Voor eiken dag
Mededeelingen.
Allerlei
FEUILLETON.
Verzameld door C. B.
Om goed te lezen moet de aandacht zoo sterk gericht
zijn op wat we lezen, dat de denkbeelden, daardoor uit
gedrukt, even helder voor onzen geest komen te staan als
de zienlijke voorwerpen voor de oogen onzes lichaams.
Milton.
Voor mij is de beschaving een kunstgewrocht dat mij
zegt: zoo is, zoo spreekt, zoo handelt een mensch, die
nooit vergeet, dat hij met anderen op de wereld is en met
anderen die hij meer of minder gelukkig kan maken.
Pierson.
Wie bij sommige dingen het verstand niet verliest, heeft
er geen te verliezen. Lessing.
De vriendelijke heldere wereld, waarin de kinderen zoo
vele gelukkige uren doorbrengen, bevindt zich ook rondom
ons, groote menschenalleenlijk, onze oogen worden ge
houden door zonden en zorgen, zoodat wij haar niet kennen.
Ruskin.
Aangezien God wil, dat de mensch zal arbeiden, verborg
Hij een schat in den arbeid, want Hij is Vader, en de
liefde van den Vader sterft niet. Lamennais.
De mensch is het ijzer en God smeedt het; wie iets
worden wil, is altijd in 't vuur of op 't aanbeeld. N. N.
Als gij u neerslachtig voelt en gedrukt dan is dat meestal
een gevolg hiervan, dat gij u te veel met u zelf hebt bezig
gehouden. Diane.
Zandvoort.
In het kerkezakje werd 1.1. Zondag o.a. ook een couvert
gevonden, welks inhoud (twee papieren rijksdaalders) be
stemd is voor de zendelingen die gereed staan naar hun
arbeidsveld te vertrekken. Ik zond het geld naar Rotterdam.
Van X. kreeg ik fl.— voor een of ander liefdadig doel
alhier. Ik dank daarvoor vriendelijk en hoop dat menigeen
die dit leest het plan zal opvatten én uitvoeren om mij ook
iets te zenden voor de Armen
De seizoen-kaarten voor een zitplaats in de kerk, kostende
f 2.50 per stuk, zijn geldig voor hoogstens 4 leden uitéén
gezin. Ieder lid méér uit hetzelfde gezin betaalt voor het
seizoen 50 cents. Aanvragen te richten tot den Koster.
Voor het gebruik van de Kerk-telefoon hebben hard-
hoorenden zich te vervoegen bij den Koster.
Bij diaken v. d. Mije kwam f 2.50 in voor de Armen.
Hartelijk dank.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
13-20 Juli 1917.
Ondertrouwd.
A. Kerkman en G. W. te Gussinklo.
Getrouwd
G. van der Meij en C. H. Jacquemijns.
Bloemendaal.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Ondertrouwd
E. J. W. H. Braakman en J. M. Houtgraaf.
F. W. J. J. Lanson en J. E. Heemskerk.
C. Robertson en G. A. Brachthuizen.
Getrouwd
B. Lassooij en P. van der Laan.
A. van Zorge en J. M. van der Niet.
L. van der Ham en M. M. Eekhout.
E. J. W. H. Braakman en J. M. Houtgraaf.
Overleden
H. J. van der Veen, 53 j.
M. A. Cornelissen, 49 j.
A. J. K. de Waal Malefijt, 17 j.
B. J. van der Vliet, 63 j.
Verzameld door C. B.
ZOEKEN WAT BENEDEN IS.
Een jong man vond eens een tienguldenstuk in het
straatvuil. Van toen af aan hield hij op alle wegen zijne
oogen vast op den grond gericht, in de hoop nog eens
een goudstuk te vinden. En werkelijk in den loop van zijn
leven vergaarde hij een groot aantal gouden en zilveren
munten.
Maar in al deze jaren had hij door het zoeken naar
winst verleerd zijn blik tot den Hemel op te heffen. Hij
wendde zijn oog niet meer af van het stof, waarin hij zijn
schat dacht te vinden. Hij stierf als een rijk man, die
deze schoone aarde voor eene stoffige straat had aangezien,
en er slechts liep, om goud te verzamelen.
Het meeste profijt van den Zondag beeft hij, die dezen dag, overeenkomstig zijn bestemming, besteedt om te rusten in God.
De „blanke moeder" van Calabar.
II.
Vijftien jaar nadat Mary Slessor te Ekengé
gekomen was, ontstond er een kleine gemeente
van zeven leden en werd voor de eerste maal
het H. Avondmaal gevierd. Voor haar was dat,
gelijk men denken kan, een dag van heilige,
onuitsprekelijke vreugde. Aan te zitten aan de
tafel des Heeren met kinderen Gods uit een
stam die uit woeste heidenen bestond, toen zij
er het eerst kwam welk een verschil
Toen opende zich voor haar weder een nieuwe
werkkring. Op vier-en-veertig-jarigen leeftijd
leerde zij nog fietsrijden, ten einde gemakke
lijker de omliggende dorpen te kunnen bezoe
ken, den arbeid op de scholen die zij er stichtte,
na te gaan en overal te evangeliseeren. Haar
gezondheid ging achteruit, haar krachten namen
af, maar toch ging zij voort.
Wanneer zij geheel uitgeput was, nam zij
eenigen tijd rust en hervatte daarna met nieuwe
energie haar taak.
Van waar putte zij die kracht om zooveel te
volbrengen, om lichaamszwakheid niette tellen,
om de gevaren in de wildernis als niets te
achten, om als door toovermacht de harten
van blanken, zoowel als van inboorlingen, tot
zich te trekken Die kracht vond zij in het
dagelijksch, in het voortdurend contact met
het onzienlijke, en de middelen om dat contact
onafgebroken te bewaren waren het gebed en
het onderzoek van Gods Woord.
Aan 'een vriend schreef zij in die dagen
.Mijn leven is een voortdurend gebed, waarop
God eiken dag, ja elk uur het antwoord geeft:
gebed om de noodige lichaams- en geestes
kracht, om geleid en bewaard te worden, om
het dagelijksch voedsel, om alles wat ik noodig
heb in één woord, en om zegen op mijn arbeid.
Ik kan waarlijk getuigen dat God het gebed
hoort. Ja, ik weet dat Hij hoort en verhoort."
De koning van Engeland eerde den moed en
het leven van zelfopoffering van deze vrouw
door haar te benoemen in de orde der hospitaal
ridders van St. Jan te Jeruzalem.
Zij stierf den 13den Juni 1915, op zeven-en-
zestig-jarigen leeftijd, na enkele dagen van
koorts en lijden.
Mary Slessor was een zendeling-pionier van
buitengewone talenten en zeldzame geestkracht,
gepaard aan een kinderlijk en rotsvast geloof.
Zij had nu en dan iets excentrieks, maar die
kleine schaduwen verdwijnen bij den aanblik
van dat heerlijke, Gode en den naaste toege
wijde leven, dat niet ijdel geweest is maar
rijke vruchten heeft afgeworpen voor de
eeuwigheid. M. F. v. L.
(Naar de Missionary Review of the World).