Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen No. 10 ZONDAG 8 Juli 1917 6de Jaargang. Predikbeurten ,,Niet onttrekkende Voor eiken dag DE ZONDAGSBODE VOOR VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Per Jaargang voor Zandvoort en Bloemendaal f 1.50 elders (franco) 2.50 Afzonderlijke nummers0.05 R E D A. C T I E G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal Mej. C. BIENFA1T - Aerdenhout Adres voor de Administratie: P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27 PRIJS DER ADVERTENTIËN 1—5 regelsf 0.55 010 0.35 0.06 Elke regel meer Dienstaanbiedingen, 1—5 regels Elke regel meer Bij abonnement extra korting Ned. Herv. Gem. Zondag 8 [uli 1917. Zandvoort: v.m. 101/, uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES. Bloemendaalv.m. 10 uur Ds. J. C. SCHULLER, Predt. te 's Gravenhage. Voorbereiding H. Avondmaal. niet onttrekkende Titus 2 10 Ons tekstvers bevat een vermaning tot de dienstknech ten om in alle dingen volkomen eerlijk te zijn Niet ont trekkende, dat is niet wegnemende, niet stelende wat den meester toebehoort. Deze vermaning is voorzeker even goed op haar plaats in onze twintigste als in de eerste eeuw; ook nu zijn er nog dienstknechten en dienstmaagden, al zijn zij gelukkig niet meer slaven en slavinnen als in de dagen van Paulus; en ook nu nog kunnen zij in de verleiding kcinen om te onttrekken van datgene wat hun meesters toebehoort; en ook nu nog zijn er, die voor die verleiding bezwijken. Dat onttrekken betreft niet altijd, betreft gewoonlijk zelfs niet geld; zelden komt het voor dat dienstknechten of dienstmaagden geld zullen wegnemen; maar stipte eerlijk heid in geldzaken brengt nog niet altijd stipte eerlijkheid in andere dingen mede. Er is een onttrekken van den tijd des meesters of een niet volkomen nauwgezet omgaan met het toevertrouwde goed, door slordigheid en onverschillig heid dat evenzeer zonde is. Daarover zijn wij allen het eens, en zoovelen wij dienst knechten en dientmaagden zijn, laat ons dan deze verma ning ter harte nemen. Zoovelen wij dienstknechten en dienstmaagden zijn? Maar zijn wij dan niet allen dienstknechten en dienst maagden van Christus? Is het ons niet een eer dien naam te dragen? Welnu dan behoeft niemand onzer over dezen tekst heen te lezen, alsof die hem of haar niet aanging; dan hebben die woorden ons allen veel te zeggen. „Weet gij niet" zegt de apostel (1 Cor. 6: 19, 20) „dat gij van u zelf niet zijt? Want gij zijt duur gekocht." Duur gekocht; ja waarlijk, want Christus heeft ons zich ten eigendom verworven voor den prijs van zijn kostbaar bloed, van zijn bitter lijden en sterven. Hij heeft ons losgekocht uit de slavernij der zonde om ons in zijn heerlijken dienst te nemen. Ieder die zich christen, discipel van Jezus noemt, betuigt dus daarmede dat hij dien Heiland toebehoort die hem verloste. Wij behooren hem toe, zooals wij zijn, volkomen, met ziel en lichaam, met gaven en talenten, met tijd en geld. En wat doen wij met dat alles? Hebben wij daarvan niet vaak onttrokken, om het te gebruiken voor het eigen ik, voor den dienst der wereld en der zonde? Is onze ziel altijd geweest een woning voor den Heiligen Geest? En ons lichaam, waren de leden daarvan instru menten der gerechtigheid of der ongerechtigheid? En onze gaven en vermogens, hebben wij ze besteed in den dienst van God? En onze tijd en ons geld, hebben wij ze op het altaar gelegd en gezegdHeer zij behooren U toe, wat wilt gij dat wij er mede doen zullen? Deze vraag is genoeg om ze met een „O God ik heb gezondigd, ik heb onttrokkken, ik ben oneerlijk en on trouw geweest; wees mij. zondaar genadig!' te beant woorden. Gezegend de mensch die zijn zonden erkent en belijdt, want de Heer vergeeft menigvuldiglijk. Maar dat het bij die erkentenis en die belijdenis niet blijve. Daarbij kome het ernstig voornemen, de heilige be geerte om van nu voortaan ons zeiven met al het onze ge heel en volkomen den Heer toe te wijden, zonder iets terug te houden, zonder iets te onttrekken aan den wetti gen eigenaar- Dan eerst zal ons leven waarlijk gezegend en ten zegen kunnen zijn. M. F. v. L. Verzameld door C. B. Er zijn van die onschatbare wezens, die ons omhoog tillen en voorwaarts stuwen, eenvoudig door in ons te gelooven, zoo sterk, zoo vast, dat wij er verlegen mede worden en er onze eer in betrokken achten hen niet teleur te stellen. J. H. Hooijer. Er zijn naturen, die groot zijn door wat zij bereikten; er zijn anderen die groot zijn door wat zij versmaadden. Hermann Grimm. Vrijheid is geen wetteloosheid. De visch is niet meer vrij, als hij op het droge is gebracht, doch slechts dan, als hij leeft onder de wet van zijn bestaan, m.a.w. als hij zwemt in het water. Uw arm is niet meer vrij, als hij uit het lid is getrokken, doch slechts dan, als hij zich be weegt onder de wet van zijn bestaan, n. 1. als hij draait in zijn schoudergewricht. De mensch, geschapen naar Gods beeld, is niet meer vrij als hij zijn God ontvalt, doch slechts dan, als hij leeft onder de wet van zijn oorspron kelijk bestaan, n.l. de wet des geestes, des levens. J. B. Netelenbos. W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem Telef. 1561 en 771 Stoomt en verft alle soorteo Dames- en Heeren-Garderobe ving en onberispelijk ■ar Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 1