FEUILLETON. Voor eiken dag De maandelijksche extra-collecte voor de Kerk, 1.1. Zondag gehouden, heeft opgebracht f 32.51. Kerkvoogden zeggen vriendelijk dank. L. J., verhinderd met Pinksteren in de kerk te komen, bracht mij, als zijn Pinkstergave voor de Zending in Spanje f 10.Wat zou het een na-giften regenen als eens allen, die met Pinksteren ontbraken in de kerk en zich dus ook onttrokken aan de collecte voor de Zending, toen gehouden, hun afwezigheid op deze wijze wilden goed maken 1 Maar ik blijf bereid giften in ontvangst te nemen. Als antwoord op het stukje over de christelijke Naaischool alhier, waarin rekening en verantwoording werd gedaan en een noodkreet geslaakt werd vanwege het tekort, zondjhr. Mr. P. T. v. B. te Aerdenhout aan Mevrouw P.M. f20. Door deze, met groote blijdschap ontvangen gift, is het tekort dus teruggebracht tot f48.07. Wie neemt dit, geheel of gedeeltelijk, voor zijne of hare rekening? Zièkenwagenije. Zuster Heinecken, Directrice van het Badhuis voor Minvermogenden, heeft voor haar patiënten dringend behoefte aan een zieken-wagentje. Misschien heeft iemand nog zoo'n ding ergens staan of weet hij een adres waar er een, dat vroeger gebruikt is, is opgeborgen. De Diakonie heeft ook een wagentje in eigendom, maar dat is in gebruik bij een hulpbehoevende. Gaarne zal zuster H., als ze maar weet waar en wanneer, het zoo hóóg-noodige meubel doen afhalen. De Wijkzuster houdt, eiken Woensdagavond om 8 uur, in de wijkkamer van „Ons Huis" een gezellig avondje met meisjes die tijdelijk in Zandvoort vertoeven en haar uit gaansavond genoegelijk en nuttig willen doorbrengen. Het meêbrengen van een handwerkje is gewenscht. Wie lust heeft, kome 1 Voor het gebruik van de kerk-telefoon voor hard-hoorenden, kosteloos beschikbaar, wende men zich tot den koster. Doopbekken. Het 1.1. Zondag weer in eere herstelde koperen doop-bekken dat, sedert de in gebruikneming van een zilveren doopschaal, alleen als ornament den preekstoel versierde, is nog een eeuw ouder dan ik mededeelde. In het kunstig gedreven bekken, dat ook door zeer artistieken vorm uitmunt, is op den bodem het jaartal 1655 gegraveerd. Burgerlijke Stand van Bloemendaal. Geboren Anna Sintje, dochter van E. Boonstra en S. v. d. Werf. Henk, zoon van H.A.J. Wories en P.W.D. van Roosebeek. Ondertrouwd J. H. van der Hoop en L. A. van Wessem. Getrouwd J. Groskamp en G. W. M. Vollaerts. Overleden Wierda 12 j. J. Liezenberg 56 j. K. J. van der Veldt 62 j. H. M. Greevelt 31 j. Verzameld door C. B. Iedere goede vriend in uw leven is gelijk een nieuw juweel aan uw lpvensketting geschonken. Bushnell. Hij, die de armen in zijn gebed gedenkt, ontvangt meer zegen dan hij die ze slechts voeding zendt. Een goede ge dachte en een vriendelijke daad zijn vaak meer waard dan een groote som gelds. Ruskin. Om te overwinnen in het leven, moet ge het leven aan durven in al zijn consequenties. En dan meer dan over winnaar zijn in Christus Jezus. Danton. Hoe zelden vinden wij een ziel stil genoeg om God te hooren spreken. Rev. Acworth. Wij zijn niet in deze wereld om te luieren, maar om een groot en ernstig werk te verrichten als Gods kinderen. Miss Swain. Onze levenslamp kan nooit beter branden, dan wanneer zij anderen hemelwaarts doet zien. Burkit. Gij hebt al Gods kracht noodig om goed te leven, mijn vriend, om goed te leven. Denkt daaraan. Myers. Zonder den wekelijkschen Rustdag is het lichaam spoediger uitgeput, verzwakt en verouderd. Anachoreten en Pilaarheiligen. Reeds zeer vroeg, in den aanvang der christe lijke bedeeling, werd de ascese of onthouding van allerlei, ook geoorloofde genietingen, voor een hoogeren trap van geestelijk leven aan gezien en als iets zeer verdienstelijk beschouwd. De wereld met haar ijdelheden moest worden verzaakt, en om dit eerst recht te doen, gingen velen de wereld ontvlieden en in de eenzaam heid leven, zich aan bespiegeling en gebed overgevende. Men vergat daarbij echter te veel, dat de mensch een wereld in het klein in zijn eigen hart met zich omdraagt en overal mede- neemt en dat dezelfde verzoekingen in de woestijn den zondigen mensch kunnen aanval len als in het drukke leven in de maatschappij aan hoogmoed, booze begeerlijkheden en harts tochten en wat niet al staat de kluizenaar evenzeer, zoo niet meer bloot als de stedeling. En het leven van zeer vele ernstige kluizenaars en monniken is dan ook, wat de geestelijke zijde betreft, een mislukking geweest, die zij te laat hebben betreurdzeiven zijn zij niet gevorderd en voor hun medemenschen waren zij niet tot zegen. Een zekere Paulus van Thebe wordt als de eerste eigenlijke anachoreet of kluizenaar ge noemd, die zich, tijdens de vervolging van de christenen onder keizer Decius, in 250, in de Egyptische woestijn terugtrok en daarin tot zijn dood bleef. Zijn voorbeeld vond alras na volging; velen trokken zich als hij, in de een zaamheid terug, waar zij als anachoreten, onder gebed en arbeid onder ontbering en zelfver loochening, welke dikwijls in zelfkwelling ont aardde, naar een mate van heiligheid streefden die zij meenden in de verdorven wereld niet te kunnen bereiken. Zoo was namelijk het levensdoel van de ernstigen onder hen bij niet weinigen werd het echter langzamerhand het zoeken naar een leven, dat in ledigheid kon worden doorgebracht en waarbij men op de vriendelijke goedgeefsheid en de aalmoezen van zijn mede-christenen speculeerde. Als de eigenlijke stichter van het christelijke monnikenwezen wordt de H. Antonius genoemd. Deze was afkomstig uit het vlek Coma in Opper-Egypte, waar hij omstreeks 250 geboren werd. Door de openlijke voorlezing van de geschiedenis van den „rijken jongeling" geschokt, gaf hij al zijn goed aan de armen en trok zich in de woestijn terug, waar hij aanvankelijk in een kille grafspelonk en later in de sombere ruïne van een kasteel zich ophield. Onder zware inwendige aanvechtingen en worstelingen, de hallucinatiën van een overspannen fantasie en van een verstoord zenuwleven, die zich aan hem als dagelijksche aanvechtingen van duivelen voordeden, bedaarde allengs de storm daar binnen en rijpte zijn christelijke ervaring. Eindelijk koos hij een afgelegen woestijn nabij een berg met een bron en eenige dadelboomen, tot zijn verblijf. Een menigte gelijkgezinde asceten trok weldra door den roem zijner heilig heid verlokt, naar hem heen, om zich onder zijn geestelijke leiding te plaatsen. Menschen uit allerlei stand zochten en vonden bij hem geeste lijken raad en troost. Zijn gebed genas licha melijke kwalen en ziekten. Onder de vervolging van keizer Diocletianus kwam hij in 311 naar Alexandrië, zonder er het martelaarschap te vinden, waarop hij gehoopt had. Veertig jaar later, toen hij reeds honderd jaar oud was, verscheen hij nogmaals in de groote wereldstad, tijdens de verwarrende ariaansche twistenhij werd als een wonder Gods door christenen en heidenen aangestaard en bracht gansche scharen door zijn bezielend woord tot bekeering. Hij stierf, honderd zes jaren oud, nadat hij voor zorgen genomen had dat zijn graf onbekend zou blijven. Wij kunnen moeilijk nagaan, hoeveel uit de ons overgeleverde levensgeschiedenis van dezen Antonius waar is; ongetwijfeld is daarin veel verdicht of in elk geval sterk geidealiseerd. Wordt vervolgd.) M. F. v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 2