2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 20 Jan. 1918
Uit de Gemeente.
De Zangvereeniging „Immanuël" geeft Zondag. 27 Jan.,
eene uitvoering in de kerk.
Het uur van aanvang is gesteld op 's avonds half 8.
Nadere bijzonderheden volgen in den Zondagsbode van
aanstaande week.
Mevr. Jhr. T. v. B. alhier gaf f2.50 uit dank voor ge
noten hulp van de wijkzuster.
Leest dit! Donderdag 24 Januari hoopt de Jongemannen
Vereeniging alhier haar arbeid onder knapen weder aan te
vangen. Zij stelt alsdan knapen van 12—16 jaar in de ge
legenheid om tot de „Knapenvereeniging" toe te treden.
De vergadering heeft plaats in „Ons Huis", ingang Kos
terstraat, te beginnen op bovengenoemden datum,'s avonds
7 uur.
Het hoofddoel der vereeniging is „De knapen van ge
noemden leeftijd zedelijk op te heffen en in aanraking te
brengen met het Evangelie van Jezus Christus en zoo mo
gelijk te winnen voor het Koninkrijk Gods".
Ouders, stuurt uw jongens
Het Bestuur:
M. C. Draijer, Voorz.
Kr. Paap, Secr.
Donderdagochtend bracht de post mij een brief, ondertee
kend „Aan U onbekend als Buitenman".
En zoo beginnende: „Meermalen was Uw prediking mij
tot zegen. Door Gods gunst. Daarom hierbij een dankoffer
een papierke van f25.- ter goedmaking van de meerdere
kosten van de uitgave van „De Zondagsbode".
Dank, vriendelijke „Buitenman" Maar Gij deedt in Uw
brief ook nog een verzoek. Wat zou ik het op prijs stellen
als Gij U aan mij bekend maaktet, en Gij mij eens wildet
bezoeken. Dan kan ik U meteen mondeling op Uw vraag
antwoorden. P. M.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
Ondertrouwd
C. P. Esseling en M. H. van der Meij.
Geboren
Johannes, zoon van Th. van Dam en A. C. Stokman.
Overleden
H. Keur, 35 jr.
Bloemendaal.
Tekort Zondagsbode. Drie abonnés gaven mij reeds blijk
van hunnen wensch, dat de Zondagsbode zal blijven voort
bestaan. Eerst verblijdde mij N. N. met een gift van f 10,—
voor het tekort. En deze week kreeg ik twee aanvragen
om den abonnementsprijs te verhoogen. Dit drietal dank ik
hartelijk voor hun belangstelling in het lot van ons week
blad. Maar er zullen er toch meer moeten volgen, om te
voorkomen dat het aan ondervoeding overlijdt. Wie volgt?
Week der gebeden. Goede avonden zijn het geweest,
't vijftal in „Maranatha". De afwezigen hadden bepaald
ongelijk. Dat ze wegbleven zal natuurlijk een zeer goede
reden gehad hebben. Maar wie reeds den eersten avond
onze samenkomst bijwoonden, hebben daarin blijkbaar oor
zaak genoeg gevonden, om de volgende avonden niet te
verzuimen. En ze hadden gelijk. Heeft 't hun geestesleven
geen goed gedaan? Heeft 't hun geloofsleven niet gesterkt?
Zegen is niet te meten of te wegen. Maar God gaf hem
„niet met mate".
Eiken avond was ons lokaal goed bezet; vol zelfs. Kranig,
dat er onder hen waren, die storm, sneeuwjachten, morsige
wegen trotseerden, en eiken avond er geweest zijn. Als zoo
de „dorst" maar zich gelden deed bij steeds grooter aantal.
„Levend water" om hem te stillen is er wel. In overvloed.
En om niet. Daarom zijn het goede avonden geweest, 't
vijftal in Maranatha.
BI. J. A. v. L.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Geboren
Ernst Walter, zoon van H. N. Visser en G. W. Koch.
Franciscus Pierre, zoon van F. Stappers en C. C. J.
Wanders.
Frans Volkert, zoon van J. F. Redeker en J. M. Volkers.
Katharina Alida, dochter van J. H. Wijsman en A. A. Laan.
Getrouwd
J. Klaver en A. M. E. Swen.
W. Buimer en H. Bosch.
Overleden
A. A. Medenblik, 23 j.
T. van Gelder, 64 j.
S. A. Kloppenburg, 46 j.
Chr. Merkelijn, 49 j.
M. G. Saegaert, 74 j.
A. M. E. Schroder, 63 j.
A. G. Schilham, 48 j.
Zandvoort.
HENDRIK KEUR f
Op den jeugdigen leeftijd van 35 jaren is hij weggenomen,
na een kortstondige ziekte. En 1.1. Maandag stonden we bij
zijn graf, waar ik heb gesproken, niét omdat ik daartoe
door mijne qualiteit van Predikant wel verplicht was. Maar
naar de behoefte van mijn hart.
'k Heb den overledene herdacht als zoon en broeder. In
die hoedanigheid is hij veel geweest voor zijn ouders, in
zieke dagen vooral voor zijn moeder en na haar dood voor
zijn vader en broeders en zusters.
Maar hij was ook een goed man en vader. Zijne vrouw
verliest onuitsprekelijk veel nu hij van haar is weggeno
men. En wat zal zijn lieftallig kind, waarmee hij zoo lief
kon spelen en dat hij, spelenderwijs, zoo van alles wist te
leeren, Vader missen
Gezond is hij eigenlijk nooit geweest. Het behaagde den
Heer hem reeds vroeg een doorn in 't vleesch te geven.
En die heeft hem heel wat pijn en tranen gekost. Toch
heeft hij er zich niet over beklaagd, want hij heeft ervaren
dat Gods genade genoeg was, ook voor hém genoeg, genoeg
om, zélfs met dien doorn, toch getroost te zijn en blij en
tevreden. Hendrik heeft zijn kruis moedig gedragen, 't Hém
achterna gedragen, in Wien hij geloofde en aan Wien hij zich
had overgegeven met ziel en lichaam.
Op mij heeft hij altijd den indruk gemaakt van een waar
lijk vroom mensch. Had hij geleefd in de dagen van Jezus'
omwandeling op aarde, de Heiland zou, naar 't mij voor
komt, ook tot hem „volg Mij 1" hebben gezegd en hij zou
tot den discipelkring hebben behoord. Want dat hij aan
die roepstem gehoor zou hebben gegeven, staat vast. Hij
zou, om Jezus' wil, terstond alles verlaten hebben en den
Heer zijn gevolgd.
Nu is de Heer gekomen en heeft Zijn „volg Mij 1" tot
hem gesproken, in een anderen zin dan wij wel zouden
gewenscht hebben. Toch is 't De Meester die hem riep.
Hendrik is niet door den dood weggenomen. Hij is door
den Heer weggenomen. Eu toen zijne ure gekomen was,
was hij bereid. Hij is ingegaan in de Rust die er overblijft
voor het volk van God Nu is de doorn geweken. Nu is
hij genezen. En hij wacht in de Heerlijkheid zijn vrouw en
zijn kind, zijn vader en broeders en zusters. Waar Hendrik
is heengegaan weten wij. En den weg weten wij. Hij is ons
op den weg vóór-gegaan. Ja, hij wees niet alleen den weg.
Maar hij ging zelf den weg. En als de zijnen dien weg
blijven gaan, komen de nu gescheiden wegen weer samen.
Ook voor mij is hij een trouw -vriend geweest. Wat heb
ben wij menig uurtje in mijn studeerkamer doorgebracht