Voor eiken dag.
Mededeelingen.
Geen mensch ja, dat herinnert ons aan hetgeen wij
in het afgeloopen jaar van menschen ondervonden. Hun
beloften feilden wèl!
Niet altijd was dat hun schuld. Ze waren soms niet bij
machte ze te houden. Ze wilden wel, maar konden niet.
Soms was dat echter wèl hun schuld.
Ze waren hun beloften vergeten; of ze hebben die, uit
eigenbelang, gebroken.
O, wat zijn wij dikwijls bedrogen uitgekomen, door te
vertrouwen op 'n menschen-woordEn dat zal in t nieuwe
jaar wel niet anders wezen.
Een is er; Een maar, wiens woorden waarachtig zijn en
getrouw. Hij kan ze houden, want Hij is de Almachtige.
Hij zal ze houden, want Hij is de onveranderlijke.
En hoevelen zijn de beloften GodsOntelbaar als het zand,
dat aan den oever der zee is.
Hoe rijk zijn de beloften Gods! Zij betreffen èn het
tegenwoordige, èn het toekomende leven. Beloften van
kracht; van hulp; van troost; van genade; van vergeving.
Hij zal met ons zijn, ons begeven noch verlaten.
In één woord ook op den Nieuwjaarsmorgen komt Hij
ons tegen met de verzekering Ik ben uw God
En 't zal niet aan Hem liggen, zoo wij dat in de ko
mende dagen niet ervaren.
O, mijne ziel, vrees dan niet geloof alleen
God is getrouw. Dat beteekent en dit noem ik nu
maar in de laatste plaats dat beteekent ook Hij heeft
een trouw hart.
Hij heeft ons lief, en Hij houdt niet op ons lief te hebben.
Bij de menschen is 't vaak uit 't oog, uit 't hart. Maar
al is de afstand tusschen hemel en aarde nóg zoo groot.
God vergeet ons niet. Er is geen oogenblik dat Hij niet
aan ons denkt. En zijn gedachten over ons zijn gedachten
des vredes en niet des kwaads.
Misschien zegt iemand ik heb in 't afgeloopen jaar toch
menigmaal het gevoel gehad, als bekommerde God zich
niet om mij als liet Hij mij over aan mijn lot.
Hebt gij, in die droeve dagen, ook onderzocht of de
schuld aan u lag Nog altoos is het profeten-woord van
kracht „uwe zonden maken scheiding tusschen u en
tusschen uwen God".
Hij heeft u lief. Zijn Vaderhart brand van liefdevoor u.
Ja, mijn lezer Ik weet wat gij denkt als gij dit leest. Gij
denkt aan 't verdriet, dat Hij u aandeed aan de wonden,
die Hij u sloeg aan den nacht, waarin Hij u deed wonen.
Is 't zoo niet
Nu, reken er maar op dat God in 't nieuwe jaar Weer
zoo met u doen zal.
Hij zal u misschien 'n ander kruis opleggen maar zon
der kruis komt gij er niet af.
Hij zal u misschien een andere smart aandoen, maar
smart zult gij hebben, zeker en gewis.
Hij zal u misschien nog veel pijnlijker wonden en in nog
veel zwarter rouw dompelen.
En toch, zeg ik u, Zijn trouwe Vaderhart brandt van
liefde voor u
Verwondert u dat?
Zie, als God u niet liefhad, dan zou Hij u louter zonne
schijn beschikken altijd zonneschijn.
Is zonneschijn steeds een weldaad Verbranden de zon
nestralen niet het gras der weiden Doen ze het groen niet
verleppen en verflensen Is 't geen weldaad als een wolk
komt aandrijven en het heete land overschaduwt en drenkt
met haar regen
Juist omdat God u liefheeft zal Hij u menige wolk en
menige donkerheid beschikken.
Hij heeft geen lust in onzen dood.
Straks, als de zonde is gedood als 't volmaakte zal ge
komen zijn als de ure onzer volkomene verlossing slaat
als wij rein zullen zijn, gelijk Hij rein is heilig, gelijk Hij
heilig is, dan zal 't wezen louter heerlijkheid en louter
zaligheid; eeuwig zonneschijn. Straks; wie weet hoe spoedig!
De zonneschijn des hemels brandt niet, schaadt niet,
doodt niet.
De zonneschijn des hemels koestert, verkwikt, verheerlijkt.
Die deze hope heeft't Vaderland des lichts en des
vredes te zullen binnengaan, moet zich getroosten de scha
duwen die hem hier, op zijn pelgrimstocht, omringen.
En dat kan ook. Als wij 't maar vasthouden, goed vast
houden God is getrouw P. M.
De cirkel is voor ons het beeld der eeuwigheid Maar
met name die cirkel, waar de wijzerspits langs loopt, heeft
voor ons eene herinnering aan de eeuwigheid in.
Wanneer een mensch u zegt, dat hij al heel wat heeft
gehad in zijn leven, dan meent hij met dat „heel wat"
altijd moeite en leed. Waarom Zijn genoegen en zijne
vreugde was toch ook al heel wat.
De genotene weldaden zijn als zoovele lichtjes op het
pad, dat wij achter ons hebben; als wij ons zelve maar
niet in den weg gaan staan, dan werpen die lichtjes, die
achter ons flonkeren, ook een vriendelijk schijnsel vooruit.
Aan dankbare herinnering verbindt zich hoopvolle ver
wachting.
Bij niets wordt ons hart zoo vol, als bij het leeggeworden
plekje.
Die wel zich herinnert wat hij gehad heeft, maar niet wie hij
geweest is, bedenkt wel dat hij leeft, maar hij vergeet
waartoe.
Van de zaligheid, door God ons gegund en bestemd, ligt
het begin reeds hier en het einde nergens.
In het heden ligt de toekomst. Daarom heeft een mensch
meer van de toekomst in zijne macht, dan hij gewoonlijk
bedenkt.
(Uit „Rust een weinig". Oudejaars-avond
gedachten door Dr. E. Laurillard.)
Zandvoort.
De e.v. Doopsbediening is bepaald op Zondag 6 Januari.
Ds. P. M. houdt a.s. Maandag, Oudejaarsdag, geen
spreekuur.
Gedenkt de extra-collecte voor de Kerk, op Oudejaars
avond te houden.
Het Bestuur der Kraamvrouwen-Vereeniging deelt mede
dat, wegens den melk-nood, aan zieken niét meer kan
worden gegeven dan 1 Liter melk per dag. Op dezen regel
worden geen uitzonderingen gemaakt.
De Kerstlijst heeft f258.— opgebracht. Aan allen die tot
dit mooie bedrag hebben bijgedragen, mijn hartelijken dank.
Van Mej. G. K. te Zandvoort ontving ik in dank f2.50
voor de Diakonie en fl.— voor „Het Evangelie in Spanje".
Voor de Diakonie werd mij uit B. f50.toegezonden
door Mevrouw M. Dit buitenkansje stelde Diakenen in
staat enkele extra-uitdeelingen te houden met Kerstmis.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
Ondertrouwd
A. van Eijk en H. C. van Schooten.
D. Vader en J. van der Veld.
Overleden
G. Molenaar—Koper, 76 jr.