Mededeelingen. FEUILLETON. Er is een nauw verband tussehen gemis van Zondagsrust en allerlei afwijkingen van het zenuwstelsel. Stilstand is gevaarlijker dan opstand. Tennyson. Wat de wereld nu noodig heeft is niet meer menschen van het gewone type van den christen, maar betere men schen en edeler menschenmenschen aan Christus toegewijd. Drummond. Is Jezus ons nabij, dan is alles goed en niets valt ons zwaar; maar is Jezus verre, dan valt alles zwaar. De armste is hij, die zonder Jezus leeft en de rijkste is hij, die met Jezus is. Thomas a Kempis. Men kan Jezus begraven en den steen verzegelen, maar men kan niet beletten dat God Hem in iedere eeuw weder opwekt en dat Hij opnieuw millioenen menschen aan zich verbindt, zoodat zij voor Hem door het vuur gaan. Naumann. Wat wij anderen schuldig zijn, is niet onze dorst en onze honger, het is ons brood en onze lafenis. Amiel. Wat God den mensch in 't hart geeft, geeft Hij hem zoo, dat de mensch, al wilde hij het, daaraan niet zou kunnen twijfelen. Petrus van Alcantera. Zandvoort. Bij de 1.1. Maandagavond gehouden stemming voor Ge machtigden werden drie van de vier aftredenden hèrkozen, n.l. de heeren J. Th. Schuhmacher, O. Schrikkema en L. N. Weber. Gekozen werden de heeren |b. Hollenberg Jzn., J. M. Heck Jr. en K. Terol. De gekozenen hebben hunne benoeming aangenomen. Dinsdag 27 Nov. heeft, 's nam. 1 uur, de huwelijks inzegening plaats van Gerrit. Hendrik Heck en Cornelia Maria Driehuizen. In antwoord op de bede om warm ondergoed voor 'l a.s. Kerstfeest, ter uitdeeling aan jongens en meisjes van 612 jaar, ontving Mevrouw P. M. met veel dank: f 10. van Mej. C. G. te Zandvoort en f25.— van Mevrouw X. te Bentveld. Vriendelijk herhaalt zij hierbij haar bede. Met attestatie is ingekomen uit BovenkarspelDieuwertje van der Gragt. 1.1. Zondag werd door Diakenen o.a. gecollecteerdeen bankbiljet van f40.terwijl f45.was gesloten in een papiertje, waarop, aan de binnenzijde, geschreven stond „Motto: Beter laat dan nooit. 10% van de Zandvoortsche zomer-huishuur. Voor de Zandvoortsche Armen". Van heeler harte dank De e.v. doopsbediening is vastgesteld op Zondag 2 Dec. voorm. 10V4 nur. Mevrouw Posthumus Meyjes dankt allen die haar op 17 Nov. 1.1. een blijk van belangstelling gaven. Mej. Dr. C. Gerlings houdt eiken Dinsdagavond van 78 uur Spreekuur te haren huize Brederodestraat 22. Mevrouw Posthumus Meyjes houdt van den winter geen ontvangdag. Burgerlijke Stand van Zandvoort. Getrouwd H. Keesman en E. Weber. J. J. Bisenberger en A. M. J. van Melsem. Geboren Geertruida Wilhelmina, dochter van G. A. Seders en P. M. Bakkenhoven. Alida, dochter van A. Paap en A. Kerkman. Anton, zoon van E. van der Vliet er. C. A. Corbee. Jannetje, dochter van P. Molenaar en j. Molenaar. Bijbelsche verhalen in den Talmud. III. HENOCH. Jered gewon Henoch en Henoch gewon Methusalah. En Henoch diende den Heer en wandelde met Hem hij verachtte de god- deloozen die rondom hem waren en volgde met wijsheid en kennis de wegen des Aller- hoogsten. Hij vermengde zich niet met de menschen, maar leefde vele jaren alleen als kluizenaar. En het geschiedde, terwijl hij in zijn vertrek was biddende, dat een engel des Heeren van den hemel tot hem riep. zeggende, „Henoch, Henoch!" En hij zeide-Zie, hier ben ik." En de engel" zeide: „Sta op, verlaat uw een zaamheid en wandel onder de inwoners des lands. Leer hun den weg dien zij moeten be wandelen en de daden die zij moeten doen." En Henoch deed gelijk hem de Heer bevo len had. Hij wandelde onder de menschen en leerde hun de wegen van den Schepper, hen verza melende en hen in ernst en waarheid toespre kende. En hij gelastte zijn volgelingen om overal waar menschen wonen, uit te roepen „Wie is hij die begeert de wegen des Heeren te kennen en gerechtigheid te doen? Dat hij Henoch opzoeke!" En Henoch regeerde over het menschelijk geslacht en men gehoorzaamde hem, en terwijl hij bij hen was, dienden zij God. Prinsen en vorsten kwamen naar zijn woorden van wijsheid luisteren en vereerden hem. En hij schiep vrede door het geheele land. Henoch heerschte over het menschelijk ge slacht drie-honderd-drie-en-vijftig jaren Hij deed recht en gerechtigheid en het land werd al dien tijd met vrede gezegend. Nadat Henoch twee-honderd-drie-en-vijftig jaar geregeerd had dit was ook het jaar waarin Adam stierf, die met groote eer door Seth, Henoch en Methusalah in een grot, vol gens sommigen de spelonk van Machpela, werd begraven kreeg hij wederom een groot ver langen naar de eenzaamheid, en hij onttrok zich aan de gemeenschap met het volk, doch slechts voor een tijd. Drie dagen bleef hij alleen, en op den vierden dag verscheen hij weder om hen te vermanen en te onderwijzen. Later bleef hij zes dagen weg en predikte op den zevenden. En nog later kwam hij maar eenmaal des jaars onder de menschen en ofschoon zij zeer begeerig waren hem te zien en zijn stem te hooren, werd hun verlangen niet bevredigd. En Henoch werd zoo heilig dat de menschen hem vreesden en niet durfden te naderen wan neer hij voor hen verscheen, want de heerlijk heid des hemels was op zijn gelaat te zien. Toch vergaderden zij zich wanneer hij sprak en luisterden naar zijn woorden en zij bogen zich voor hem neder en riepen,Lang leve de Koning'! Toen geschiedde het, nadat de inwoners der wereld de wegen des Heeren van Henoch had den geleerd, dat een engel des Heeren tot hem riep, zeggende: „Vaar op, Henoch, vaar op naar den hemel en heersch over de kinderen Gods in den hemel, gelijk gij over de kinderen der menschen op aarde geheerscht hebt." Daarop verzamelde Henoch de menschen en zeide tot hen: „Ik ben naar den hemel opge roepen, maar ik weet den dag niet waarop ik zal opvaren. Daarom wil ik u nog onderwijzen eer ik heenga, en de lessen herhalen die gij van mij gehoord hebt". Zoo deed hij en hij stichtte vrede en een dracht onder de menschen en wees hun den weg naar het eeuwige leven En zijn volge lingen verkondigden luide, overal waar men schen woonden: „Wie is er die begeert te leven en de wegen des Heeren te kennen Die zoeke Henoch en leere van hem, eer hij van ons en de aarde zal worden weggenomen." Na deze dingen besteeg Henoch zijn paard en reed weg, en een menigte menschen volgde hem ééne dagreize. En op den tweeden dag sprak Henoch tot degenen die hem volgden, zeggende: „Keert terug naar uwe tentenWaarom volgt gij mij Keert terug, eer de dood u achterhale!" Velen keerden op deze woorden terug, maar anderen bleven hem volgen, en iederen dag sprak hij tot hen, zeggende: „Keert terug, eer de dood u achterhale!" En op den zesden dag waren er nog enkelen die hem volgden, en die spraken: „Waar gij gaat, zullen wij ook gaan; zoowaar als de Heer leeft, niets dan de dood zal ons scheiden". En toen Henoch zag dat zij zoo vast besloten waren, sprak hij niet meer tot hen. Zij die op den zesden dag waren weggegaan, wisten hoevelen er nog waren overgebleven maar van die overblijvenden keerde niemand terug. Op den zevenden dag voer Henoch op ten hemel in een wervelwind met een vurigen wagen en vurige paarden. En nadat hij opge varen was, begaf men zich op weg om naar die mannen te zoeken, die hem hadden nage volgd. Op de plek waar zij met Henoch achter gebleven waren, vond men diepe sneeuw en ijs. Men hakte door het ijs en vond daar de doode lichamen van de mannen die men zocht, maar Henoch vonden zij niet. Dit is dus de beteekenis van de woorden der Schrift (Gen. 5:14): „Henoch dan wandelde met God, en hij was niet (namelijk, hij was niet waar men hem zocht) want God nam hem weg". (Wordt vervolgd). M. F. v. L. Hier is de Talmud weder in strijd met de chronologie des Bijbels. In Genesis 5:23 lezen wij, dat Henoch 365 jaren op aarde leefde, en hier vertelt de Talmud, dat hij 353 jaren over het menschelijk geslacht regeerde. Hij was dus twaalf jaar, toen hij die regeering begon. Maar vóór die regeering had hij al vele jaren als kluizenaar alleen geleefd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 2