Voor eiken dag Uit de Gemeente. FEUILLETON. Verzameld door C. B. Houdt het geweten op te „lezen", en begint het zelt te „schrijven", dan gaat het er mee als met het handschrift van de menschen, die allen van elkander verschillen. Wie noemt mij één zonde, die door iedereen voor zonde w.ordt gehouden Claus Harms. Men moet liever tien schuldigen voor goed willen houden dan éen onschuldige verongelijken. N. N. Indien gij de allervolmaakste orthodoxie hebt, maar gij hebt de liefde niet, zoo hebt ge niets. Vinet. Een mensch, die alléén voor zijn familie leeft, is even onzedelijk als een mensch, die alléén voor zijn gezondheid leeft. Hermann. Wie voor ieders viool wil dansen, zal spoedig aan beide beenen lam zijn. N. N. De ware droefheid wil alleen zijn althans zij loopt nooit te koop met hare tranen. Rothe. Studeeren is bidden. Luther. Zandvoort. Dieren-mishandeling. In de Zandvoortsche Courant van Zaterdag 16 Juni 1917, komt voor het officieèle verslag van de Vergadering van den Raad der gemeente Zandvoort, gehouden op Vrijdag 8 Juni 1917, des namiddags om 71/2 uur. Ik knip daaruit dit stuk „Naar aanleiding van het request van het Comité tot „afschaffing van rijdieren aan het strand van onze Neder- „landsche Badplaatsen terzake het verhuren van paarden „en ezels aan het strand, in handen gesteld van B. en W. „om praeadvies, deelde de Voorzitter mede, dat B. en W. „uit de gehouden besprekingen in de vorige Raadsvergade ring, hadden gemeend dat de Raad geen bezwaar had om „vergunning te verleenen tot het verhuren van rijdieren aan „het strand, wanneer de voorwaarden zoodanig werden „verscherpt, dat mishandeling uitgesloten was. „In verband met hetgeen door de leden toen was opgemerkt, „waren de voorwaarden opgemaakt, welke voorwaarden den „Raad werden medegedeeld. „De heer Siegers meende, dat met den leeftijdsgrens van „16 jaren de Politie eenigszins toegeeflijk moest zijn. „De heer Koning vroeg, of de voorwaarden rechtskracht „hadden, waarop de Voorzitter antwoordde, dat zulks aan „den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie gevraagd was „geworden, die een bevestigend antwoord had gegeven. „De heer Van der Plas wenschte de voorwaarden aan te „vullen met eene bepaling, waarin de verhuurder van een „rijdier verplicht werd de voorwaarden steeds bij zich te hebben. „De Voorzitter antwoordde, dat daarmede rekening zal „worden gehouden. „De Raad vereenigde zich daarna met de genomen „maatregelen." Opzettelijk heb ik, na hetgeen ik in Haarlem's Dagblad en in de Stads-editie las over het in den Raad gesprokene in de bewuste Gemeenteraads-vergadering, mijn oordeel daarover opgeschort tot het Raads-verslag in het „officieel Orgaan der Gemeente was verschenen. Immers de ervaring leert dat couranten-berichten en verslagen van gehouden vergaderingen nogal eens rectificatie behoeven. Op het verslag in het „officieel orgaan der gemeente mag evenwel worden afgegaan. Wat is nu echter het geval Dat de niet-officieele ver slagen melding maken van de voorwaarden door B- en W. gesteld ter voorkoming van mishandeling der strand-rijdieren, terwijl het „officieel orgaan" ze verzwijgt. In het door mij hierboven afgedrukte stuk is enkel sprake van verscherpte voorwaarden „welke voorwaarden den Raad werden mede gedeeld", Nu weten we dus nóg niet „officieel" of het waar is, wat ik elders las, dat tot die voorwaarden o.a. behoort dat het strand-rijdier, na een uur bereden te zijn geweest, een uur moet rusten en, na een half uur geloopen te hebben, een half uur moet uitblazen. Zoo'n maatregel geldt trouwens alleen op Jjapier, want hoè stellen B. en W. zich voor dien te handhaven7 Komt er een vaste politie-post op het strand bij de standplaats der rijdieren, om den werk-en rusttijd van dezen te controleeren 7 Volgens de niet-officieele verslagen zal de huurder van een strand-rijdier geen zweep mogen gebruiken. Wèl een wandelstok om 't arme dier daarmee te ranselen en wèl zijn hakken om daarmee de schonkige paardjes te schoppen Ook voor de onderlinge verhouding van patroon en werkman is ZONDAGSRUST van groot gewicht. Anachoreten en Pilaarheiligen. in. De kerkhistoricus Evagrius maakt nog van een anderen Simeon Stylites melding (de pilaar heiligen werden ook stylieten genoemd naar .een grieksch woord dat zuil beteekent) die in 'de zesde eeuw leefde. In zijn kindsheid beklom hij een pilaar bij Antiochië en bewoonde dien, naar men zegt, acht en zestig jaren. Het voor beeld. dat de eerste Simeon gegeven had, werd later ten minste tot op zekere hoogte, door vele personen in Syrië en Palestina gevolgd en men vond zelfs nog pilaarheiligen in het Oosten in de twaalfde eeuw. Na dien tijd komen de sty lieten niet meer voor Deze orde van heiligen kreeg nooit vasten voet in het Westen, en toen zekere Wulfilaeus daartoe in de nabijheid van Trier een poging beproefde, kwamen de bis schoppen van de buurt te zamen, vernielden zijn pilaar en beletten hem op deze wijze zijn voornemen ten uitvoer te brengen. De Engelsche dichter Tennyson heeft ineen van zijn gedichten, getiteld St. Simeon Stylites" den ouden pilaarheilige sprekend opgevoerd en op treffende wijze doen getuigen van zijn ellendigen zondigen toestand. Hij gevoelt het, dat al die boetedoeningen, al die ontberingen, al die kruisigingen van het vleesch, al die jaren op zijn pilaar doorgebracht, hem niet hebben rein gewasschen voor God en dat hij als de grootste zondaar om genade moet smeeken. Als het volk. dat om zijn zuil verzameld is hem vereert en heilig roemt, spreekt hij de menigte aldus aan: „Ach, mijn zonen, mijn zonen! Ik Simeon van den pilaar, die toegenaamd word Stylites; ik, Simeon, die tot het einde op mijn zuil de wacht houd; ik Simeon, wiens hoofd door de heete zonnestralen wordt geroosterd en dan weer in de nachtelijke uren wit ziet door den rijm; ik belijd voor u allen, dat Pilatus en Judas Iscariot naast mij nog reine serafs waren. Ik lag als een vat des toorns op gloeiende kolen; en de hel kookte onder mij. Duivelen trokken mij bij mijn mouw. maar ik weerde hen met het kruis af; weer kwamen zij terug en grijnsden mij aan, wanneer ik neder lag of zetten zich als afschuwelijke apen op mijn borst neder dan weer bluschten zij met hun vlerken mijn licht uit, wnnneer ik las en schoven hun dier lijke aangezichten tusschen mij en mijn boek. Toen was er geen andere uitweg open dan deze om hen te ontvluchten door boete en zelf kastijding. Doet het ook, mijne broeders! Kruisigt uw vleesch, geeselt uzelven met doornen en distelenslaat zonder genade. Maar geeft mij geen eer. God heeft in zijn genade mij tot een voorbeeld in deze wereld willen stellen, dat weinigen kunnen navolgen. Maar misschien zal er eens een tijd komen, dat gij mij zult mogen vereeren, wanneer ik zelf tot de verheerlijkte zaligen ben verzameld en ik mijn relieken in uw land zal hebben achtergelaten Wonderlijke heiligen heeft het christendom opgeleverd; wonderlijke uitwassen heeft het christelijk leven vertoond. Wij zouden zeggen hoe jammer, dat zooveel ernst, zooveel wils kracht, zooveel begeerte naar heiligheid en vol maaktheid, die ons. aliedaagschen en gelijk- vloerschen christenen tot diepe beschaming zijn, dien uitweg hebben gezocht en niet een levens doel hebben gevonden, dat voor de medemenschen tot veel rijker zegen en voor het koninkrijk Gods tot groote winst ware geweest. In de rotsholen der kluizenaars, in de kloostercellen der monniken en nonnen is oneindig veel heerlijks verstikt en versmoord, dat wonder schoon had kunnen opbloeien tot eer van God en tot heil van den naaste Plaats naast het leven van een Simeon Stylites dat van een Livingstone, een Josephine Butler, een Luther na ziin kloosterleven, en men gevoelt terstond wat God van ons vraagt en wat Hem het meest verheerlijkt. De eigen zaligheid wordt ook het best gewerkt, niet door bespiegeling of zelfkastijding in de eenzaamheid, maar door zich te geven in den dienst van den Heer door het dienen van den naaste. M. F. v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 2