Mededeelingen.
Leestafel.
FEUILLETON.
Doe altijd eenvoudig wat voor de hand ligt, wat God u
op de hand legt; doe het met trouw en wijsheid, en gij
zult zien dat dit schijnbaar bonte velerlei een heerlijke
eenheid in uw leven brengt. Lavater.
Een Christen te worden is niet: beter te worden dan
mijn buurman, maar: beter te worden dan ik zelf.
N. N.
De uitnemendste vreugde, is de vreugde met een traan
in het oog. A. Pierson.
Zandvoort.
De e.v. Doopsbediening is bepaald op Zondag 2 September.
De Wijkzuster gaat a.s. Maandag 20 Aug. voor 4 weken
in vacantie.
Ofschoon de wijkzuster afwezig is, blijft de gelegenheid
tot het wegen van baby's 's Woensdags, des middags van
2—3 uur opengesteld.
Door Zuster Dina is, wegens genoten hulp, voor de
wijkverpleging ontvangen van Jhr. R. f 35.den Heer
Z. f 5.—, Mej. v. d. S. f 1.—. Mej. Z. f 2.— en den Heer
D. f 10.—. Voor gebruik van het ziekenwagentje werd
f 22.ontvangen.
Maandverslag over juli. 14 patiënten werden verpleegd,
waarvan 12 tot de Ned. Herv. en 2 tot de R. C. Kerk be
hoorden. Zij ontvingen dagelijks van 13 maal hulp, in het
geheel 508 keer. Twee patiënten werden naar Haarlem
vervoerd en in 11 gevallen moest plotseling hulp worden
verleend. Zr. Dina.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
10-17 Aug. 1917.
Geboren
Arie, zoon van Jb. Keur en M. Kerkman.
Anton Gerard, zoon van L. Koper en T. Kerkman.
Jozef Emile Elisa Valentine Hubert, zoon van M. P.
F. J. H. Peeters en L. E. A. M. H. Heijnen.
Willem Albertus, zoon van A J. van der Moolen en
A. Paap.
Overleden
H. Mienes, 28 jr.
G. Berkman—Kremer, .86 jr.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Geboren
Louis George, zoon van P. M. Postuma en M. A. Eigeman.
Willem, zoon van W. Beunder en K. J. Kroeze.
Christiaan, zoon van C. P. L. Derksen en A. van der Vin.
Geertruida Johanna Wilhelmina, dochter van J. van
Raalten en G. van den Bosch.
Ondertrouwd
K. J van Apeldoorn en G. lking.
L. J. G. van Aelst en I. J. Lambrecht.
Getrouwd
F. Logtens en J. A. longkees.
Overleden
K. Schepp, 34 j.
„Valkenheide", verslag 1916.
„Valkenheide" is het opvoedingsgesticht vanwege de
Ned. Herv. Kerk, voor jongens, te Maarsbergen. In zijn
verslag zegt de Directeur, Ds. Meeuwenberg, dat hij er
geen bepaalde opvoedings-methode op nahoudt. Hij is var.
meening dat in zijne stichting niet een hondertal jongens
waren te verzorgen, maar dat er honderdmaal een jongen
moest worden bearbeid. Door wekelijksche schriftelijke
rapporten, mondelinge toelichting der mede-arbeiders en
persoonlijke omgang met iederen jongen afzonderlijk, tracht
hij aard en karakter van eiken verpleegde te leeren kennen
om zoo den weg te vinden die moet worden begaan om
juist hèm in het leven verder te helpen én hooger. Hoe
verschillend is de aanleg en het vermogen, de vatbaarheid
voor goed en kwaad in de wereld der groote menschen!
Maar datzelfde verschil openbaart zich ook bij de jeugd.
Daarom: weg met ieder systeem dat allen over één kam
scheert en zoo de persoonlijkheid vermoordt. Op „Valken
heide" wordt iedere jongen individueel opgevoed.
Deze afwezigheid van een of andere bepaalde methode
verdient ongetwijfeld de beste methode genoemd te worden
die op een opvoedingsgesticht kan worden toegepast. Zóó
moeten er goede resultaten bereikt worden. Maar wat heb
ben zij, die daar de leiding geven, veel wijsheid en tact
noodiu, veel geduld en kennis van het menschelijk hart.
Wat moeten zij veel liefhebben bovenal
De penningmeester boekte aan ontvangsten f 48390.26
en aan uitgaven f 56492.44V2, zoodat 1916 met een nadeelig
saldo van f 8102.18V2 sloot.
Wie in de gelegenheid is, bezoeke „Valkenheide" dat
ook per trein en tram gemakkelijk te bereiken is. Die
echter bang is dat zoo n bezoek hem iets kosten zal, moet
wegblijven. Want al is de bezichtiging gratis, wie „komt
en ziet" voelt zich in zijn geweten gedrongen hart en
beurs te openen voor dit werk van barmhartigheid.
„Vacantie buiten". Jaarverslag 1916.
„Vacantie buiten", 29 September 1906 opgericht, tracht
de bezwaren tegen de z.g.n. vacantie-kolonies te onder
vangen, welke gelegen zijn in het zenden van kinderen uit
Onberekenbaar groot zijn de nadeelige gevolgen van het gemis aan Zondagsrust.
Aan de voeten van Jezus.
Ill
Toen vroegen ze mij, of ik dan niet een
Christenmensch was? Zeker, zeide ik, ben ik
een Christenmensch. Ik geloof in Ood, den
Vader, almachtig, Schepper des hemels en der
aarde
En in Jezus Christus, zijnen eenigen Zoon,
onzen Heer
Die ontvangen is van den heiligen Geest en
geboren uit de Maagd Maria
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus;
gekruist is, gestorven en begraven
Die nedergedaald is ter helleten derden
dage verrezen van den dood;
Die opgeklommen is ten hemel, en zit ter
rechterhand Gods zijns Vaders almachtig:
Van daar zal hij komen om te oordeelen de
levenden en de dooden
Ik geloof in den heiligen Geest;
De heilige algemeene kerk
Hier viel een der paters mij in de rede, mij
toevoegende, dat ik niet moest zeggen .alge
meene" maar .katholieke kerk", ik antwoordde,
dat dit twee woorden van dezelfde beteekenis
waren, maar dat ik zulks niet zeide, om hem
niet te misleidenwant dat ik tot de protes-
tantsche kerk behoorde. Maar de goede man
wilde mij wijsmaken, dat de protestantsche
kerk geen deel uitmaakte van de alleen zalig
makende kerk. Dat de protestanten geen vol
gelingen waren van Christus, maar van Luther
en Calvijn. Doch ik antwoordde hem, dat ik
van Luther of Calvijn niet veel wist, dat ik
allen wist, dat Jezus Christus mijn Zaligmaker
was, dat Hij voor alle mijne zonden volkomen-
lijk betaald en aan het kruis alles volbracht had.
Die heeren trachtten mij toen te bewegen
tot hunne afvallige kerk terug te keeren, en
toen ik dat beslist weigerde, zeiden ze mij,
dat ik verhard was in de Luthersche dwalingen.
Toen zeide ik: als ik dwaaj, dan dwaal ik met
Jezus Christus en met Hem kan ik niet ver
loren gaan.
De beide paters sloegen een kruis en gingen
heen, zeggende, dat ze voor mij zouden bidden.
Ik vond dat zeer goed en bedankte hen voor
hun bezoek.
Zoo scheidden we. Zie, broeders, daarom
zeide ik u, dat de raven van Elias nog niet
dood waren en dat God zijn kinderen door de
zwarte kraaien nog weet te helpen.
't Is vele jaren geleden, dat ik dit tafereel
bijwoonde, maar 't zit mij nog goed in 't ge
heugen. 't Was er een arm huizeke, Jefke was
een nietig manneke en zijn Wanne nog al een
tamelijk ruwe vrouw't was er op dien be-
wusten nanoen in dat kamerke stikkend heet,
maar als ik er nu nog aan denk, dan zeg ik
toch't Was er een heilige vergadering. De
menschen zaten hier waarlijk aan de voeten
van Jezus." Vóór 't weggaan deed een van de
broeders nog en gebed, dat mij natuurlijk te
lang voorkwam, maar 'k ben toch nog blij, dat
mijn vader mij toen wel eens naar een der
gelijke samenkomst meenam.
M. F. v. L.
(Uit het'„Christelijk Volksblad" door F. C.)