2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 2 Dee. 1917. Uit de Gemeente. Zandvoort. EEN URE VAN WIJDING. Mededeelingen. Zandvoort. Inderdaad schoon was de plechtigheid, die 21 Nov, 1.1. in de Ned. Herv. Kerk te Zandvoort plaats greep. Wie haar bijwoonde en zegt: „ja, mooie bloemen, mooi gezang, mooie muziek, mooie toespraak, alles even mooidie zegt het glad verkeerd. Men komt in de verzoeking te vragen, of iemand, zoo sprekende, niet bezig was met zichzelf en met de heele plechtigheid een loopje te nemen. In een heiligdom behoort het mooie niet tehuis. En als het er bij ongeluk komt, dan kan het er toch niet komen, zon der het heilige te beleedigen, de godsdienstige verheffing van haar teederste bloesems te berooven. Hetgeen op dien November-middag in genoemde kerk gebeurde, dat was wezenlijk niet mooi. Het was veel te goed om mooi te zijn. Het was schoon. En de innerlijke schoonheid van het gebeuren deelde zich vanzelf mede, ook aan de vormen van dat gebeuren. Het gold de huwelijks-inzegening van den Heer J. Jolles en Mejuffrouw C. Bieufait. En die inzegening ontleende haar eigenaardige bekoring aan het feit, dat de Bruid ge- ruimen tijd in de Zandvoortsche gemeente als godsdienst lerares had gearbeid, en in dezen, vol blijde toewijding en kloeken ijver verrichten, arbeid innerlijk met die gemeente was samen gegroeid. De Sunamitische vrouw verklaarde lang geleden „ik woon in het midden mijn volks". Toen Mej. Bienfait in haar bruidsglorie als Mevrouw Jolles de stampvolle kerk binnentrad, had ze wel kunnen zeggen „nu ga< ik trouwen in het midden mijns volks". Alsof zij met haar Bruidegom in een sfeer van feestelijke sympathie werd ingehaald, ingewikkeld! Terstond nadat de dienst door den voorganger met votum en zegenbede was geopend, klonk van het orgel 't „Halleluja" van F. Hummelalt-solo door Mej. M. Blaauw. Hierop volgde gebed en toespraak. Tekst: Ps. 48:15, „Deze God is onze God, eeuwig en altoos, Hij zal ons geleiden tot den dood toe". De beteeke- nis van deze geloofsovertuiging voor het nieuwe echtpaar ontvouwende, wees Ds. Posthumus Meyjes er met nadruk op hoe zij, uit zeer bepaalde persoonlijke Godservaring in hart en leven (deze God) ontsproten, het gemeenschappelijk genade-bezit van Bruid en Bruidegom onze God) wezen mocht en hoe wonder-heerlijk het is onder zijn leiding samen den levensweg te bewandelen in de rustige zeker heid, onder alle omstandigheden, tot den dood toe (tot over den dood heen), in zijn heilige en veilige hoede te mogen blijven. Een zachte gloed van deelneming tintelde door dit woord heen. Terwijl het toch voortdurend bleef in den toon van „prediking". Onder de buitengewoon voortreffe lijke begeleiding van den Heer F. Hasselaar, organist in de Koepelkerk te Amsterdam, werd daarna door de gemeente Ps. 89 7 en 8 aangeheven. Dan de eigenlijke inzegening voltrokken. De huwelijks-bijbel overhandigd. En door de Christelijke Zangvereeniging „Immanuël", als blijk var. dank baarheid voor de uitnemende hulp, meermalen door Mej. Bienfait bij 't geven van haar uitvoeringen betoond, Ge zang 96 gezongen. Op het nagebed volgde nog een sopraan solo door Mej. F. Lieftinck „Onze Vader" van C. Krebs. Terwijl na 't uitspreken van den zegen een meisjes-koor van oud-catechisanten het samenzijn op even aandoenlijke als waardige wijze besloot met het aanheffen van de Bede: De Heer zij uw Herder, En komen er tijden O Bruigom en BruidVan zorg en verdriet, Hij voer' u in 't leven Beschikt Hij u lijden, Door lieflijke dreven Dan sta Hij ubeiden En strooi' op uw wegen Genadig ter zijde Zijn weldaden uit. Zóó wankelt gij niet. Voor u klimt de bede Uit 't diepst van ons hart: Ga, Heer! met hen mede, Richt Zelf hunne schreden En geef hun Uw vrede Bij blijdschap en smart Misschien is het niet al te gewaagd den hoofd-indruk van heel deze plechtigheid aldus te omschrijven dat de verschillende elementen, waaruit zij bestond, op bijzonder gelukkige wijze elkander doordrongen. Ze werden niet slechts in zekere orde naast elkander, ook niet dicht bij elkander geplaatst. Niet kunstmatig aan elkander verbonden. Ze vloeiden samen. En vormden zoo een geheel van har monische schoonheid. Prediking en eeredienst. De eeredienst werd prediking en de prediking eeredienst. Wezen en vorm. Zoodat men niet in staat was een grenslijn te trekken en vast te stellen: hier begint het wezen en eindigt de vorm, of omgekeerd. Ernst en blijdschap. De blijdschap bleek niet slechts een zeer ernstige, de ernst bleek ook een zeer blijde zaak te wezen. Op deze wijze ontstond er zekere eenheid, men zou bijna in de verzoeking komen te zeggen een soort van mystieke éenheid, uitstralend van de een heid, waarin Bruid en Bruidegom zich verbonden gevoelden, liever: van de eenheid, waardoor ze zich met God en in God verbonden gevoelden. En 't geheim van dit alles de liefde, liefde, die in haar geven ontvangt en in haar ontvangen geeft. Vandaar het spontane, het ongekunstelde, het ongedwongene, dat zich, ondanks de zorgvuldige voor bereiding en de regelmatigheid der uitvoering, telkens liet speuren. Tal van oud-leerlingen konden het niet laten hun vroegere godsdienstlerares na afloop nog eens de hand te komen drukken. De bloemversieringen in het kerkgebouw en in de tot ontvangkamer ingerichte consistorie, waren door vriendinnen en vrienden met eigen hand aangebracht. Door een vaderlandsch wijsgeer (Pruys van der Hoeven) werd indertijd de opmerking gemaakt, dat sympathie eerst dan wezenlijk is, als zij overgaat in synergie medewerking. Hier geschiedde deze overgang. En de overgang geschiedde vanzelf. Echtheid Aan de jong-gehuwden zelf worde in rijke mate de regel van Kana's bruiloft vervuld In een huwelijk buiten God gaat het zóó, dat men eerst den goeden wijn opzet. En dan den slechten wijn. En danin 't geheel geen wijn. En eindelijkversmachten van dorst. In wondere ontferming doet Christus daarentegen voor de zijnen het water der alledaagschheid blozen tot den wijn van hemelsche poëzie. En dit niet alleen. De rijkdom, dien Hij schenkt, wordt steeds rijker. De blijdschap, waarmee Hij zegent, voort durend blijder. De in Hem gevierde bruiloft al meer „brui loft". De beste wijn wordt bewaard voor het laatst. En de allerbeste wijn voor het allerlaatst. J. Wegens plaatsgebrek moeten Zending èn Feuilleton één week overstaan. HUWELIJKS-INZEGENINGEN. In de week, beginnende 16 December, tot de week, be ginnende 6 Januari, is er geen gelegenheid tot huwelijks inzegening. De Kerstfeest viering met de kinderen van de Zondags scholen is bepaald op Donderdag, 20 December. De Kerstlijst circuleert weldra weer in de gemeente. Vriendelijk wordt verzocht uwe gaven vast gereed te leggen. De collecte, den 28sten October op de Zondagsscholen gehouden ten bate van het Nederl. Bijbelgenoodschap, dat de Lutherboekjes gratis beschikbaar stelde, heeft f 14.16 opgebracht. In antwoord op de bede om warm ondergoed voor 't a.s. Kerstfeest, ter uitdeeling aan jongens en meisjes van 612 jaar, ontving Mevrouw P. M. de vorige week f2.50 van Mevrouw M. te Zandvoort. Voorts f 10.— van Mevr. B.—v. H. te Aerdenhout en een pakje wollen ondergoed van Mevr. v. R. te Aerdenhout.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 3