Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen No. 31 ZONDAG 2 December 1917 6de Jaargang. Predikbeurten Gij - mij! DE ZONDAGSBODE VOOR VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Per Jaargang voor Zandvoort en Bloemendaal f 1.50 - elders (franco) 2.50 Afzonderlijke nummers0.05 R E D A. C T I E G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal Mej. Dr. C. GERL1NGS - Zandvoort Adres voor de Administratie: P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27 PRIJS DER ADVERTENTIËN 1—5 regels0.55 Elke regel meer010 Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Ned. Herv. Gem. Zandvoort: v.m. ÏO1^ uui Bloemendaal v.m. Zondag 2 Dec. 1917. uurDs. G. POSTHUMUS MEYJES. Doopsbediening. (Extra-collecte voor de Kerk.) 0 uur: Ds. VAN PAASSEN, Predt. te Haarlem, 'sav. 67, uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN. Heer, Gij doorgrondt en kent mij. Psalm 139 vs. 1. Eens ontmoette Luther een Saksisch boertje, door hem in den catechismus onderwezen. En hem staande houdend, vroeg de Hervormer„Wat beteekent het dat God de Almachtige is?" Geen antwoord. „Weet gij 't niet?" Neen, zei de man. „Ik weet het evenmin", sprak Luther daarop. „En alle geleerden weten niet wat Gods almacht is. Ont houd nu alleen maar dit dat God uw lieve, trouwe Vader is, die u, uw vrouw en uw kinderen in alle nooden kan, wil en weet te helpen." En geldt nu niet hetzelfde ten opzichte van Gods alwetendheid? Wat beteekent het dat Hij de Alwetende is? Niemand kan het zeggen, zóó zeggen, dat hij het vérder brengt dan tot een of andere begrips-bepaling. En dat dit allesbehalve vèr is, blijkt zonneklaar uit hetgeen de ervaring leert. Ook met het zuiverste Gods-begrip kan iemand een godde-loos mensch zijn en blijven. En zoo kan men aan Gods alomtegenwoordigheid gelooven en er verstandelijk heel logisch over redeneeren, zonder dat die overtuiging ook maar den minsten invloed heeft op de inrichting van zijn leven. Dit wordt aanstonds anders als de persoonlijke toepassing niet uitblijft; als men van het algemeene tot het bijzondere komt, van het „al" tot het „ik". Gods almacht is almacht VOOr mij. Gods alwetendheid is alwetendheid ten opzichte Van mij. De Psalmist zegt dan ook niet „Heer, Gij doorgrondt etl kent alle dingen evenmin Gij doorgrondt en kent den mensch ook nietGij doorgrondt en kent ons. Maar in het enkelvoud, zoo persoonlijk mogelijk: „Heer, Gij door grondt en kent mij. Gij weet mijn zitten en mijn opstaan. Gij verstaat van verre mijne gedachten. Gij omringt mijn gaan en mijn liggen en Gij zijt al mijne wegen gewend." Met dat „Gij mij" plaatst zich de dichter vlak voor het aangezicht Gods. Het alziend oog van God is het oog van dien God, die hèm gadeslaat. En nu moeten wij, mijn lezer, eens hetzelfde doen. Gij en ik moeten voor dat „mij" uit den tekst onzen eigen naam in de plaats stellen, dien hardop uitspreken, na ons helder te hebben ingedacht dat wij, dit doende, ons bevinden in de tegenwoordigheid Gods. Heer, Gij doorgrondt en kentlaat nu uw naam volgen, uw voor- en uw achternaam Gij doorgrondt en kent Ik wil beproeven om enkele gewaarwordingen, welke zich meester maken van den mensch, die er zich goed reken schap van geeft dat hij-zèlf voorwerp is van Gods al wetendheid, onder woorden te brengen. En dan zeg ik in de eerste plaats dat zoo'n mensch door verbazing wordt bevangen. God ziet van den hemel niet enkel neer op de mensch- heid, maar iederen mensch afzonderlijk slaan Zijne oogen gade. Den groote en den kleine, den voorname en den geringe. Onder millioenen heeft God ook mij in 't oog Is dat, op zichzelf genomen, reeds wonderbaar, mijne verbazing klimt als ik bedenk wie God is en wie ik ben. Dan kom ik tot deze slotsom de Almachtige ziet om naar den on-machtige de Eeuwige naar het kind van één dag; de Aller-hoogste naar den aller-laagste de Heilige bemoeit zich met den zondaar Hoe langer ik hierover nadenk, hoe Vreemder 't mij te moede wordt. God weet dat ik er ben en waar ik ben. Hij is er van op de hoogte dat er, ergens in het mateloos heelal, een nietig stipte is en dat dit Zandvoort heet. En van al die daar wonende menschjes kent Hij iedereen bij name. En Hij kent ook mij Mij tegenkomende, kent Hij mij. En datna mij door grond te hebben NietHeer, Gij kent mij en doorgrondt mij en dan wilt Gij mij natuurlijk niet meer kennen Maar Heer, Gij doorgrondt mij. En, dat gedaan hebbende, kent Gij mij nog en blijft Gij mij kennen! Wat is de mensch dat Gij, o God zijner gedenkt en de zoon des menschen dat Gij hem bezoekt Wie ben ik, Heer dat Gij mij kennen wilt Ook schrikwekkend is de gedachte, door dat „Gijmij" vertolkt. God weet alles van mij, tot in de kleinste bijzonderheden. Van mijn vroege jeugd af was Zijn oog over mij. En dat is zoo gebleven in de dagen mijnel' jongelingschap. Wij zingen „Sla de zonden nimmer ga, die mijn jongheid heeft bedreven". Maar God heeft ze gadegeslagen. Wie kan daaraan denken zonder huivering W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem Telef. 1561 en 771 Stoomt en verft allo soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving en mf Speciale iericbting voor het stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 1