche overheersching een levenskwestie. Zijn er misschien nu
ook onder de lezers van den Zandvoortschen Zondagsbode, die ook
zeggen „neen dat kan niet en dat mag niet, en daarom willen wij
ook wat bijdragen tot dekking van het tekort"?
Onze gemeente is klein en doet naar vermogen voor hare school.
Helpt den Groesbeekschen Pastor zijn begeerzucht te overwinnen,
zijn jaloerschheid te dooden, door hem te verblijden met uw finan-
cieelen steun. Doet 't, als 't niet is ter wille van hem zelf, dan ter
wille van den Zandvoortschen Pastor, die, gezien zijn artikelen over
de Roomsche Maria-aanbidding voor het doel waarvoor gevraagd
wordt, zeker sympathie heeft.
Ds. W. C. POSTHUMUS MEYJES.
Groesbeek, 23.1.17.
N.B. Eventueel in te komen giften zullen in den Zandvoortschen
Zondagsbode verantwoord worden.
Van hééler harte steun ik bovenstaand verzoek. De Hervormde
Gemeente te Groesbeek is een gemeente onder 't crucifix. Wie zendt
mij een gift?
Ik open de ontvangsten met f2.50.
G. P. M.
Een Evangelisatiesamenkomst op Java
door Zendeling J. VAN DE WEG.
II.
Wasyem dan vertelde aldus
„Voor lange, lange jaren leefden de profeet Adam en zijn vrouw
Hawa (Eva). Zij woonden in den hemel, waar God hun de opdracht
gegeven had den koeldi-boom (verboden boom in het Paradijs) te
bewaken. Nu wandelde Eva 's avonds dikwijls langs dien boom. en
telkens bekroop haar de lust, die vruchten te proeven. Zij ging tot
Adam en sprak: „Adam, ik verlang er zoo naar die vruchten te
eten." „Dat moet je niet doen," sprak Adam, „God heeft het ver
boden." Maar den volgenden dag kwam zij met hetzelfde verzoek
tot Adam. Zoo ging het meer dagen. Eindelijk, op zekeren dag,
begon Adam ook te verlangen naar de verboden vruchten. Adam
en Eva beiden werden verzocht door den duivel. De duivel zelf
voer in Adam. terwijl zijn vrouw in Eva voer.
„Nu konden zij de verzoeking niet langer weerstaan. Adam plukt
één vrucht en eet deze op. Na het inslikken, blijft ze hem in de
keel steken tot zijn straf kreeg hij en al zijn mannelijke nakomelingen
een dikte in de keel (Adamsappel). Eva plukte twee vruchten, waar
voor zij en haar nageslacht ook gestraft werden.
„Zoodra Adam en Eva het gebod van God overtreden hebben,
stijgt de engel Gabriël op naar den zevenden hemel, de woonplaats
van God. Na toegelaten te zijn, spreekt hij aldus: ik ben degene,
die de wacht houd bij den Koeldi-boom ik kom rapporteeren dat
Adam en Eva de verboden vruchten gegeten hebben. „Dan moeten
zij uit die plaats verbannen worden," spreekt God. Nu keert Gabriël
terug en werpt Adam en Eva naar beneden, waar zij op de aarde
terecht komen.
„Beiden barsten in tranen uit. Op de plaats, waar de tranen van
Adam den grond bevochtigen, ontspruit weldra de roode rijst, terwijl
uit Eva's tranen de witte rijst voortkomt.
„Adam en Eva, die bestemd zijn de vader en moeder van het ge-
heele menschelijk geslacht te worden, krijgen op éénmaal 25 zonen
en 25 dochters. Deze worden door God geplaatst op verschillende
deelen van de aarde, waar zij het aardrijk moeten bevolken. Zijn
deze zonen en dochters schoon van aangezicht, dan zijn hun na
komelingen dit ook; zoo b.v. het Chineesche volk.