Voor eiken dag.
Mededeelingen.
FEUILLETON.
zonde en onreinheid telkens uit het „spoor der gerechtig
heid" uitgeweken innerlijk wezen.
Dan vindt de innerlijk gewonde, wanneer hij opziet tot
Christus, die verhoogd is, wat de in de woestijn door
slangenbeet met den dood bedreigde vond, wanneer hij
opzag tot de slang, die Mozes had verhoogd. Niet het ver
derf maar het leven. Want Christus opent Zijn koninkrijk,
om te doen binnengaan, wie de ervaring hebben opgedaan,
dat „het leven" er niet is buiten Hem. „In den nacht"
komen ze, als Nicodemus. Maar als ze weer henengaan,
hebben ze den drempel overschreden, die aan den aanvang
ligt van den weg der genezing. En eenmaal op dezen weg,
wordt aldoor de gang vaster. Omdat het opzien naar den
Heer die „verhoogd" is, geen vragen meer is, maar belij
den wordt.
Deed Nicodemus niet zoo, toen hij op Golgotha beleefde,
dat „de Zoon des Menschen verhoogd" werd Toen stonden
anderen van verre. Maar hij stond vlak bij het kruis. Want
hij had „het eeuwig leven" gevonden. En was genezen.
BI. J. A. v. L.
Verzameld door C. B.
Spreek verstandig met het verstand, hartelijk met het,
hart en menschelijk met beide.
Lavater.
De kleinste bloem, die ik zie bloeien, kan mij gedachten
geven, zelfs voor tranen veel te diep.
Wordsworth.
Men werpt met steenen slechts naar boomen, die vruch
ten dragen.
Milton.
Ongebroken menschen, die nooit eene groote smart of
eene groote nederlaag van hun eigen ik hebben doorleefd,
deugen tot niets.
Hilty.
Waar is het kruis, waaraan wij sterven moeten Overal
waar wij zijn. Onze eigen wil is dat kruis. Zoodra onze
eigen wil met Gods wil samenstemt, houdt dat kruis op.
Kolb.
God kan niet zeggen„spreek" tot degenen die niet
hebben leeren zwijgen.
Monod.
Dit is de diepste smartin zijn leed te weten, dat men
niet waardig is zich ongelukkig te voelen.
N. N.
Zandvoort.
Alle stukken voor den Zondagsbode moeten, tot
nader aankondiging, worden toegezonden aan Ds. van
Leeuwen te Bloemendaal.
Ds P. M. houdt, tot nader bericht, geen spreekuur.
Verzoeken om ondersteuning van de Vereeniging voor
behoeftige zieken en kraamvrouwen, tot nader bericht,
te richten aan Mevrouw Driehuizen-Baggerman, Hoogeweg.
De extra collecte, 1.1. Zondag gehouden, bedroeg f30.675.
Kerkvoogden zeggen vriendelijk dank.
Immanuël heeft de repetities hervat. Trouwe opkomst is
zeer gewenscht. Nieuwe leden zijn hartelijk welkom
Naaischool. Aanmelding van leerlingen (12-16 jaar) moet
plaats hebben op Vrijdag 21 Sept. om .5 uur in „Ons Huis".
De opening van den nieuwen cursus is bepaald op Vrijdag
28 Sept. om 5 uur. De lessen beginnen Maandag 1 Oc
tober om 5 uur.
Zondagsschool. De lessen beginnen Zondag 16 Sept.,
's middags 12 uur. Onderwerpen voor de e.v. Zondagen:
16 Sept. 1 Samuel 16; 23 Sept. 1 Samuel 17; 30 Sept.
1 Samuel 24, 26; 7 Oct. 1 Samuel 29, 30, 31.
De e.v. cursus is 11 Oct., 's avonds 8 uur.
Mej. A. S. Dalman en de heer M. C. Dees hebben ont
slag genome* als onderwijzeres en onderwijzer aan de
Zondagsschool.
Indien het kerkgaan iemand niet beter maakt, maakt het hem slechter.
GUY DE BRES.
in
In zijn gevangenis werd Quy door een menigte
edellieden en edelvrouwen bezocht, nieuws
gierig den ketterschen leeraar te zien, van wien
zij zoo vaak hadden hooren spreken. Sommigen
hoonden en bespotten hem, anderen toonden
medelijden met den armen geketende, wien de
marteldood wachtte. Ook moest hij telkens met
priesters en monniken over de leerstellingen
der roomsche kerk disputeeren, maar had zoo
wel bij die redetwisten als gedurende de an
dere bezoeken, steeds gelegenheid het Evangelie
te verkondigen en van zijn Heiland te getuigen,
die hem vrede en blijdschap gaf, zelfs in het
aangezicht van een wreeden marteldood. Zoo
was het ook toen de gravin du Roeulx hem
bezocht die, bij het zien van de zware keten,
waarmede hij beladen was, tot hem zeide
„Mijnheer Quy, ik kan mij niet begrijpen, hoe
ge hier eten, drinken en slapen kunt; als ik in
uw plaats was, zou ik, dunkt mij, van angst
sterven". „Mevrouw", antwoordde de ge
vangene, de goede zaak die ik voorsta en het
goede geweten dat God mij geeft, maken dat
ik beter eten, drinken en slapen kan dan allen
die mij kwaad willenen wat mijn ketenen
betreft, wel verre van mij te verschrikken of
akelig te zijn, zijn ze mij tot een vreugde en
roem ik er inja, ik acht ze meer waard dan
gouden sieraden, want zij zijn mij nuttigeren
wanneer ik het geluid mijner ketenen hoor, is
het mij of muziek tot mijn ooren doordringt,
niet alsof dat bij ketenen behoort of natuurlijk
is, maar het vindt zijn oorsprong in de reden
waarom ik aldus behandeld word". Nadat
de gravin vertrokken was, liet zij den gevan
gene wijn zenden, er bijvoegende, dat zij hem
eiken dag die hoeveelheid zou doen toekomen,
indien hij weer roomsch wilde worden 1
Nadat de Bres en la Orange een tiental dagen
te Doornik hadden gevangen gezeten, werden
zij naar Valenciennes vervoerd, waar hun von
nis zou worden opgemaakt. Dit liet dan ook
niet lang op zich wachten. Beiden werden tot
den dood met den strop veroordeeld, omdat zij,
gelijk het vonnis luidde, tegen de bevelen van
het Hof te Brussel waar de landvoogdes
zetelde hadden gehandeld en in het bijzon
der omdat zij het Avondmaal hadden bediend,
niettegenstaande dit door de Regeering ver
boden was.
Het was op den 31 sten Mei 1567 zij waren
sedert 11 April gevangen dat de provoost
des morgens om drie uur den predikanten kwam
aanzeggen, dat zij zich op den dood moesten
voorbereidentegen zes uur zou het vonnis
worden voltrokken. Beiden dankten den provoost
voor die goede tijding en loofden God. Daarop
trad Guy de Bres in den voorhof, waar de
andere gevangenen verzameld waren, zeide hun
allen vriendelijk goeden dag en sprak hen
aldus aanLieve broeders, ik ben heden ter
dood veroordeeld om de leer van den Zoon
van God. Hij zij er voor geloofdIk ben zeer
vroolijk. Nooit had ik kunnen denken, dat God
mij zoo groote eer zou hebben waardig ge
keurd. Ik voel dat Zijn genade meer en meer
in mij nederstroomt, en van minuut tot minuut
word ik gesterktmijn hart springt op van
vreugde binnen in mij".
Daarop vermaande hij de gevangenen goeds
moeds te zijn en betuigde dat het sterven niets
was. waarbij hij uitriep„O, hoe zalig zijn de
dooden, die in den Heer stervenJa, zegt de
Geest, want zij rusten van hunnen arbeid".
„Weest standvastig in de leer van den Zoon
van God", zoo vermaande hij hen verder, „welke
ik u altijd gepredikt heb, en die ik ook in
tegenwoordigheid van den bisschop van Atrecht
beleden heb, want deze is de waarheid Gods,
en ik, ik zal van wat ik verkondigde voor het
aangezicht Gods rekenschap geven. Wacht u
van iets tegen uw geweten te doen, want ik
voorzie dat de vijanden van het Evangelie hun
kracht tegen ons zullen aanwenden, ten einde
u te doen wankelen en u tegen de inspraak
van uw geweten te doen handelenpast op,
want indien gij dat deedt, zoudt gij daarna een
beul in uw eigen geweten aankweeken, die u
voortdurend zou pijnigen. O, mijn broeders,
het is zulk een heerlijke zaak een goed ge
weten te hebben
M. F. v. L.
(Wordt vervolgd).