2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 30 Dee. 1917 hetgeen beneden is. 't Oog omhoog, het hart naar boven Zoek, mijn lezer, zoek het aangezicht Gods 'n Klein meisje zat eens op den schoot van haar moeder en zag haar aan. Op eens klapte zij in haar handjes en, met een stralend gezichtje, riep ze uit „ik 't Kind had in moeders oogen zichzelve gezien. 't Is goed dat we geduriglijk God in de oogen zien. Zoo bevinden wij onszelf. En voor wanhoop blijven wij be waard, omdat wij ons-zelf niet kunnen zien zonder tege lijkertijd zijn trouwe vaderoogen te aanschouwen. God heeft ook trouwe o o r e n. Hij hoort het gebed. Hij luistert naar alles wat wij op 't hart hebben en Hem willen toevertrouwen. En Hij wordt dat luisteren niet moede. Als gij veel te zeggen hebt en er aan uw gebed schier geen einde komt Hij laat u uitspreken tot het einde toe. En als gij dan „Amen" zegt, dan blijft Hij nog wachten of gij soms ook iets hebt vergeten, dat ge toch nog zoudt willen zeggen. Als gij weinig te zeggen hebt; als 't u wezenlijk aan tijd ontbreekt om rustig te spreken met God als uw denken verward is als gij niet bidden kunt Hij eischt niet dat gij lang zoudt bidden Hij heeft geen woorden noodig om u toch te verstaan; een zucht, één zucht maar is dan voor Hem reeds genoeg. Als die zucht maar komt uit het hart. Van verre verstaat Hij onze gedachten. Als gij niet welsprekend zijt en ge uw woord niet doen kunt als uw woordenkeus zoo onbeholpen en de zinsbouw zoo stakkerig en de stijl zoo heel slecht is wees niet bang. God let er niet op of iemand mooi bidt. God let er alleen op of hij waarlijk bidt. Als gij in uw gebed Hem om iets vraagt zonder dat gij weet of uw wensch ook misschien indruischt tegen Zijnen wil vrees nietGod is niet kwalijk nemend. Hij luistert ook naar Uw ongeoorloofde verlangens en, op de eene of op de andere wijze, zal Hij u wel te kennen geven dat gij daarover niet meer met Hem moet spreken. Heerlijk is het om t nieuwe jaar in te gaan in de vroo- lijke gewisheid God is getrouwHij is de hoorder der gebeden. Vertrouw Hem daarom alles toe. Uw blijdschap. En gij zult eens zien hoe die blijdschap vervuld wordt, als gij er Hem deelgenoot van maakt. Uw droefheid. Niet dit is onze ellende, dat wij smart hebben. Maar dat wij onze smart veel te veel alleen wil len dragen. Sta den Heer toe om u te ondersteunen. Hij helpt niet enkel dragen, maar draagt ons-zelf nog mee Uw zorgen. Geen beter geneesmiddel daartegen, dan ze te werpen op God en ze bij Hem te laten ook Uw zonden. O, vergeet vooral niet om die met Hem te bespreken. Bij God is vergeving èn kracht tot overwinning. Dag en nacht zijn Gods ooren geopend voor het geroep zijner kinderen. De wachter Israëls sluimert noch slaapt. God heeft voorts trouwe handen. Wij gaan een onbekende toekomst tegemoet. Wij weten niet waarheen de reis gaat. Maar wij behoeven ons in geen enkel opzicht ongerust te maken, als wij gaan aan de hand van den Oversten Leidsman en Voleinder des geloofs. Misschien zal onze weg voeren langs diepe afgronden, door donkere dalen en over steile bergen heen. Maar: God is getrouw! Hij laat ons niet los. Hij houdt ons vast. Wees dan niet eigenzinnig. Blijf in Zijn weg. Die wolken, lucht en winden Wijst spoor en loop en baan, Zal ook wel wegen vinden Waarlangs uw voet kan gaan. Misschien zullen wij met menigen vijand te strijden hebben. Reken er maar op dat de duivel weer zal rond gaan als een brieschende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden. Wees er maar van verzekerd dat de wereld u niet met rust zal laten. Haar valstrikken heeft zij al uitgezet. Gij kunt er vast op aan dat de u vijandige menschen weer alles in 't werk zullen stellen om u kwaad te doen. En uw eigen, arglistig hart zal u opnieuw, op allerlei manieren, trachten te verzoeken. Mijn lezer! steun niet op eigen kracht! Zonder be scherming verliest gij den strijd. De overwinning is alleen voor hem, die zich stelt in Gods hand Misschien zult gij dit jaar in zulke omstandigheden geraken, dat u een gevoel overkomt als zinkt de grond onder uw voeten weg. Een slag kan u treffen, die u doet duizelen. Een kruis kan u worden opgelegd, dat u doet bloeden. Een smart kan u worden aangedaan, zóó fel, dat gij der wan hoop nabij zijt. Benauwende mogelijkheid En wellicht bespeurt ge reeds de voorteekenen, die er op wijzen dat zulke mogelijkheden binnenkort werkelijk heden voor u zullen zijn. Ziet ge 't gevaar al aankomen nader en nader Hebt gij een kranke thuis, en de kans op herstel vermindert bij den dag? Het ziekbed kan binnenkort een sterfbed worden? Hebt gij nu nog werk, maar weldra zult gij gedaan krij gen Dan houden de verdiensten op en 't gebrek staat voor de deur Mijn lezer God is getrouw. Als 't zoover met u komen moet dat de dreigende slag valt, dan zal Zijn hand u on dersteunen. Gij móet niet zeggen „ik weet niet hoe het gaan moet". Dat behoeft gij ook niet te weten. Hij weet het. En Hij zal u niet laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uit komst geven, opdat gij die kunt dragen. Zijn hand is niet verkort, dat die niet zou kunnen verlossen Misschien zult gij dit jaar moeten sterven, 't Is zoo on mogelijk niet dat gij, eer 't weer 1 Januari is, reeds rust onder de groene zoden. In ieder geval is 't zaak dat wij ons op die mogelijkheid ernstig voorbereiden. Waarom zou de doodsklok altijd luiden over anderen Waarom zou zij niet luiden over óns? Huivert gij bij die gedachte Ziet ge op tegen uw laatste ure, de ure van scheiding Beeft gij, als gij u helder verdiept in't vooruitzicht straks te moeten neerdalen in den kuil, in de groeve der vertering Gij, mijn Broeder, die Christus in onverderfelijkheid lief- hebt, zijt ge bang voor 't sterven 't Kan zijn dat gij antwoordt „dood waar is uw prik kel grafwaar is Uw overwinning En ik wil met u meezingen dat machtig triumph-lied „Gode zij dank die ons de overwinning geeft!" Maar toch, kent gij geen oogenblikken dat die zegezang u besterft op de lippen Als gij denkt aan den doodsstrijd aan de doodsscha- duwen die u zullen benauwen? O laat al uw vreeze verslonden worden tot blijde ge rustheid. WantGod is getrouw Hij, wiens eigendom gij zijt, Hij zal, als 't doodszweet u parelt op 't aangezicht, Zijn trouwe hand u zegenend op 't moede hoofd leggen, ten teeken dat Hij met u is. Hij zal het gebed in uw hart geven„Vaderin Uwe handen beveel ik mijnen geest!" Hij zal u bij de hand nemen en u geleiden het doods dal i n. het doodsdal door, het doodsdal u i t, het licht tegemoet van den eeuwigen morgen. En dan, dan zal Hij u binnenleiden het ruime, zalige Vaderhuis en u plaatsen aan Zijn rechterhand. WantGod is getrouw. Dat wil ook dit zeggen' Hij heeft een trouwen mond. 'k Weet zijn woord is „ja en amen" Zijn beloften feilen nietHij is geen mensch, dat Hij liegen zoude.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 3