Allerlei dokter", gelijk hij genoemd werd, als een man des vredes, vriendschap en liefde brengende en van die wilde stammen ook ontvangende, en overal waar „de witte dokter vaak de eerste blanke die zich daar ooit had vertoond verschenen was, liet hij zulk een indruk achter, dat de blanke reizigers die na hem kwamen, soms jaren daarna, om de wille van dien „witten dokter" vriendelijk werden ontvangen. Wordt vervolgd). M. F. v. L. De Britsche Oost-Indische Compagnie had de opiumcultuur in Bengalen (Engelsch Indië) begonnen, en voerde jaarlijks groote hoeveelheden opium naar China uit. De Chineesche regeering, die den verderfelijken invloed van het opium rooken voor haar volk vreesde, verbood in 1820 den invoer naar China, doch Engeland wilde haar om de wille van de handelsvoordeelen, dwingen dat besluit te her roepen. Daaruit ontstond de opium-oorlog, die nog steeds door alle weldenkende Engelschen als een goddelooze oorlog verfoeid wordt. 2) Een instrument, waardoor men berekenen kan waar men zich bevindt. Verzameld door C. B. EEN WONDERE REIS. Het leven is een wond're reis, Een reis naar d'eeuwigheid. Elk reist het op zijn eigen wijs Met dolle vreugd of bang gekrijt, Maar steeds naar d'eeuwigheid. Wij reizen naar de eeuwigheid En zalig hij, die zich bereidt. Noodlottig die zoo rustig reist En toch niet weet, waarhenen. Noodlottig, die zoo vroolijk reist, Niet weet, of 't juichen wordt of weenen. Wij reizen naar de eeuwigheid 't Is hel of hemel, die U beidt. O, waak dan op, en wees bereid O, maak U klaar, nog is het tijd, Dit 's iets, dat nimmer uitstel lijdt 't Gaat om de eeuwigheid. VOOR KERKGANGERS. Overweeg niet te veel, hoe ge u kleeden zult, want dat heeft met het doel van uw' kerkgang bitter weinig te maken. Wacht niet te lang, voor dat ge op weg gaat, want het is nergens toe noodig voor een luilak gehouden te worden. Kom niet te laat, want men zou denken, dat uw ver langen naar het godshuis maar zeer matig was. Praat niet te druk, want daar is de beurs voor of de theevisite. Zing niet te mooi, want dat vindt de Heer onuitstaan baar leelijk. Galm niet te luid, want gij wordt opgewekt om te zingen, niet om te schreeuwen. Hoor niet te oppervlakkig, want dan is uw winst gelijk nul. Bedil niet te erg, want de predikant mag u niet uit- noodigen om het beter te dóen. Vergeet niet te spoedig, wat u ter zelfbeproeving is voor gehouden. Beoefen niet te weinig, wat de Heer van een geloovig kerkganger verwachten mag. HET MIDDAGMAAL. Op een Maandagmorgen stapten eenige arbeiders een kroeg binnen" met het vaste voornemen, dien dag niet naar hun werk te gaan, doch als naar gewoonte „Maandag te houden". Omstreeks het middaguur komt een armoedig doch zin delijk gekleede vrouw de herberg binnengluren. Kloek stapt ze op een der mannen toe en zegt: „lk denk, dat je van daag wel niet thuis zult komen eten, daarom breng ik je portie hier". Met deze woorden zet ze een zorgvuldig toe- geknoopt pakje vlak voor haar man en gaat heen. Luid gejuich van den kant der halfdronken kameradenAan plagerijen geen gebrekDaar komt één van hen op den kostelijken inval, om allemaal een proefje van het maal te nemen. De eigenaar van liet pakje stemt toe. Hij ontknoopte het doek, maar vindt niets dan een leegen schotel. Er ligt echter een briefje in van den volgenden inhoud „lk hoop dat het eten je goed zal smaken het is hetzelfde wat de kinderen thuis hebben". REIN. „Ik denk, dat een Christen overal hèen kan gaan", zeide een jonge vrouw, die hare geregelde tegenwoordigheid op plaatsen van twijfelachtige vermaken verdedigde. „Zeker kan hij dat", antwoordde een ander, maar ik herinner mij een klein voorval van den laatsten zomer, toen ik met eenige vrienden een kolenmijn ging onder zoeken. Een der jonge dames was gekleed in keurig witte japon. Toen hare vrienden haar daarover onderhielden beriep zij zich op een ouden mijnwerker die als gids zou meegaan. „Kan ik daar beneden in de mijn geen witte japon dragen vroeg zij. „Zeker dame", antwoordde glimlachend de oude man. „Er is niets, dat u belet daar beneden een witte japon te dragen, maar er is veel, dat beletten zal weer met zijn witte japon boven te komen". Zoo is er niets,, dat een Christen kan hinderen, zijn witte kleederen te dragen, als hij in aanraking komt met het onreine, maar er is veel, dat hem zal verhinderen, zijn kleederen rein te bewaren. HOERA VOOR HET RADIUM De Engelsche geleerde Struck heeft iets geconstateerd, dat velen zal verblijden, die vreezen voor den „dood" van onzen armen aardbol. Volgens de laatste berekeningen van Rutherford en Robinson, ontwikkelt een gram radium in een uur voldoende warmte om de temperatuur van 134.7 gram water een graad te doen stijgen. Wanneer dus, in een rots van 5000 ton slechts één milligram radium 'zat, zou zulks voldoende zijn, om het warmteverlies door de irradiatie van den wereldbol ver oorzaakt, te vergoeden Maar men heeft vastgesteld, dat de hoeveelheid der radiö-actieve zelfstandigheid, die in de bovenlagen der aarde bestaat, veel grooter is, in sommige plaatsen is ze zelfs 3 gram per 5000 ton. Men kan daaruit besluiten, dat onze planeet nooit door de koude zal verijzen, en dat de hypothese van bevriezing, door de oude geologen gesteld, kan worden op zij gezet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 4