2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 25 Februari 1917 Uit de Gemeente. Een kwart-eeuw Predikant. Zal de gedenk-dag der ambtsaanvaarding van den Bloemen- daalschen Predikant ongetwijfeld tot een feest-dag voor hem gemaakt worden door zeer vele blijken van liefde en hoogachting jegens hem, zijne mede-Redactieleden van den Zondagsbode bieden te dezer plaatse, ook namens de Lezers van dit Blad, den Evangelie-dienaar en zijne Gemeente hun hartelijke gelukwenschen aan. De Vader van den Jubilaris, de ontslapen Hoogleeraar Dr. E. H van Leeuwen, gaf in zijn woord ter opening zijner Academische lessen van den Cursus 1901 1902, getiteld „Teekenen der tijden voor Kerk en Theologie", aan zijne leerlingen eenige wenken ter behartiging bij hun toekomstige kerkelijke praktijk als bedienaren van het Evangelie. Op blz. 19 en 20 lezen wij: „Durf ook wel eens„Neen" zeggen, ook dan „wanneer het gemakkelijker, aangenamer en voor- „deeliger schijnt om „Ja" te zeggen. Wordt geen „dienaars van menschengeen oogen-dienaars, „maar zie God alleen naar de oogen, en zijt „jaloersch op uwe christelijke vrijheid, hierin u „oefenend dat gij ten allen tijde eene onergerlijke „consciëntie moogt hebben bij God en de menschen. „Ziet, ik ben het niet eens met Pelagins, en ik „geloof, dat hij ongelijk had tegenover Augustinus. „Maar hierin is hij toch te prijzen, dat hij eens „het was in de Synode van Jeruzalem (415) toen „men hem van ongelijk wilde betuigen, met een „beroep op Augustinus en hem vroeg of hij dorst „te leeren wat door Augustinus bestreden was, „ten antwoord gafQuid me refert Augustinus „wat gaat mij Augustinus aan „Want ter laatster instantie is er voor ons, „kinderen der Reformatie, toch maar één gezag, „waardoor wij ons hebben te laten gezeggen „het gezag van God en Zijn Woord. Daarom ook „heeten wij het is en het blijve onze hoogste eere- „titeldienaren en bedienaren van het Goddelijk „Woord, Verbi Divini Ministri niets minder, „maar ook niets meer!" Zulk een Evangelie dienaar is Ds. van Leeuwen al die 25 jaren geweest. Ook nog „iets meer". Maar in ieder geval „niets minder". En dit „niets minder" is reeds meer dan genoeg, voor hem en zijne Gemeente, om met dankbaarheid terug en hoopvol vooruit te zien. P. M. Bloemendaal. Ambtsjubileum Ds. J. A. VAN LEEUWEN. 1892-1917 Ds. J. A van Leeuwen hoopt 28 Februari a s. zijn 25-jarig Ambtsjubileum te herdenken. Een Kerkelijke feestdag dus voor onze Gemeente en voor vele vrienden ook daarbuiten. Ds. v. Leeuwen werd in zijne eerste standplaats Angerlo op 28 Februari 1892 door zijnen Vader Prof. E. H. van Leeuwen bevestigd met eene rede over Spreuken 2525, des middags deed Z.Eerw. zijne intrede naar aanleiding van Efeze 6 23. Na een 4 tal jaren de Gemeente Angerlo gediend te hebben, nam Z.Eerw. een beroep aan naar Harlingen. Daar arbeidde hij ongeveer 3 jaren en had zich in dien tijd vele vrienden verworven, hij heeft zich daar doen kennen, als een begaafd prediker en ijverig herder, zoodat zijn vertrek zooals ons werd medegedeeld algemeen betreurd werd. Sinds 1899 staat Ds. v. Leeuwen als Predikant in de Gemeente Bloemendaal, waar hij ook tot zijn herderlijk werk werd bevestigd door zijnen Vader Prof. van Leeuwen. Zijne intree-rede hield Z.Eerw. naar aanleiding van het tekstwoord dat we vinden in Lukas 2436. Een juiste beschrijving te geven van al hetgeen in de loop der jaren op Kerkelijk terrein is geschied, zou zeker een boekdeel kunnen vullen. Wij zullen ons daaraan echter niet wagen, doch enkele gebeurtenissen en zaken welke tot stand kwamen, willen we toch even nader belichten. Zij die onze Gemeente voor 18 jaren kenden, weten welk eene uitbreiding deze in het algemeen heeft ondergaan. H>>e meerdere groote Buitenplaatsen in Villaparken zijn veranderd en tal van familie's zich hier metterwoon hebben gevestigd. Een ruim en we zouden bijna zeggen al te ruim arbeidsveld lag er voor den Predikant open om te bewerken, want een Predikant op een dorp kan zich niet uilsluitend bepalen met zijn arbeid tot de Leden zijner Kerk, doch heeft ook om te zien naar belangstellenden van aanverwante Kerkgenootschappen. In dit opzicht heeft dan ook Ds. v. L. zijn taak zeer ruim opgevat en ten rechte of ten onrechte, wij willen zulks niet beoordeelen, is er wel eens gezegd als Z.Eerw. zich alleen met zijne Gemeenteleden bemoeide, dan reeds zou er meer dan genoeg te doen zijn. Wij zeggen meer dan genoeg, omdat indien een ieder eens wist, waarmede een Predikant zich zooal moet bemoeien, wat al raad hij moet geven in allerlei aangelegenheden, persoonlijke, zake lijke enz. welke problemen hij soms moet trachten op te lossen. Hoe hij schier bij elke belangrijke en ook wel onbelangrijke gebeurtenis steeds de eerste moet zijn. Hoe hij van de zieken in de Gem. als vanzelf moet weten, in de eerste plaats dat ze ziek zijn en dan nog of zijn bezoek gewenscht is of niet enz. enz. Ja dan mogen we spreken van meer dan genoeg werk. Als ieder zich eens goed indacht, hoeveel gedaan moet worden,, dan zou men dikwerf heel wat milder in zijn oordeel zijn over het werk van Predikanten. Laat ons echter niet afdwalen en thans het werk van Ds. van L. nader bezien. Een van de eerste verbeteringen, welke onder zijne leiding zijn bewerkstelligd is zeker wel het aanstellen van een echten Koster. Niet dat we dien vroeger niet bezaten, zeker wel, doch de vroegere Heeren hadden zooveel functie's te vervullen, dat het een en ander niet tot zijn recht kon komen en er dan ook aanmerkingen te over waren, welke thans in ieder geval tot een minimum zijn gereduceerd. Een zeer belangrijke zaak mag zeker genoemd worden, de oprichting van de Afd. „Bloemendaal" van den Chr. Nat. Werkmansbond. Deze afdeeling toch, die zich tot op den huidigen dag in een zeer bloeiende staat bevindt en waarvan Ds. v. L. tot voor eenige jaren Voorzitter was, is voor velen tot een geestelijken en stoffelijken zegen geweest. Een ieder die deze afdeeling met zijne woningbouw, zieken fonds, begrafenisfonds en daaraan verbonden weduwen- pensioenfonds van nabij kent, 'weet welk eene nuttige instelling dit is. De geestelijke zegeningen mogen wij ook niet onderschatten. De zoo zeer leerrijke en ernstige bijbel besprekingen onder de leiding van den Voorzitter, zullen ongetwijfeld vele vruchten hebben afgeworpen. We mogen dan ook gerust zeggen, te weten dat deze afdeeling een van de dingen is, welke Z.Eerw. een zeer warm hart toe draagt. Tijdsgebrek om zich zoo te geven als weleer, was de oorzaak dat Ds. v. L. tot Eere-Voorzitter van de afdeeling werd benoemd. Als een hoogst nuttig werk moet ook genoemd worden de omzetting van onze oude Chr. School voor lager onder wijs in een nieuwe inrichting voor meer uitgebreid lager onderwijs. De vele moeilijkheden die door deze omzetting getrotseerd moesten worden, zullen we niet beschrijven. Met ijzeren volharding en sterke wilskracht zijn ten slotte ook deze aangelegenheden tot een goede oplossing gekomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 3