Mededeelingen. FEUILLETON. Zullen patroon en werkman op de rechte wijze hun levenstaak vervullen, dan heeft, zoowel de een als de ander, een goed gebruik te maken van de onmisbare Zondagsrust. Zonde is drijfzand. Wie er een stap inzet, zinkt voort, wordt verzwolgen, indien hij niet bijtijds keert. De Hartog. Wij mogen met ons lichaam niet naar willekeur hande len het is het instrument onzer persoonlijkheid, en niet zonder meer ons eigendom het is een maaksel van den Schepper; het is een werkplaats de Heiligen Geestes. Luthardt. De eenig manier, om eenheid in ons leven te brengen om net mogelijk te maken zonder weekelijke droefheid of een vreeselijk gevoel van angst achterom te zien is God in het middelpunt te plaatsen, God als den Grond van ons leven. Als wij dan terug zien, zullen wij zien, dat ons leven een samenhangend geheel vormt, een werkelijke voor uitgang, iets dat waard is leven genoemd te worden. Forbes Robinson. De tijd, om iets goeds te doen, biedt zich nooit zelf aan, de warmte van ons hart is het, die hem schept. Tijd bestaat niet enkel uit uren en minuten, ook uit liefde en goeden wil. Men heeft maar weinig tijd, wanneer men weinig lief heeft. Liefde weet allerlei middelen te vinden, gelegenheden te scheppen, en het leven om zoo te zeggen te ver lengen, minuten in uren te veranderen en steenenin brood. Vinet. Zandvoort. Zondag laat de E. S. M. ter wille van belangstellenden uit Haarlem en Aerdenhout, die de opvoering van de Matthaus-Passion te Zandvoort wenschen bij te wonen, een extra-dienst om 9.30 (half tien) vertrekken van Haarlem naar Zandvoort, welke dienst uitsluitend voor de Kerkbezoe kers bestemd is. De gewone diensten van 11.50 van Zandvoort naar Haarlem, 's morgens, én die van 6.40 van Haarlem naar Zandvoort en van 9.35 van Zandvoort naar Haarlem, des avonds, worden als driewagentrein geformeerd. De reisgelegenheid heen én terug is dus, zoowel 's mor gens als 's avonds, voortreffelijk. ATTENTIE De Kerkvoogdij der Ned. Herv. Gemeente te Zandvoort verzoekt den houders van zitplaatsen in de Ned. Herv. Kerk vriendelijk er voor te zorgen, dat zij Zon dag 17 Maart a.s. inplaats van 10V, 's morgens en 7V2 's avonds om 10.05 en 7.20 hun zitplaats bezetten. Bovengenoemde maatregel is genomen in verband met de te geven „Matthaus-Passion", waarbij de opkomst, ook van vreemdelingen, naar te verwachten is, groot zal zijn. Aller medewerking wordt door de Kerkvoogdij gaarne verzocht. De Avondbeurten hebben een einde genomen. Ds. P. M. houdt Maandag 18 en 25 Maart en 1 April geen spreekuur. De bevestiging der nieuwe lidmaten heeft plaats op Palm zondag, 24 Maart. Het H. Avondmaal wordt gevierd op Goeden Vrijdag, 's morgens 10'/4 uur. Denkt om de EXTRA-COLLECTE, die 's morgens en 's avonds aan de deuren wordt gehouden. De onkosten, aan de opvoering der Matthaus-Passion verbonden, zijn zeer aanzienlijk, minstens f 200.--. Er wordt op gerekend dat de extra-collecte minstens deze som opbrengt. De e. v. Doopsbediening zal niét den éérsten, maar den twééden Zondag in April plaats hebben. Aangifte des Maan dags te voren bij den koster, 's avonds tusschen 8 en 9 uur. Bijbelsche verhalen in den Talmud. XVIII. Jakob. (Vervolg). Nadat Jakob met zijn vrouwen, kinderen en bezittingen Laban ver laten had en deze, toen hij zijn schoonzoon vervolgde, van God de waarschuwing had ont vangen „Wacht u dat gij met Jakob niet spreekt, noch goed noch kwaad", zond Laban, nadat hij van Jakob in vrede was gescheiden, boden tot Esau met de opdracht, hem het volgende te zeggen „Wij komen van Laban, uw oom, den broeder uwer moeder en in zijn naam zeggen wij„Weet gij wat Jakob, uw broeder, mij gedaan heeft? Arm en hongerig kwam hij tot mij en ik ont ving hem met liefde en eerbewijzen in mijn huis. Ik gaf hein mijn twee dochters tot vrouwen, en ook de dienstmaagden mijner dochters gaf ik hem. God zegende hem om .mijnentwil en hij vergaderde grooten rijkdom. Hij gewon zonen en verkreeg dienstknechten en dienstmaagden, schapen en geiten, ossen en kemelen, een groote menigte vee en daarenboven veel zilver en goud. Met al deze schatten verliet hij mij, en vluchtte naar het land Kanaan, naar het huis zijns vaders. Hij wilde mij zelfs het voorrecht niet toestaan mijn dochters te kussenals ge vangenen leidde hij ze weg en. wat het ergste is, hij ontstal mij nog mijn goden. Bij de beek Jabbok verliet ik hem met al zijn bezittingen, en indien gij hem wenscht te vervolgen, daar zult gij hem vinden. Ga dan en doe hem wat goed is in uw oogen". Toen Esau deze woorden van de boden van Laban hoorde, werd al het kwaad, dat Jakob hem gedaan had, opnieuw in zijn herinnering leven dig, en haat en toorn tegen zijn broeder ont brandde met nieuwe woede in zijn hart. Hij vergaderde zijn zonen en dienstknechten en alle stamgenooten uit Seir, een troep van vier honderd mannen, plaatste zich aan hun hoofd en trok uit om zijn broeder Jakob te zoeken en te dooden. Nadat de boden van Laban Esau verlaten hadden, reisden zij naar Kanaan en verhaalden aan Rebekka, wat haar zoon Esau voornemens was te doen en hoe hij Jakob wilde opzoeken en dooden. Terstond zond Rebekka twee en zeventig mannen uit de dienstknechten van Isaak, om haar geliefden zoon te helpen. Dezen ontmoetten hem bij de beek Jabbok, en toen hij hen zag, zeide hij„Voorwaar, hier is hulp uit den hemel", en hij noemde den naam dier plaats Mahanaïm Jakob herkende de dienstknechten zijns vaders en vroeg naar het welvaren zijner ouders, waarop de boden antwoordden: „Zij leven in vrede en wij brengen u deze boodschap van uw moeder: „Ik heb gehoord, mijn zoon, dat Esau, uw broeder, u tegemoet gaat met de mannen van Seir. Daarom bid ik u, luister naar mijn woorden Wanneer gij hem zien zult, wees dan niet vermetel en koppig en handel niet on bezonnen, maar begroet hem nederig en geef hem een rijk geschenk uit den overvloed, waar mede God u heeft gezegend. Wanneer hij u aanspreekt, antwoord dan vriendelijk en zacht, en zoo zal zijn toorn worden afgewend. Gedenk, dat hij uw oudere broeder is en dat gij hem eerbied schuldig zijt". Jakob weende bij het vernemen van deze woorden zijner moeder, maar hij voldeed aan haar verlangen. Hij zond boden om Esau op den weg te ontmoeten en hem al zulke woorden, als zijn moeder hem had ingegeven, toe te voegen. Deze boden ontmoetten Esau en zijn bende en spraken tot hem, zooals Jakob hun geboden had, maar Esau antwoordde met trots „Neen, neen, ik heb de waarheid gehoord. Ik weet, hoe Jakob Laban heeft behandeldhoe hij de vriendelijkheid van zijn oom, die hem vrouwen en have gaf, heeft vergoldenhoe hij gevlucht is, de dochters van Laban medenemende, alsof zij krijgsgevangenen waren. En niet slechts Laban heeft hij kwaad gedaan, ook met mij heeft hij tweemaal bedriegelijk gehandeld. Daar om ga ik hem thans tegemoet en de wrake, waarop ik twintig jaar gewacht heb, zal mij niet ontgaan''. Toen deze woorden aan Jakob werden over gebracht, was hij zeer beangst. Aardsche hulp was nergens te bekomenmet een bekommerd hart wierp hij zich voor den Heer neder en bad ernstiglijk om uitredding uit het onheil dat hem en de zijnen bedreigde. Daarna verdeelde hij zijn volk en zijn kudden in twee heiren. Eene afdeeling stelde hij onder het bevel van Eliëzer van Damaskus, den dienst knecht van Abraham en zijn zonen, en de andere onder dat van Elinus, den zoon van Eliëzer en diens zonen. En hij gebood hun, zeggende „Reist ieder afzonderlijk, opdat wan neer een afdeeling geslagen worde, de andere moge ontkomeh". En toen hij Esau ontmoette, boog hij zich zeven malen diep voor hem neder, en God gaf hem genade in de oogen zijns broeders. De haat van Esau stierf weg en de natuurlijke liefde nam de overhand. Hij hief Jakob op van den grond, omhelsde en kuste hem. (Wordt vervolgd). M. F. v. L. In Genesis 321 en 2 lezen wijJakob toog ook zijns weegs, en de engelen Gods ontmoetten hem. En Jakob zeide. toen hij ze zag: „Dit is een hëirleger Gods". En hij noemde den naam dier plaats Mahanaïm. In het Talmudische verhaal wordt het bovennatuurlijke op rationa listische wijze weggewerkt. Ook het wonder- schoone verhaal van de worsteling met den engel vinden wij hier niet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1918 | | pagina 2