Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen No. 42 ZONDAG 18 Februari 1917 5de Jaargang. Predikbeurten In de troonzaal. DE ZONDAGSBODE VOOR VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Per Jaargang voor Zandvoort en Bloemendaal f 1.50 elders (franco) 2.50 Afzonderlijke nummers0.05 REDACTI E O POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal Mej C. BIENFA1T - Aerdenhout Adres voor de Administratie: P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27 PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—5 regelsf 0.55 Elke regel meer0 10 Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting Dit nummer bestaat uit 6 bladzijden. Ned. Herv. Gemeente. Zondag 18 Februari 1917. Zandvoort, v.m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES. (Zie onder „Mededeelingen".) Bloemendaal, v.m. 10 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN. VAvonds 6V2 de Heer K. KOOPMAN. Hongerigen heeft God met goederen vervulden rijken heeft Hij ledig weggezonden. Lucas 1:53. Wanneer mij gevraagd werd een titel te zoeken voor het rijke, ontroerende verhaal, dat besloten ligt in de korte woorden van Lueas, die hier boven staan, zou ik niets beters weten dan het opschrift dat ik er reeds boven plaatste: in de troonzaal. En dat niet om, bij wijze van reclame, iets aan te kondigen, dat de aandacht spannen moet. Want dat is werkelijk onnoodig, wanneer wij even moeite doen om vóór ons te zien het tafereel, dat Lucas teekent. Probeer dat eens te zien: „Hongerigen heeft God met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden". Wanneer ge dat leest met ziende oogen, ziet ge dan niet lange, lange rijen menschen gaan, elk hun eigen levenspad Ze wachten niet op elkaar. Ze weten niet van elkander. Ze storen zich niet aan elkander. Ze vragen niet naar elkander. Maar allen zijn ze op weg naar hetzelfde doel. Ze gaan allen tot God. Als we die menschen aanzien ik doe niets dan op zijn voeten zetten wat er ligt in de stille woorden van Lucas als we die menschen aanzien met eenige op lettendheid, dan zien we bij die allen, die bezig zijn te gaan tot God, groot verschil in houding en uiterlijk. Ook in wat er in houding en uiterlijk weerspiegelt van het leven van hun ziel. Want een deel van die menschen noemt Lucas „hongerigen". En een ander deel van de menschen, die op de paden huns levens gaan tot God noemt hij „rijken". Er is dus tusschen die God-zoekenden, die zich opmaken naar de troonzaal van den Almachtige, diep verschil. Of is een „hongerige" niet anders dan een „rijke"? Ziet hij er niet anders uit? Is zijn gang, zijn houding niet anders? Is zijn ziel niet anders? Maar Lucas vertelt niet alleen, hoe daar die lange rijen mannen en vrouwen gaan tot God, met hun vragen, hun heerlijkheid en ellende, hun honger en rijkdom. Hij vertelt ook hoe ze terugkomen, als ze in de troonzaal geweest zijn van den Heer, diè hemel en aarde gebiedt. De „hongerigen" komen terug als de maaiers, die in den overvloed van het volle, rijpe koren den sikkel sloegen. En ze bonden hun schoven, en brengen den gouden oogst naar huis. De „hongerigen" komen terug als de zeevaarders, die het schip, dat niets dan ballast droeg, heenstuurden naar wijde, verre zeeën, en daar in het zonnige, rijke land, de ballast ruilden tegen kostbare lading: „hongerigen heeft God met goederen vervuld". De rijken komen óók terug. Maar ledig. Niet zonder hun rijkdom, welvaart en overvloed. Maar ledig. Ziet ge ze niet terugkomen uit de troonzaal? Dan ziet ge iets heel pijnlijks in die terugkeerende rijken. Iets, dat ge niet terstond een naam kunt geven, maar dat spreekt uit houding en trekken. Lucas weet wel te verklaren wat het is. Ze zijn „weggezonden" zegt hij. God heeft ze weggezonden. Ledig. Dat is het tafereel, dat voor onze oogen henengaat, als we de woorden van Lucas zien. Maar als we die stoet aanzien, dagen vele vragen. Wie zijn die „hongerigen" en die „rijken"? Waarom gaan ze tot God? Zijn wijzelf bij één dier beide groepen die tot God gaan? En komen wij uit Gods tegenwoordigheid terug „met goederen vervuld" of „ledig"? Ik ken van die menschen, die Lucas „hongerigen" noemt. Ik ken er velen. Van een enkele wil ik iets zeggen. Toen leruzalem gevallen was door de overmacht van Babels legioenen, is de groote massa van het joodsche volk als balling weggevoerd. Bitter hebben zij gevoeld, wat het is, te moeten leven ver van hun land en hun tempel. Als hoon brandde het, toen men te Babel vroeg: „Zingt ons uwe liederen van Sion". Hoe konden zij zingen voor wie hen gevangen hielden, en vroolijk zijn voor wie hen plun derden Altijd was er heimwee naar Jeruzalem. Altijd „honger" naar stad en tempel, waar blijde dagen hun Hosannahs hoorden, en droefheid hen gebogen vond voor Gods aangezicht. Zij zijn de „hongerigen", die God missen en zoeken, en „vervulling" van blijdschap en nood ver wachten en ontvangen van Hem. Gelijk in het bestaan dier ballingen, is er thans „honger" in veler leven. Zelfs als deze wereld enkel heerlijkheid, en deze aarde enkel schoonheid voor ons was wat ze nooit is knaagt toch als „honger" de hoop op vervulling van het kindschap bij God; 't gezalfd verlangen naar meerder heiligheid, en grooter reinheid des hartennaar sterker gemeenschap met God en meer geadeld geloof. Balling-zijn W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem - Telef. 1561 en 771 Stoomt co verft alle soorten Dames- en Heeren-Gardernbe ving en onherispeljjk W Speciale inrichting voor hot stonmen van Dekens, Bedden en Matrassen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 1