Mededeelingen.
FEUILLETON.
Gij, o God, hebt mij tegenover mijzelf gesteld, mij achter
mijn rug te voorschijn getrokken, waar ik mij verborgen
had, omdat ik mijzelf niet zien wilde Gij hebt mij gedwongen
mijzelf in de oogen te zien. Augustinus.
Opvoeden is ernstig maken. Forster.
Het karakter wordt in de bekeering geheiligd, zooals de
donkere aarde van den middernacht door 't zonlicht van
den middag dezelfde en toch een geheel andere is.
Fechner.
Het karakter is de manier van liefhebben. Fouillée.
Het moet een voortdurend streven van de menschen zijn
om lijden en wreedheid te verminderen dat is de eerste
plicht der menschen. Romain Rolland.
De grootste fout die men bij de opvoeding maakt, is
gewoonlijk dezedat men het kind er niet aan gewent
zelf na te denken. Lessing.
Zandvoort.
De Zendings collecte, op de beide Pinksterdagen ge
houden, heeft opgebracht f98.17, aldus verdeeld: Isten
Pinksterdag9 rijksdaalders, 25 guldens, 26 kwartjes, 97
dubbeltjes, 15 stuivers en 285 centen. Op den 2den Pinkster
dag: 2 rijksdaalders, 16 guldens, 14 kwartjes, 42 dubbeltjes,
10 stuivers en 167 centen. Nagekomen is nog een gift van
f 1.zoodat het totaal bedrag is f99.17.
Ik heb daar f 100.— van gemaakt en aan de 4 samen
werkende zendings corporaties (Ned. Zend. Gen., Utr. Zend.
Ver., Rijnsch Zend. Gen. en Sangi en Talaud-Comité) samen
f60.— gezonden, terwijl ik f40.bestemde voor de Ver-
eeniging „Het Evangelie in Spanje".
De Zondagsschool-leerlingen hebben vacantie gekregen
voorzoover ze 't niet reeds hadden genomen.
De wijkzuster begint Woensdag 6 Juni, 's avonds 8 uur,
weer haar gezellige avondjes met meisjes, in „Ons Huis".
Mevrouw Posthumus Meyjes ontvangt a.s. Woensdag,
6 Juni.
Van den Kerkeraad te Zandvoort ontving ik f 40. uit de
Pinkstercollecte, voor de evangelisatie in Spanje, waarvoor
ik mijn hartelijken dank betuig. M. F. v. L.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
25 Mei—1 Juni 1917.
Getrouwd
T. Molenaar en P. Slagveld.
Jb. Termes en M. Keur.
Geboren
Maria Margaretha Arnoldine, dochter van J. E. Bindels
en L. C. M. Martens.
Jan Jacob, zoon van A. van Sluisdam en M. Weber.
Overleden
M. S. Paap, 9 mnd.
E. Diependaal, 10 mnd.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Geboren
Engelbertus, zoon van H. H. Dalman en J. E. Jansen.
Ondertrouwd
W. F. Bremer en M. W. Blits.
W. A. Rasch en Ch. L. Rambonnet.
Getrouwd
S. P. ten Cate en C. C. Schilthuis.
C. Schenkel en C. Willemse.
Overleden
C. Twisk 43 j.
M. Duin 70 j.
F. L. van der Bijl 30 j.
Zou dat het ware zijn: zélf 's Zondags rusten van zijn arbeid, maar ten koste van anderer Zondagsrust
HET PINKSTERFEEST.
Het Pinksterfeest was het tweede van de drie
groote feesten der Jodende beide anderen
waren het Paaschfeest en het Loofhuttenfeest.
In Ex. 23 16 wordt het „het feest des oogstes,
der eerste vruchten van uwen arbeid, dien gij
op het veld gezaaid zult hebben", genoemd.
En in Ex 34 22 heet het „het feest der weken".
Het werd zeven weken na het Paaschfeest ge
vierd en heet dan ook in het Nieuwe Testament
„Pentêkostê" dat is de vijftigste (namelijk dag).
Daarvan is ook onze naam Pinksteren afkomstig.
Het feest werd gevierd aan het slot van den
graanoogst, gelijk Paschen aan het begin, en
Loofhutten aan het einde van den wijnoogst.
In lateren tijd herdachten de Joden op den
Pinksterdag ook de wetgeving op den Sinai,
die ongeveer zeven weken na den uittocht uit
Egypte moet hebben plaats gehad- In het Oude
Testament is de duur van het Pinksterfeest op
één dag bepaaldde tegenwoordige Joden vieren
dien twee dagen. In sommige landen worden
de synagogen en huizen met bloemen versierd.
Die twee dagen zijn dagen van heilige samen
komst in de synagoge Dan wordt het boek
Ruth geheel gelezen, met zijn vriendelijk ver
haal uit den oogsttijd. Ook leest men dat ge
deelte uit de Heilige Schrift dat een beschrijving
van de wetgeving op den Sinai behelst. De 613
voorschriften, die gezegd worden de geheele
wet te bevatten, worden bij deze gelegenheid
getrouw opgezegd. De morgendienst van den
tweeden dag wordt met een gebed om voor
spraak tot de afgestorvenen besloten. Ook wordt
herhaaldelijk hetKaddischgebeden, een gebed,
waaraan veel kracht wordt gehecht, en waarvan
een rabbijn zeide, dat het de macht heeft om
van de hel te verlossen en in het paradijs eenige
graden hooger te doen stijgen. Een goede zoon
verlost door „Kaddisch" zijn vader van de hel.
Zoo Abraham zijn vader Terach
De eerste verzen van dat gebed luiden aldus:
„Verheerlijkt zij Gods groote Naam in de wereld,
die Hij naar zijn heerlijkheid geschapen heeft.
Zijn koninkrijk kome in uw leven, in uwe dagen
en in het leven van geheel Israel snel, en zegt
Amen! Zijn groote Naam zij gezegend in
alle eeuwigheid 1 Zijn gedachtenis zij geloofd
in alle eeuwigheid! Geprezen en verhoogd en
geroemd en verheerlijkt en geloofd zij de Naam
van den heiligen God, boven alle gezangen,
lof en troost, die in de wereld gezegd worden;
en spreekt: Amen!"
Het straks genoemde doodengebed luidt aldus
„O gij heilige en reine zielen, die blinkt als de
glans van het uitspansel, welke hier beschreven
zijn en ik alle dagen vermeld en welke hier
niet beschreven zijn; zie ik kom met verlof
van den heiligen God en met bewilliging van
alle heiligen des Konings u bidden en smeeken:
weest opgeruimd, weest opgewekt, staat op,
richt u op, bidt voor mij en al mijn huisgenooten
Laat de verdienste van de leer uwer wet en
uwer goede werken, die in u waren toen gij in
deze wereld waart, mij ten goede komen, opdat
ik niet in de woorden mijner wet struikele en
schaamrood worde. Mijn hart worde ook ver
ruimd, opdat ik alle woorden der wet versta,
leere en onderwijze, houde, doe en volbrenge;
voorts worde mij de vermelding uwer namen
of der namen van de boeken, die gij geschreven
hebt, zoo toegerekend, alsof ik daarin gelezen
en alsof ik alles begrepen haden als mijn
einde komt, dat ik van deze wereld scheiden
moet, zoo moge mijn deel bij u in het paradijs
zijn, zoodat ik schuil in de hoede van den
Allerhoogste en in de schaduw van den Al-
maohtige. Vare mijn ziel op, van hoogte tot
hoogte, en als mijn ziel heengaat, dat dan de
engelen komen en mij naar boven brengen
zonder ongeval en ik niet op den weg verschrikt
worde. Moge dit gebed meer geacht*worden,
dan dat ik gekomen ware om mij op uwe graven
uit te strekken. Zie ik ben voor u als een doode
geachtmaar zoo lang mijn ziel in mij is, wil
ik van u vragen, dat gij mij te hulpe komt,
mijn voorspraak zijt en mij beschermt. Amen!"
Men ziet uit dit gebed, dat het latere Joden
dom met de roomsche kerk de leer van de
voorbede der ontslapene zaligen en de ver
dienstelijkheid der goede werken gemeen heeft.
Toen de Joden nog in Palestina woonden,
werd op den Pinksterdag het nieuwe spijsoffer
in den tempel den Heer aangeboden, bestaande
uit twee brooden van fijn tarwemeel. De oogst
begon met het maaien van de gerst en eindigde
met de tarwe vandaar werd op Paschen gerste
brood en op Pinksteren tarwebrood geofferd.
Ook werden dieren ten offer gebrachteen
brandoffer, een zondoffer en een dankoffer.
En nu het christelijke Pinksterfeest. Daar de
Heilige Geest op den eersten Pinksterdag na
de hemelvaart van Christus op de discipelen
was uitgestort, werd in de christelijke kerk op
het einde der tweede eeuw een feest ingesteld,
ter herinnering aan de verheerlijking van Christus
en de uitstorting van den H. Geest. De vijftig
dagen, die onmiddellijk op het Paaschfeest
volgden, vormden een tijd van feestviering en
de laatste dag van dat tijdvak werd de eigenlijke
Pinksterdag genoemd Gedurende die vijftig
dagen werd niet gevast; men bad staande, niet
knielende en in vele kerken kwam de gemeente
dagelijks te zamen om het avondmaal te ge
bruiken. Later werd de viering van het Pinkster
feest tot de herdenking van de uitstorting van
den H. Geest bepaald.