72 Burgemeester en Wethouders kunnen, in bijzondere gevallen, van bovenbedoelde verbodsbepaling ontheffing verleenen. Art. 11. Met boete van ten hoogste vijf gulden worden gestraft straatmuzikanten, orgeldraaiers, liedjeszangers, liedjesverkoopers, hardloopers, kunstenmakers, goochelaars, vertooners van levende of doode dieren en alle uitoefenaars van soortgelijke bedrijven, indien zij hun bedrijf op straten of wegen, of op voor het publiek verkeer toegankelijke plaatsen, uitoefenen zonder vergunning van den Burgemeester. Met gelijke boete zullen worden gestraft venters met papier, pot- looden, lucifers, zeep, garen en band en dergelijke koopwaar, indien zij hun bedrijf langs de huizen der ingezetenen of op de wegen uitoefenen, zonder voorzien te zijn van een op den rechterarm ge dragen armband met metalen plaat, waarop een van gemeentewege aangegeven nummer en den naam van den drager of draagster duidelijk leesbaar moet zijn aangebracht. Dergelijk venten is bovendien verboden en met gelijke boete strafbaar, indien de bedoelde koopwaar niet in een kar, kist, mand of trommel zichtbaar vervoerd wordt of vervat is, indien het plaats heeft op andere uren dan van 's morgens 9 tot 's middags 4 uur of indien tie aanbieding op den weg aan voorbijgangers plaats heeft. Met gelijke boete wordt gestraft ieder, die op Zondagen, algemeen erkende Christel jjke feestdagen, Nieuwjaarsdag en den verjaardag der Koningin bij het venten van eet- of drinkwaren, die waren luid roepende te koop aanbiedt. Art. 12. Met boete van ten hoogste tien gulden wordt gestraft ieder, die zonder vergunning van den Burgemeester, op straten of wegen optochten houdt of regelt of daaraan deelneemt. Optochten van kinderen zijn hieronder niet begrepen. Art. 13. Met boete van ten hoogste vijf en twintig gulden of hechtenis van ten hoogste drie dagen wordt gestraft: a. ieder, die op straten of wegen met of om geld speelt; b, ieder, die niet gehoorzaamt aan het bevel van den politie beambte om het spelen te staken. Art. 14. Met boete van ten hoogste tien gulden wordt gestraft ieder, die tenzij hij hiertoe bevoegd mocht zijn, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders, op of over openbare straten, paden of wegen of binnen een afstand van minder dan 100 Meter van openbare wegen of paden vuurwapenen afschiet of op die wegen of van daar zichtbare plaatsen vuurwerk afsteekt. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die vervoert, in voorraad heeft, nederwerpt, of op eenige andere wijze gebruikt zoogenaamde stinkbommen, of andere, vuile uitwasemingen of stankverspreidende, opzettelijk met het oog daarop vervaardigde zelfstandigheden. Art.^ 15. Voor zoover daarin niet bij het Wetboek van Straf recht is voorzien, wordt met boete van ten hoogste drie gulden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 102