2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 20 Mei 1917 Voor eiken dag Mededeelingen. Ik begin met de opmerking dat Petrus waarschijnlijk te Rome is geweest en daar den marteldood is gestorven-. Uit het N. T. blijkt dienaangaande niets. Maar de overlevering is op dit punt éénstemmig. Tegen het einde der tweede eeuw heeft men algemeen geloofd aan Petrus' verblijf en sterven te Rome. Dat hij daar tevens den martel dood heeft ondergaan, is een traditie die eveneens allerwegen inde oude Christelijke Kerk gevonden wordt en daarin nergens is tegen gesproken. Vooral op dit laatste legt Prof. H. M. van Nes in zijn geschrift „Simon Petrus", Rotterdam, J. H. Bredée, 1894, sterken nadruk. Hij noemt „het zeker hoogst opmerkelijk dat uit de geheele „oudheid geen enkel getuigenis tot ons is overgekomen, dat Petrus „ergens anders zou gestorven zijn, terwijl men dit toch, zoo men „het slechts had durven beweren, stellig zou hebben gedaan, daar „men dan een machtig wapen tegen den invloed van Rome in handen „had gehad. Vergelijkt men nu daarmede, dat b. v. zeven steden „alle de geboorteplaats van Homerus wilden zijn, dan heeft dit zwijgen „stellig een beteekenis, die niet laag mag aangeslagen worden", (blz. 176) Evenwel bewijst natuurlijk de mogelijkheid van Petrus' verblijf en marteldood te Rome, van zekerheid mag- hier niet gesproken worden, niéts voor Rome's bewering dat hij te Rome de eerste bisschop is geweest en dat de Pausen zijn opvolgers zijn. Wat zijn episcopaat betreft, de Roomsche overlevering zegt dat dit ruim 25 jaar heeft geduurd. Hij zou dus in het jaar 42 of 43 naar Rome gekomen zijn en daar onder Nero, uiterlijk dus ir^8, gestorven zijn. Nu is echter met deze voorstelling in onverzoenlijken strijd wat we van Petrus uit het N. T. weten. Volgens de Roomsche meening gaat hij uiterlijk in 43 naar Rome. Maar in 44 is Petrus nog opgesloten in den kerker! Immers in Handel. 12 vs. 23 lezen wij dat Herodes, kort nadat Petrus uit de gevangenis werd verlost, stierf. Deze dood nu viel in 44, zoodat Petrus onmogelijk reeds in 42 in Rome kon zijn. in het jaar 50 treffen wij Petrus nog aan in de vergadering te Jeruzalem, waarvan we lezen in Handelingen 15. Er blijven dus op zijn best 18 jaren van de Roomsche 25 jaar over. Heeft hij dan van 50-68 in Rome verblijf gehouden? Maar in 58 schrijft Paulus zijii brief aan de gemeente te Rome en spreekt daarin van Petrus met geen enkel woord, evenmin als hij ook maar eene toespeling maakt op Petrus' verblijf of waardigheid aldaar. In de Handelingen lezen wij dat Paulus te Rome gevangen heeft gezeten. Gedurende die jaren 61—63 schrijft hij onderscheidene brieven. Maar van Petrus rept hij daarin nooit. En als hij kort voor zijnen dood een schrijven richt aan Timotheus, verhaalt Paulus hem zijn verlatenheid. Hij schrijft„In mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten" (2 Tim. 4 vs. 16). Eén enkele alleen heeft hem bij gestaan. Petras zeker? Neen: „Maar de Heer heeft mij bijgestaan en bekrachtigd" (vs. 17). Waar was Petrus dan, als hij destijds te Rome de bisschoppelijke waardigheid bekleedde? Zelfs in 63 was Petrus er blijkbaar niet Op zijn allerlangst is Petrus dus van 64 68 te Rome geweest, inplaats dat hij daar 25 jaar lang heeft vertoefd, gelijk de Roomsche Kerk beweert. En als deze zich nu uit de moeilijkheid tracht te redden door de uitvlucht dat Petrus ook niet 25 jaar achteréén te liome is geweest, maar zoo nu en dan zijn verblijf aldaar onderbrak door min of meer langdurige afwezigheid, dan herinner ik, om het onnoozele van dit uitvluchtje in het licht te stellen, aan de ironische opmerking van den Kerkgeschiedschrijver Hasedat dus moet toegegeven worden dat Petrus juist nooit in Rome aanwezig was, als wij iets van Rome weten. En zoo blijkt dan, wat óók het gevoelen der zoogenaamde Oud-Roomschen is, dat het gansche gebouw der Roomsch-Katho- lieke Kerk, rust op de legende van Petrus' Pausschap te Rome. Indien Petrus inderdaad te Rome is geweest, dan is hij daar eerst in de ladtste maanden zijns levens gekomen, om weldra als slacht offer van de vervolging onder keizer Nero te vallen. P. M. Verzameld door C. B. In onzen slappen tijd moet het Christendom krachtig worden uitgesproken, maar bovenal krachtig doorleefd. Snellen. We zijn niet op de wereld om het goed te hebben, maar om goed te zijn en goed te doen. AnasTasius. Onze tegenspoed is meestal niet zoo erg als zij zich laat aanzien. Het gaat er mee als met de onweerswolken, die zijn ook zwarter als we ze zien aankomen, dan wanneer ze boven ons zijn. Jean Paul. Twee groote voorwaarden tot geluk zijn het vergeten van beleedigingen en de herinnering aan genoten weldaden Delessen. De onontbeerlijke voorwaarde voor geluk kan men ook zoo samenvattenelkander liefhebben en bovenal God liefhebben. D Casparin. Groote mannen zijn altijd uitzonderingenmaar ieder kan zijn taak met eere vervullen naar de mate zijner krachten. Smiles. Onoprechte vroomheid is goddelooze godzaligheid. Laurillard. Zandvoort. Donderdag, 24 Mei, zal,_ 's middags om 1 uur, de Huwe lijksinzegening plaats hebben van Jan van Renen Jr. en Neeltje Molenaar. Op beide Pinksterdagen zal een extra-collecte voor de Zending gehouden worden. Ds. P. M. kan Maandag, 21 Mei, 's morgens geen spreekuur houden, 's avonds wèl. Oud linnen. Nauwelijks was de Zondagsbode de vorige week verschenen, of reeds werd aan de vraag, daarin voor komende, om oud linnen ten behoeve van de wijkverpleging, gevolg gegeven door Gravin v. R. te Aerdenhout, die een groot pak zond. Ook Mevrouw Wed. Dr. B. te Aerdenhout beantwoordde het verzoek door hoogst-welkome linnen lakens te geven. Ik vermeld het geschonkene hier met grooten dank. Bloemendaal. Ds. van Leeuwen is verhinderd om a.s. Woensdag spreek uur te houden. Maandag 21 Mei zal 's avonds om 8 uur in de Chr. School voor M. U. L. O. een Ouderavond gehouden worden. Alle ouders vati aldaar schoolgaande kinderen, of van kinderen, die in aanmerking komen om die school te bezoeken, hebben vrijen toegang. Hoe meer er komen, hoe liever. Ds. van Leeuwen hoopt een en ander te bespreken, school en opvoeding betreffende. Tot het stellen van vragen zal gelegenheid gegeven worden. Burgerlijke Stand van Bloemendaal. Geboren Martinus Jacobus, zoon van C. van den Berg en W. J. Bakker. Johanna Maria, dochter van W. M. Thoolen en A. M. van Kleeff. Corneliske, dochter van I. Siezenga en G. Koers. Ondertrouwd C. Schenkel en C. Willemse. Getrouwd C. Greutzer en C. Schoon. Overleden W. van Enst 86 j. Th. van Galen 78 j. P. van der Lugt 77 j. J. van de Beid 70 j. L. van Sou 69 j, A. Oosterveld 71 j. G. van Resteren 75 j. A. M. Scheltema 74 j.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 3