BRANDHOUT Hotel l'Océan - Zandvoort 6ns Brood en onze Beschuit zijn onovertrefbaar. BRANDHOUT LUXE BROODBAKKERIJEN GEBR. J. VAN DER WERFF Ke'k"'"112 Eiken= en Berkenblokken M. HOLLENBERG, Handel in Brandstoffen A. SCHUITEN, Handel in Brandstoffen. Zending. DAVID LIVINGSTONE. ADVERTENTIE N. EIKEN- en BERKEN- steeds verkrijgbaar bij WBMS^MXMManKxmm nmiiBKsigoiiH Modern ingericht Y Bekend Familie-Hotel Roomsclie, op straffe van excommunicatie, zich zal hebben te onderwerpen. Of intusschen, ook in de moederkerk zelf, niet menigeen zich gedrongen zal gevoelen achter dit officieele leerstuk een heimelijk of openlijk vraagteeken te zetten? Reeds vele jaren geleden heb ik op Maria-hemelvaart in een buitenlandsche kathedraal aandachtig zitten luisteren naar de voortreffelijke prediking van een geestelijke, die vrij duidelijk liet uitkomen dat hij de gewone kerkelijke voor stelling meende te moeten beschouwen als legendarische inkleeding van de overtuiging, dat Maria eenvoudig na haar dood was ingegaan tot de Sabbaths-ruste, die er over blijft voor het volk van God. J- VIII. Zoodra Livingstone zijn huis te Chonuane gereed had, ging hij weer op reis om een ander opperhooid, Mokhatta te bezoeken, die het christendom goedgezind was Het land dat hij doortrok, was zóó bevolkt, dat hij gelegenheid had minstens éénmaal daags het Evangelie te verkondigen Mokhatta wilde gaarne een zendeling hebben, maar deze wensch stuitte af op den tegenzin der Boeren-kolonisten in de nabijheid. Onder de stammen die Livingstone op deze reis bezocht, vond hij er een, die het in industrie al heel ver gebracht had. Niet slechts bebouwden zij hun velden, maar zij sponnen katoen smolten en bewerkten ijzer, koper en tin en vervaardigden metalen versierselen. Hun opperhoofd, of schoon nog geen twintig jaar oud, had acht-en-veertig vrouwen en twintig kinderen; voorwaar geen gemakkelijk persoon om tot een christen te bekeeren, die aan één vrouw genoeg heeft! In 1847 schreef Livingstone aan het bestuur van het zendingsge nootschap te Londen, dat. ofschoon hij nu een jaar te Chonuane had gewerkt, hij nog geen bekeeringen had gezien; wél was er begeerte naar onderricht. Hij had het druk, gelijk men uit het volgende uit een zijner brieven naar huis kan opmaken: „Ik krijg veel lectuur, maar heb weinig tijd tot lezen, behalve wanneer ik op reis ben. Mijn tijd is genoeg gevuld met bouwen, tuinieren, dokterswerk, schoenlappen, soldeeren, timmeren, geweer herstellen, wagenmaken, preeken, schoolhouden, en het opleiden van een drietal evangelisten". In datzelfde jaar 1847 moest Livingstone, wiens leven wel een „staag verreizen en vertrekken" genoemd kon worden, Chonuane wegens het aldaar heerschend gebrek aan water, weder verlaten. Hij stichtte toen een nieuwen zendingspost aan de rivier de Kolobeng, een twaalf uur gaans verder. Daar vond hij een gezegend .arbeids*- veld. De godsdienstoefeningen werden goed bezocht en weldra was er ook een bloeiende school, waarmede Mevrouw Livingstone, die voor twee eigen kinderen te zorgen en al het huiswerk te doen had, de handen vol had. Livingstone stond des morgens met de zon op en werkte gewoonlijk met zijn handen tot des avonds vijf uur daarna ging hij het dorp in om lessen te geven, terwijl de dag werd besloten met een godsdienstoefening, en daarna een bidstond in het huis van het opperhoofd. Voorwaar, een welbestede dag En wat hebben zij toch gelijk die beweren, gelijk nog vaak geschiedt,, dat zoo'n zendeling in een heidenland een lui, gemakkelijk leven leidt 1 In het voorjaar van 1849 maakte Livingstone een reis naar het noorden, weldra door andere dergelijke reizen in verschillende rich tingen gevolgd, in de hoop hier en daar inlandsche evangelisten te kunnen plaatsen. Maar tot zijn grooten spijt was het bestuur van het zendingsgenootschap niet met dit plan ingenomen, daar het te veel geld zou kosten en zij veeleer dachten het werk in Afrika in te krimpen dan uit te breiden. Men kan zich voorstellen hoe verlam mend zulk een besluit moest werken op een man met een energiek karakter als dat van Livingstone, die niets vuriger begeerde dan de banier des kruises steeds verder in het binnenland te planten. Eu waar hij verder wilde gaan, stuitte alles af op een beetje geld! Hij schreef: Daar wij zoo ver van Kuruman en Kaapstad afwonen, kost het transport hierheen zoo veel en schiet een groote bres in ons traktement van 1200 gulden. Ga ik nog eenige honderden mijlen verder, dan blijft er heelemaal niets over. Ik vind het niet recht vaardig, dat de Kerk verwacht dat haar zendboden, evenals de ver loren zoon, van den „draf dien de zwijnen eten", zullen leven." Ziedaar het loon voor zulk een arbeid van zulk een man en vrouw: twaalf honderd gulden per jaar Wat was hun deel Nijpende armoede maar al te vaak, grof voedsel en daarvan niet genoeg, kleederen, die in flarden hingen, en eindelijk niet meer hersteld konden worden, veel zorgen en weinig comfort! Welk een werk kring: arts voor ziel en lichaam, opziener over een wereld-parochie dokter met een reuzen praktijk, alles gratis voor de armenman van studie en correspondent van geleerden taalkundige, tuinman, handwerksman in alle mogelijke vakken, en dat alles voor f 1200 per jaar, waarvan hij met zijn gezin moet leven niet alleen, maar waaruit hij ook de medicijnen voor al zijn zieken moet bekostigen Wordt vervolgd). M. F. v. L. Tel. No. 129 Dr. Mezgerstraat 48 Tel. No 130 steeds voorradig bij Telef. 157. Telef. i57. TELEF. 184 TELEF. 184. Geboren: Elisabeth Goverdina, Dochter van E. G. KONING-Driehuizen en J. KONING. Zandvoort, 7 Nov. 1917. Inplaats van kaarten.) PAKVELDSTRAAT 14 TELEFOON 185 LEVERING IN AERDENHOUT ZONDER PRIJSVERHOOGING.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 5