en mogen wij ons verheugen in een Chr. M.U L.O.-School, welke zooals reeds meermalen gezegd een model School kan genoemd worden. Zonder twijfel mogen wij den Voor zitter der School een woord van hulde en waardeering brengen voor dit belangrijk deel van zijn arbeid, waarmede bewezen werd, dat Ds. v. L. het Christelijk Onderwijs, wanneer dit gezond en degelijk is een warm hart toedraagt. De Vereeniging „Wijkverpleging", die ook op initiatief van Ds. v. L. werd opgericht is nu wel niet juist een Kerkelijke Vereeniging, doch het zal ons niet ten kwade geduid worden, indien wij ook deze Vereeniging hier aan halen als een zeer nuttige instelling. Van groote bekendheid is het, dat de arbeid door de Zusters Diaconessen in Bloemendaal verricht zeer gewaardeerd wordt. Van minder bekendheid is het misschien, dat de besprekingen met de Wijkzuster, de regeling van hare werkzaamheden, de zorg voor haar en het werk, aan Ds. v. L. veel tijd en hoofd brekens kost. We zouden zoo door kunnen gaan, met nog eenige andere dingen op te sommen, doch waartoe meer genoemd. Hebben wij tot heden gesproken van de groote zaken welke tot stand kwamen, moeilijker zal het zijn om van de kleinere dingen te spreken. Ja mag eigenlijk wel gezegd worden kleinere dingen. Het is toch zoo waar, dat wat dikwerf klein is in ons oog, groot is voor God, terwijl het tegenovergestelde niet minder waar is De vele goede eigen schappen en begaafdhed.n van Ds. v. L. als Predikant op te noemen is geen gemakkelijke taak en daaraan zullen we ons dan ook niet wagen, te meer niet, daar zulks zoo lichtelijk als vlijerij wordt aangemerkt. Mogen we er toch een enkele noemen. Velen hebben dikwijls een vertrouwensman noodig en hebben behoefte hun hart eens volkomen uit te storten en te zeggen wat er in leeft, ja wat er dikwerf in doorworsteld wordt, doch aan wien zal men zulks doen, de vrees dat anderen daarvan iets van zullen hooren is dikwijls niet ongegrond. Een ieder die daaromtrent met Ds v. L. te doen heeft gehad, we durven het zeggen, zal nooit bedrogen zijn uitgekomen. Te kunnen zwijgen is zeker een niet genoeg te waardeeren eigenschap van een Predikant. Ook mogen wij noemen de groote ernst welke hij maakt bij het bestudeeren van zijne preeken, welke als een zeer gewichtig deel van zijn arbeid door hem wordt beschouwd. Wie zal het ontkennen dat iedere preek een studiestuk is, waarin hij geleid door Gods Geest al zijn gaven hem ge schonken, stelt in het belang van de zielen aan zijn herder lijken zorg toevertrouwd. De welverzorgde stijl in zijn preek en de zielkundige ontleding van zijn onderwerp is dikwerf van zeer bijzonderen aard en voor den goeden hoorder is het zooals eens iemand tot ons zeide„leder woord heeft beteekenis". Het is ons ook bekend, dat buiten onze plaats zeer velen hebben genoten en nog genieten van de uitgaven der „Drie Tijdpreeken" gehouden op de eerste Zondagen van Augustus 1914 en de nog van latere datum dateerende uitgave van de preeken over het „Onze Vader". Zij die tot oordeelen bevoegd zijn, gewagen met groote lof over deze uitgaven. Als we iets mogen betreuren dan is het dit, dat ZEerw. niet meer tijd heeft kunnen vinden om meerdere geschriften van zijn hand het licht te doen zien. Wij weten te spreken uit naam van velen die o zoo gaarne verschillende preeken in onze Bloemendaalsche Kerk gehouden nog eens zouden willen lezen en herlezen. Doch hoewel het hem bekend is, omdat meerderen een verzoek daartoe deden, heeft men nooit al te zeer durven aandringen tot uitgave van meerdere preeken, omdat men wist dat de tijd daartoe feitelijk ontbrak. Menigeen kan zich dit waar schijnlijk niet begrijpen, doch wij kunnen dezulken ant woorden, dat een Predikant die zijn ambt wel waarneemt, nooit gereed is, nooit zijn werk af kan noemen, altijd meer of minder het gevoel heeft van heb ik wel genoeg gedaan. Medelevendé in de nooden en behoeften van zijne Gemeente leden, verheugd te zijn met de blijden, bedroefd met de treurenden. Hier een woord van vermaning, daar een woord van vertroosting brengen, ziedaar allemaal zaken die schier wekelijks, neen dagelijks voorkomen. In een zich steeds uitbreidende gemeente als de onze is waarlijk zulks bijna voor één persoon te veel om alles tot zijn recht te doen komen. De Kerkeraad en anderen hebben dit gezien en gevoeld, zoodat sinds een 6-tal jaren Ds.v.L. de hulp heeft van den Heer Koopman, die voor een deel de werkzaamheden overneemt. Dit heeft echter niet kunnen voorkomen, dat overwerkt zijn en waarschijnlijk eenige andere dingen meer, oorzaak waren dat Ds. v. L. in het vroege voorjaar van 1916 door ziekte genoodzaakt werd geruimen tijd zijn werk neer te leggen en volkomen rust te nemen. Met groote weemoed werd de tijding dat zulks noodig was destijds door de gemeente vernomen. Vooral in tijden van lijden en druk leert men zijn vrienden kennen en zeker heeft Z.Eerw. in dezen tijd vele bewijzen van warme sympathie en hoogachting voor hem en zijn werk mogen ontvangen. De gebeden tot zijn herstel zijn gelukkig verhoord en het heeft Gode behaagd hem weder aan zijn gezin en Gemeente terug te geven. Het was den lsten Oct. 1916 dat Ds. v. L. we mogen haast zeggen zijn tweede intrede deed in onze Gemeente. De overvolle kerk getuigde er van dat de Gemeenteleden in zijne beproeving, doch nu ook in zijne vreugde deelden en mede opkwamen, om God lof te brengen voor de ver hooring der gebeden. De maatregel reeds vroeger besproken en aangenomen, om tot verlichting van zijn werk om de 14 dagen des Zondag's hulp van elders te doen komen, vindt thans zijn toepassing, zoodat daardoor voor de arbeid in de Gemeente meer tijd overblijft. Terugkomende op het feit dat onze Predikant nu zijn Ambt 25 jaren heeft vervuld, mag hij dit zeer zeker met groote dankbaarheid gedenken. Ongeveer 18 jaar daarvan heeft hij in onze Gemeente gearbeid en het beste deel van zijn leven aan haar gegeven. Tot tweemaal kwam een beroep naar elders, doch Z Eerw. vond geen vrijmoedigheid om onze Gemeente te verlaten. Vele waren ook de beproevingen die over hem en zijn huis gingen en moeilijke dagen zijn doorgemaakt, doch in dit alles mogen we zeggen dat met groot geloof en stille berusting deze beproevingen zijn ge dragen. Van dat geloof, de sterkte en kracht, die er in te vinden is heeft hij Zondag aan Zondag getuigd. Zichtbare zegen heeft hij menigmaal mogen zien, doch wie zal schatten en kunnen naspeuren de zegeningen, die in stilte zijn ge noten en ondervonden door zijn prediking, niet alleen op den kansel, doch ook door zijn woord aan zoovele ziek en sterfbedden. Zich niet verheffende en wars van het zoeken naar eigen eer gaat hij voort met te zaaien en te brengen het Evangelie van Jezus Christus, Hem te prediken als onzen Heiland en Verlosser is en blijft zijn lust, zoolang het God moge behagen, hem in Zijnen dienst te gebruiken. De Heer sterke onzen Leeraar tot zijn verdere arbeid en geve dat hij nog voor velen tot eeuwige zegen mag zijn. Laten we mogen eindigen met de bede zoo dikwijls door Z.Eerw in zijn gebed gevraagd, dat zijne zwakheid in Gods groote kracht mag vervuld worden. Een Gemeentelid. Zandvoort. IN TROEBEL WATER VISSCHEN. Er is gebrek aan brandstof en petroleum. Allerlei levens middelen zijn schaars. De rantsoeneering komt in vele ge vallen neer op fatsoenlijk honger lijden. Vanwaar deze toestand? Wel, natuurlijk is alles de schuld van de Regeering. Van de Lands-Regeering, zoowel als van de plaatselijke Autoriteiten. De kapitalisten hebben den oorlog ontketend met al zijn ellende. Maar zij zitten bij hun goed-gevulde brandkasten en de arbeider wordt het kind van de rekening. Ha, als de S. D. A. P-ers maar 'theft in handen hadden!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 4